‘Het Verenigd Koninkrijk is nu een verre markt, zoals Zuidoost-Azië’

© Getty Images

Drie maanden geleden vertrok het Verenigd Koninkrijk voorgoed uit de Europese interne markt en uit de douane-unie. Voor de Belgische bedrijven die exporteren naar het land is het nog altijd wennen. “Papier is meester geworden.”

De Britten zijn grote liefhebbers van Belgische speciaalbieren. “Ze kennen er soms meer van dan de Belgen”, zegt Filip Rotsaert, de medezaakvoerder van Drankencentrale Rotsaert in Zedelgem, die ook de gespecialiseerde webshop Beeronweb uitbaat. Tot vorig jaar vertrokken veel bierpakketten naar de Britse markt, maar begin januari was voor Rotsaert het vat af. Beeronweb kondigde aan dat het geen bestellingen uit het Verenigd Koninkrijk meer zou aanvaarden en haalde daarmee zelfs de BBC. “De onderhandelingen over een handelsakkoord werden te laat afgerond, op kerstavond pas”, zegt Rotsaert. “Onze transporteurs waren niet klaar voor al die nieuwe formaliteiten.”

TRANSPORT Eén klein foutje en de hele lading wordt geblokkeerd.
TRANSPORT Eén klein foutje en de hele lading wordt geblokkeerd.© AFP via Getty Images

Intussen zijn de transporteurs wel klaar. Sinds 1 maart reizen vanuit Zedelgem opnieuw pakketten met trappist, geuze en andere Belgische speciaalbieren naar het Britse eiland. Maar zoals voorheen is het niet meer. “Vroeger werden onze pakketten in drie à vier dagen afgeleverd bij de Britse klant, nu kost dat zeven tot tien dagen. Dat komt vooral door de douanecontrole op de btw-formaliteiten. Sinds de brexit heft het Verenigd Koninkrijk 20 procent btw op ingevoerde bieren. We hebben een Brits btw-nummer moeten aanvragen, om aangifte te kunnen doen in het Verenigd Koninkrijk.”

De Britse klanten hoeven niet meer te betalen dan vroeger, omdat de Belgische btw van 21 procent is weggevallen. Rotsaert moet wel hogere verzendingskosten betalen aan de transporteurs. Vroeger kostte het 16 euro om een pakket tot 20 kilo te versturen naar het Verenigd Koninkrijk, nu is dat 27 euro.

En er zijn nog andere kosten op til, weet Filip Rotsaert: “Tegen eind dit jaar komen er Britse invoerheffingen. Dat zou botsen met het vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Maar dat akkoord is slechts een overgangsregime, vrees ik.”

Loterij

Bij Roomijs Van Gils in Weelde in de Noorderkempen loopt de omschakeling vlekkeloos. Het bedrijf ziet zijn Britse omzet zelfs toenemen. “Dat komt door de markt”, duidt zaakvoerder Paul Van Gils. “We verkopen ijsdesserts en bavarois. Die worden aan huis geleverd, vooral bij bejaarden, samen met maaltijden. Door de coronacrisis steeg die markt vorig jaar met 40 procent, en hij bleef groeien in de eerste maanden van dit jaar.”

De vlotte overgang is ook te danken aan een goede voorbereiding. Roomijs Van Gils haalt 15 procent van zijn omzet uit het Verenigd Koninkrijk. Het land is zijn belangrijkste markt, na Nederland, Duitsland en België. “We leveren vooral aan één grote klant. We hebben ons samen voorbereid. De brexit bracht enkel iets meer papierwerk mee.”

“Papier is meester geworden”, zegt Diederik Van den Driessche, de zaakvoerder van Suikerbakkerij Joris, een familiebedrijf in Sint-Agatha-Berchem. Het Verenigd Koninkrijk is een belangrijke markt voor het bedrijf. “We verkopen onze confiserie aan drie grote importeurs, die ze doorverkopen aan winkels”, zegt Van den Driessche. “Sinds begin dit jaar is het een beetje een loterij. De gemiddelde leveringstermijn voor de brexit was twee tot drie dagen. Vandaag duurt het een week, als je geluk hebt. Dat komt niet alleen door het papierwerk, ook door transportproblemen.”

Vaak heeft de onderneming geen zicht op de behandeling van de goederen die geblokkeerd staan, een essentiële factor voor voeding. “Eén levering werd opgehaald op 5 februari en pas geleverd op 18 maart”, geeft Van den Driessche als voorbeeld. “Er was een probleem bij de afhandeling van de documenten. Het Verenigd Koninkrijk is een verre markt geworden, zoals Zuidoost-Azië.”

