Het spook van de terugbetalingen

De banken zullen in het najaar heel wat leningen moeten vervangen. De vraag is of ze ook deze keer aan goedkoop geld zullen geraken.

Sinds het losbreken van de crisis drie jaar geleden verlopen de zomermaanden woeliger dan vroeger. Overrompelende gebeurtenissen versnelden tijdens die zomermaanden om tegen het einde ervan uit te barsten. De zomer van 2008 eindigde met het faillissement van Lehman Brothers. Die van 2009 luidde het begin in van de soevereine schuldencrisis in Europa. 2010 heeft voorlopig nog niets gebaard.

Er heerst echter wel zenuwachtigheid op de financiële markten, meer bepaald bij het bankwezen. Want ondanks aanmoedigende stresstesten, een algemene verbetering van de resultaten en gunstigere perspectieven, blijven de problemen bij de banken bestaan. Iedereen hoopt dat de tijd ze zal vereffenen. Ondertussen blijft overal in het Westen de werkloosheid toenemen. Er is dus weinig dat op een duurzame verbetering wijst.

De banken denken dat ze hun slag thuisgehaald hebben. Van de drastische beperkingen die nieuwe maatregelen moesten invoeren, schiet niets over. En als ze niet langer rechtstreeks mogen speculeren, dan hoeven ze maar een dochtermaatschappij op te richten om de wetgeving te omzeilen.

September wordt echter een cruciale maand voor het bankwezen. Zowat 150 miljard euro aan leningen moet die maand vervangen worden. Een maand later komt daar nog eens 130 miljard bij en meer dan 100 miljard de laatste twee maanden van het jaar. Een deel van de vervallende leningen had een staatswaarborg. Die wordt waarschijnlijk niet verlengd. De vraag is nu of de banken in staat zullen zijn even goedkoop geld aan te trekken.

Vertrouwen blijft zoek

Intussen beweren ze dat de puike beursprestaties van de laatste dagen bewijzen dat het vertrouwen is teruggekeerd. Maar volgens beursstatistieken blijven de particuliere beleggers afzijdig van het beursgebeuren. Zij kopen staatspapier of andere obligaties, maar bitter weinig aandelen. De banken bepalen de aandelenkoersen dus zelf en kopen stukken voor eigen rekening of voor die van hun talloze fondsen. Daar heeft de particuliere belegger niets mee te maken.

Vermoedelijk zullen er vanaf nu meer hybride bankobligaties opduiken, leningen die in aandelen omwisselbaar zijn zodra een bepaald verschijnsel zich voordoet. De traditionele converteerbare is er het bekendste voorbeeld van. Maar die is op dit ogenblik minder in trek. Contingent capital-obligaties, die tegen een fractie van hun inzet terugbetaalbaar zijn zodra er een averechtse gebeurtenis plaatsvindt, kennen meer succes, maar zijn allesbehalve goedkoop voor de uitgever.

Banken denken aan andere vormen die op een gelijkaardige wijze in kapitaal omgeruild kunnen worden zodra ze financiële problemen zouden kennen. Zo kunnen ze niet ten onder gaan aan overmatige schulden. Obligatiehouders worden immers op dat ogenblik aandeelhouders! Maar als dergelijke stukken geen aantrekkelijk rendement bieden, koopt niemand ze. De banken hebben tot nog toe geen afdoende oplossing voor hun problemen gevonden. (C)

Door Jean-Pierre Avermaete

De particuliere belegger koopt staatspapier of andere obligaties, maar bitter weinig aandelen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content