Het ministerie van Verlof

Wie de website van het Nederlandse ministerie van Sociale Zekerheid en Werkgelegenheid bezoekt, ziet heel prominent een knop met als titel verlofwijzer. Het aanklikken van die knop geeft een encyclopedisch overzicht van de vele verlofregelingen waarop de Nederlandse werknemer recht heeft. Daar zit onder meer adoptieverlof bij, voor de dagen dat je een kind adopteert, en calamiteitenverlof voor onvoorziene noodsituaties. Verder heb je ook nog recht op loopbaanonderbreking voor zorgtaken of voor studie. Er bestaat ondertussen al een dozijn verlofregelingen. Ze worden door het ministerie netjes opgedeeld in vier categorieën: tijd voor je kinderen, tijd voor je zieke naasten, tijd voor jezelf en algemene regelingen.

Sparen voor vakantie. Voor wie verlof wil, is er altijd wel een regeling te vinden. Tenminste, dat dacht ik. Maar blijkbaar is een dozijn regelingen nog niet genoeg. De nieuwe regering heeft toch nog een nieuwe verlofregeling kunnen bedenken. Het is een vorm van verlofsparen en het wordt verlofknip genoemd. Bij deze regeling kan een werknemer tot 600 euro per jaar op een bankrekening zetten om later met het opgespaarde geld op verlof te gaan. De overheid geeft daar dan een bonus bovenop van 30% of 180 euro per jaar. Tijdens de recente algemene beschouwingen waarin de regeringsplannen werden besproken, bleek dat de kamer van volksvertegenwoordigers de huidige voorstellen voor de verlofknip te mager vond. De regering heeft beloofd om binnen een paar weken met een meer ruimhartig voorstel te komen.

Het ministerie, de regering en de volksvertegenwoordigers beschouwen verlofregelingen als een zeer belangrijke taak. Misschien zelfs nog belangrijker dan het regelen van werk. Toch is er geen enkele goede reden te bedenken waarom de overheid nu nog extra aandacht en geld aan verlof moet geven. Het gaat al lang niet meer om het garanderen van het recht op een bepaald minimum aantal dagen vakantie voor elke werknemer. In dat basisrecht is al lang en breed voorzien. Nederlanders hebben meer vakantie- en verlofdagen dan ze fatsoenlijkheidshalve in een jaar kunnen opmaken. Vooral werknemers bij het midden- en kleinbedrijf vinden het vaak niet verantwoord om al de vrije dagen waar ze recht op hebben in een jaar op te maken. Dat kunnen ze hun baas niet aandoen. Het nut van nog een extra verlofregeling kan met deze overvloed echt niet groot zijn.

Regelstaat. Het is ook niet duidelijk waarom de overheid verlofafspraken nationaal moet regelen. Bij normale arbeidsomstandigheden komen de werkgever en de werknemer er met zijn tweeën toch ook uit? Als een werknemer echt in nood is en een serieuze reden heeft om vrijaf te nemen, dan gaat een werkgever toch niet dwars liggen? Op de werkvloer weet men beter wanneer iemand gemist kan worden dan in de gangen van het ministerie. En als het op de werkvloer niet lukt om goede verlofafspraken te maken, dan zijn er nog altijd onderhandelingen mogelijk tussen de vakbond en de werkgever om een op het bedrijf of de sector toegesneden verlofregeling te maken. Waarom moet het altijd nationale eenheidsworst zijn?

Een door de overheid ingestelde verlofregeling doet een beroep op de onderlinge solidariteit van al de werkenden. Om in aanmerking te komen voor verlofregelingen moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen zoals kinderen hebben, een calamiteit over je heen krijgen of de onbedwingbare lust voelen om te gaan studeren. Er zijn altijd werknemers die nooit of nauwelijks aan een van de gestelde voorwaarden voldoen. Alleenstaanden bijvoorbeeld. Die zijn dan altijd de klos. Werknemers die geen verlof opnemen, moeten inspringen voor diegenen die uitvallen. De inspringers hebben meestal veel begrip voor de uitvallers. Maar gevoelens van solidariteit zijn niet onuitputtelijk. Solidariteit is een schaars goed. In de welvaartsstaat wordt al heel veel gebruikgemaakt van de gevoelens van solidariteit onder de bevolking. De sociale zekerheid is geheel en al op solidariteit gebouwd. Het inkomensbeleid waarbij inkomen herverdeeld wordt tussen arm en rijk, doet eveneens een groot beroep op de solidariteit tussen de burgers. De opeenstapeling van verlofregelingen voegt daar nog een groter beroep aan toe. Op den duur raakt de solidariteit uitgeput.

Geen verlof nodig. Het invoeren van nog een verlofregeling bij het dozijn dat we al hebben, staat haaks op wat de arbeidsmarkt in de toekomst nodig heeft. Door de slechte conjunctuur loopt de werkloosheid momenteel op. Maar deze conjuncturele dip is slechts tijdelijk. Op de lange termijn veroorzaakt de aanstormende vergrijzing van de beroepsbevolking een structureel tekort op de arbeidsmarkt. Op termijn zijn er te weinig nieuwe werknemers om de uittredende ouderen te vervangen. Het aantal schoolverlaters wordt elk jaar minder. Het belangrijkste probleem van de arbeidsmarkt in de volgende decennia is eerder de onvervulbare vacature dan de werkloze die geen baan kan vinden. In tijden van structurele krapte staan de dertien verlofmogelijkheden dwars op wat de arbeidsmarkt nodig heeft. Het gaat geheel de verkeerde kant op. Het ministerie heeft een werkwijzer nodig in plaats van een verlofwijzer.

Jules Theeuwes [{ssquf}]

De auteur is hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam en directeur van de Stichting voor Economisch Onderzoek (SEO)

Het ministerie, de regering en de volksvertegenwoordigers beschouwen verlofregelingen als een zeer belangrijke taak. Misschien zelfs nog belangrijker dan het regelen van werk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content