Britse koterij

Pieter Haesaert heeft ze allemaal zien komen, de perikelen van de exporteurs. Hij is de oprichter en CEO van Customs4trade, een leverancier van software en diensten voor douane, accijnzen en internationale handel. Het bedrijf heeft ook een onlineplatform voor de digitalisering van douaneprocessen. “De maandenlange onzekerheid deed veel bedrijven wachten met maatregelen om hun import of export van en naar het Verenigd Koninkrijk te verzekeren”, zegt Haesaert, die onder meer kleppers als Aldi, Honda en Danone-dochter Alpro als klant heeft. “Intussen hebben grote bedrijven en middelgrote kmo’s zich min of meer aangepast. Kleine bedrijven worstelen nog. Ze waren het gewoon in de Europese Unie te opereren. Ze zijn niet vertrouwd met de douane en andere administratie bij de export naar andere markten.”

Vergeleken met uitvoer naar bijvoorbeeld China zijn goederen relatief snel over het Kanaal, wat minder tijd laat om de administratie te regelen, aldus Haesaert. “Om tijd te winnen, stuur je het best de documenten al naar het Verenigd Koninkrijk op het moment dat de vrachtwagen hier vertrekt. Zo vang je ook de onvermijdelijke vertraging op door de inspectie van de documenten. Voeding, en zeker verse voeding, is een ander paar mouwen. Dat vergt extra administratie en een gezondheidsinspectie. Dat kan lang duren.”

De vertraging beperken is ook belangrijk omdat veel vrachtverkeer richting het Verenigd Koninkrijk doorreist naar Ierland, stelt Haesaert. “Wij integreren de verschillende douanesystemen. Zo kunnen de exporteurs of hun transporteurs gegevens automatisch opsturen, wat de verwerking versnelt.”

Er blijven problemen. “Aan Britse kant is er een koterij van tussenpersonen ontstaan, die de administratieve last tot een minimum beloven te beperken”, zegt Haesaert. “Maar veel van die customs brokers zijn niet goed op de hoogte van de wetgeving in de EU-landen, of hebben geen contacten op het vasteland. Ze durven bovendien heel hoge tarieven te vragen voor het opstellen van de aangiftes. Een ander pijnpunt zijn de Britse havens. In sommige zijn de systemen niet voorzien op de afhandeling van al die nieuwe formaliteiten.”

Geblokkeerde ladingen

“Tot op vandaag zijn de douaneverplichtingen niet bij alle schakels in de transportketen helder”, ziet ook Tevhid Gungor, de zaakvoerder van het tapijtenbedrijf Classis Carpets. Het familiebedrijf met hoofdkantoor en magazijn in Mechelen haalt 80 procent van zijn omzet uit de export naar het Verenigd Koninkrijk. Classis laat tapijten produceren in fabrieken in Turkije en de Benelux, en verkoopt ze aan internationale klanten. Het verscheept containers vol tapijtproducten van de haven van Zeebrugge over het Kanaal.

“Voor de brexit nam het twee dagen in beslag om een container tot bij de klant in het Verenigd Koninkrijk te krijgen, nu een week tot tien dagen”, ervaart Gungor. De bottleneck zit volgens de ondernemer bij de ferrymaatschappijen, die de ladingen niet correct aangeven. Dat veroorzaakt importproblemen aan Britse kant. “De containers raken geblokkeerd en het duurt dagen voor de fouten worden rechtgezet en de ladingen worden vrijgegeven. Bij een derde van onze transporten gebeuren fouten bij de inklaring. Het is een complexe procedure en als er één foutje in de data sluipt, wordt de hele lading geblokkeerd.”

Het Mechelse tapijtenbedrijf investeerde meer dan 100.000 euro om de IT-systemen voor douanedeclaratie en facturatie aan te passen aan de nieuwe brexit-verplichtingen. Tevhid Gungor verwacht dat de administratieve rompslomp nog zeker een jaar zal spelen. “De mensen op het terrein hebben de nieuwe procedures nog niet in de vingers. Ondertussen moeten we elke zending van nabij opvolgen.”

Aan de vraag zal het niet liggen. “We verwachten een groei-jaar. Door de coronapandemie zijn de mensen thuis en richten hun woning in. Ze leggen een nieuw tapijt, of kunstgras in de tuin. De orders komen goed binnen, onze productie kan nauwelijks volgen. Ik hoop dat we tegen eind dit jaar kunnen werken met een levertijd van drie dagen”, besluit Gungor.

Export lijdt

“De brexit is een complex gegeven”, weet Pieter Balcaen, de CEO van de logistiekedienstenverlener ECS met hoofdkantoor in Zeebrugge. Het familiebedrijf is gespecialiseerd in transport en logistiek tussen het Verenigd Koninkrijk, Ierland en het Europese vasteland. ECS draaide vorig jaar een omzet van 400 miljoen euro met 600 werknemers in zeven landen. Het bedrijf stuurt wekelijks duizenden containers naar het Verenigd Koninkrijk. “Transport naar dat land is een specialiteit geworden. De brexit heeft enorm veel stress op ons bedrijf gezet. De export- en importproblemen stapelden zich op. De efficiëntie is sterk achteruitgegaan.”

