Het parfum van België

Belgische parfums… ze doen allicht niet meteen een belletje rinkelen. Toch wordt er tussen de Noordzee en de Ardennen een aantal parfums geproduceerd. Trends snuffelde tussen het aanbod.

Twee jaar geleden lanceerde Nissim Israël, de man achter het modemerk Olivier Strelli, een damesparfum waarvan het flacon werd ontworpen door Pierre Dinand en de eau de parfum door de Belg Olivier Decoster. Het was een van de weinige Belgische parfums die werd ondersteund door dure promotiecampagnes met wulpse topmodellen in verleidelijke poses.

Toch werd het Strelli-parfum geen succesnummer: het kledingmerk heeft inmiddels besloten het parfum niet langer te verdelen. Wie zich rept, kan dus nog het laatste Belgische geurtje dat kon rekenen op een mondaine allure in huis halen. Exclusief, maar wel ongewild.

Neuzen

Betekent dit dat de Belgische parfumwereld tot een onwelriekend braakland is verworden? Neen. België kan nog steeds bogen op een groot ambachtelijk heir van parfumproducenten en bovendien heeft ons land ook drie professionele ‘neuzen’ in huis, de vakterm voor de creatieve ontwerpers van eau de parfums. Over de hele wereld lopen er daarvan amper driehonderd rond, het gros in Frankrijk. Meer neuzen zijn er trouwens niet nodig: elke zichzelf respecterende neus heeft wel enkele honderden geurtjes op zijn cv.

Hugo Collumbien wordt algemeen beschouwd als de houwdegen onder de Belgische neuzen. Deze Gentenaar, die indertijd een opleiding kreeg in het Franse Grasse – het Mekka van de mondiale parfumindustrie – zit al zestig jaar in het vak, en weet maar al te goed waarom exclusieve Belgische parfums zo zeldzaam zijn. “Parfums worden tegenwoordig ontworpen op de 27ste verdieping van grote farmaceutische of chemische bedrijven, die maar om één ding bekommerd zijn: onmiddellijke winst. Of het nu gaat om parfums, insecticiden of meststoffen. Bovendien bemoeilijkt ook Europa het leven van de kleine parfumbedrijven: de toxicologische tests en opgelegde mimimumkwantiteiten voor grondstoffen zijn voor kleine ondernemingen gewoon onbetaalbaar.”

Niettemin blijven kleine Belgische parfumeurs een dappere poging ondernemen om hun eigen geurtje te lanceren. Misschien herinnert u zich nog het exotische verhaal van Marcella Wouters, die ooit werd omschreven als de Vlaamse Shéhérazade. Wouters kwam begin de jaren negentig in contact met een Arabische sjeik die haar gewillig bejubelde als the second Chanel. Helaas eindigde het sprookje van Wouters in een 1001-nachtmerrie: het bedrijf dat onder meer Succes Fou uitbracht, ging vorig jaar failliet.

Guy Delforge is daardoor cavalier seul geworden in het Belgische parfumwereldje. Delforge baat een parfumboetiek uit op de beroemde Citadel van Namen. Vooral buitenlanders blijken gretige afnemers van zijn parfums, al hangt er dan wel een behoorlijk toeristisch geurtje aan.

Een van de grootste spelers op de Belgische markt is Istrilène uit Heist-op-den-Berg. Behalve parfums maakt dit bedrijf ook make-up en verzorgingsproducten. Die worden in België echter uitsluitend verkocht door consulenten op homeparty’s. Voorts is er nog het familiebedrijf Cosmic: het maakt weliswaar geen eigen parfums, maar treedt op als exclusieve verdeler van het populaire Franse merk Ulric de Varens. Beide bedrijven mikken met hun goedkopere parfums vooral op het brede publiek.

Kledingmerken

Belgische parfums die in de betere parfumerie worden verkocht, zijn schaars. De enige creaties die u er tegenwoordig vindt, zijn die van Olivier Decoster. Behalve het eau de parfum voor Olivier Strelli componeerde Decoster ook voor Scapa of Scotland. En recentelijk ontwikkelde de man, die aan het hoofd staat van de Naamse firma Essentielle, ook parfums voor de kledingmerken Mer du Nord en Bouvy. Straks komt daar nog een gedistingeerd geurtje voor Archie Pell bovenop.

Voorlopig kunt u deze producten uitsluitend kopen in de betere kledingzaak. Later is het de bedoeling dat ze ook hun intrede maken in de parfumerie. Een voorzichtige marketingstrategie waar Decoster – van opleiding arts – bewust voor opteert.

“Er blijft een enorm potentieel in België aanwezig,” stelt Decoster. “We hebben een lange traditie van dergelijke secundaire industrieën. Ook de globalisering van de luxe-industrie neemt toe. Vroeger was alles geconcentreerd in Frankrijk, maar tegenwoordig verspreidt het productieproces van parfums zich over Zwitserland, Spanje en ook België, dat wat mij betreft een mooie toekomst heeft. Alleen jammer dat de creativiteit en diversiteit van het aanbod dalen. Parfumeurs hebben vaak niet veel meer te zeggen en werken nog louter in opdracht van de marketingafdelingen van de grote merken. Daaronder lijdt de kwaliteit.”

Die dalende creativiteit kan volgens Decoster wel nog worden opgevangen. Bijvoorbeeld door het nauwer aanhalen van de banden met Belgische couturiers. Wat dat betreft, speelt ons land een prominente rol. Zo heeft de Antwerpse modescène de jongste jaren een enorme invloed uitgeoefend op de ontwerpen van flacons. Zelfs de grote Franse merken opteren steeds vaker voor een minimalistisch en uitgepuurd design. Met succes overigens. Geen wonder dat ook Ann Demeulemeester met de idee speelt om in de nabije toekomst een eigen parfumlijn te lanceren.

Dave Mestdach [{ssquf}]

De Antwerpse modescène heeft een enorme invloed uitgeoefend op de ontwerpen van flacons.

Ook Ann Demeulemeester speelt met de idee om een eigen parfumlijn te lanceren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content