Balcaen moest zijn organisatie aanpassen en nieuwe mensen aanwerven. “We hadden bijna geen douanekennis in huis. Nu hebben we daar tien mensen voor. We hebben dit jaar al meer 15.000 aangiftes gemaakt, vorig jaar deden we er nul. Dat was een gigantische uitdaging.”

De topman was lang bevreesd voor de impact van de brexit op zijn business. “We waren voorzien op een soort nucleaire meltdown. We hadden een oorlogskas aangelegd, omdat we dachten dat onze omzet zou wegvallen en dat het een drama zou zijn in Zeebrugge, omdat het operationeel niet werkbaar zou zijn. Maar het blijkt voor ons bedrijf een goede zaak en voor de haven van Zeebrugge ook.” De markt is zwaar achteruitgegaan, maar de volumes van ECS blijven in het eerste kwartaal op peil.

Volgens Pieter Balcaen is dat te danken aan het onbegeleide vrachtvervoer in de haven van Zeebrugge. De ladingen worden zonder trucks en truckers op de veerboten gezet. “Als er iets misloopt met de administratieve verplichtingen, kan dat worden opgelost zonder tijdverlies voor de chauffeurs. Dat is een groot voordeel.”

Bij ECS zien ze drie maanden na de brexit een sterke vraag naar transport, en dat leidt nu tot capaciteitsproblemen en prijsstijgingen. “Dat hadden we zo snel niet verwacht. We dachten dat het na de voorraadopbouw eind vorig jaar zou stilvallen, maar dat is niet gebeurd. De export vanuit het Verenigd Koninkrijk ziet wel enorm af. Het is echt moeilijk om te exporteren vanuit de Britse markt. Alle grote whiskyproducenten zijn klant bij ons. Ze praten over een exportdaling van 30 procent in vergelijking met vorig jaar”, duidt Balcaen.

Voor praktisch advies en subsidies van FIT: www.brexitready.be

CLAIRE TILLEKAERTS                Voor veel kmo's is de brexit de eerste kennismaking met export buiten de EU en met douaneformaliteiten.
CLAIRE TILLEKAERTS Voor veel kmo’s is de brexit de eerste kennismaking met export buiten de EU en met douaneformaliteiten.© BELGAIMAGE

Hoe groot is klap voor onze export?

Op cijfers voor het eerste kwartaal is het nog wachten, maar volgens ramingen van de Nationale Bank is de Belgische export naar het Verenigd Koninkrijk in januari met ruim een derde gezakt in vergelijking met dezelfde maand een jaar eerder. De oorzaak is niet noodzakelijk de rompslomp aan de Britse grens. Misschien is het gewoon een adempauze. In de maanden voor de brexit hebben de Britse bedrijven grote voorraden aangelegd, om zich in te dekken tegen de chaos van een harde brexit.

Dat zorgde ervoor dat de Vlaamse goederenexport naar het Verenigd Koninkrijk het coronajaar 2020 relatief goed doorstond. Er was maar een daling met 6,5 procent. De export naar onze belangrijkste drie markten zakte dieper: naar Duitsland met 12 procent, naar Frankrijk met 8,7 procent, en naar Nederland met 13,7 procent, zag het Vlaams handelsagentschap Flanders Investment & Trade (FIT). Het Verenigd Koninkrijk hield vorig jaar stand als onze vierde handelspartner, goed voor 8,1 procent van onze uitvoer.

FIT moet buitenlandse investeerders naar Vlaanderen halen, en Vlaamse bedrijven helpen exporteren. Er is een grote behoefte aan brexit-informatie, stelt FIT vast. “Onze brexit-website kreeg al 57.000 unieke bezoekers”, zegt Claire Tillekaerts, de gedelegeerd bestuurder van FIT. “Met bewustmakingsacties bereikten we 22.000 Vlaamse bedrijven. Onze brexit-helpdesk verwerkte 620 vragen. Voor veel kmo’s is de brexit de eerste kennismaking met export buiten de EU en met douaneformaliteiten. Ook al hebben we de voorbije jaren talloze infosessies en webinars georganiseerd, er blijft veel onduidelijkheid. Veel bedrijven staan versteld dat ze soms toch nog importheffingen moeten betalen.”

Bedrijven kunnen bij FIT ook terecht voor subsidies om de brexit-klap op te vangen, of als financieel steuntje bij de eerste stappen op de Britse markt. FIT kreeg daarvoor 30 miljoen euro van de EU. “We kregen al 290 aanvragen voor een brexit-subsidie, waarvan 125 voor beginnende exporteurs”, zegt Tillekaerts. “We merken dat bedrijven vooral aanlopen tegen duurdere logistiek en de kosten voor de aanpassing aan de nieuwe reglementering. Daarom gaat de subsidie vaak naar het inhuren van consultants die het bedrijf wegwijs maken in de handel met het Verenigd Koninkrijk.”

6,5 procent

zakte de Vlaamse goederenexport naar het Verenigd Koninkrijk in 2020.

30 miljoen

euro kreeg FIT van de Europese Unie om bedrijven te helpen de brexitklap op te vangen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content