Het mes in Windows

Als het klopt dat antitrustzaken meer op basis van publieke perceptie dan op economische gronden worden beslist, heeft Bill Gates een probleem.

Volgende week mag Microsoft bij districtsrechter Thomas Penfield Jackson komen uitleggen hoe de Internet Explorer browser uit Windows 95 kan worden verwijderd. U zal vragen : is dat niet meer iets voor een helpdesk dan voor een rechtbank ? Overtuig u er dan van dat deze schijnbare trivialiteit de kern raakt van de jongste antitrustzaak United States vs Microsoft. Eigenlijk weet rechter Jackson wel degelijk hoe de browser uit Windows kan worden gehaald. Het is hem in 90 seconden door een personeelslid van de rechtbank voorgedaan. Het probleem is veeleer dat Microsoft beweert dat het niet kan. De omgekeerde wereld dus en een illustratie van hoe Microsoft zich met zijn juridische logica in een absurde situatie heeft gewerkt. The Wall Street Journal schrijft dat “de juridische reactie van Microsoft door supporters en tegenstrevers als een public-relationsblunder wordt beschouwd, omdat zij de indruk geeft dat Microsoft een bevel probeert te ontwijken en het hof uit te dagen.” En zoals The Economist in zijn kerstnummer uiteenzette, is het onverstandig om in antitrustzaken de publieke opinie te provoceren. “Terugkijkend vinden veel mensen het onfair dat Standard Oil werd opgesplitst. Tenslotte bracht de firma de prijs van kerosene van 30 cent per gallon in 1869 tot nauwelijks 6 cent in 1887. Maar Rockefeller werd als een bullebak geportretteerd en verloor.” Microsoft heeft gelijkaardige verdiensten èn een gelijkaardig probleem.

GEINTEGREERD.

Hoe kon het zover komen ? Een chronologie.

20 oktober 1997. Procureur-generaal Janet Reno en haar adjunct Joel Klein klagen Microsoft aan wegens niet-naleving van een minnelijke antitrustschikking ( consent decree) met Justitie uit 1995. Justitie argumenteert dat Microsoft pc-fabrikanten die Windows 95 willen meeleveren, dwingt om ook de (weliswaar gratis) Internet Explorer browser te installeren. Justitie noemt dit koppelverkoop en in strijd met het consent decree. Microsoft wil volgens Reno en Klein zijn dominantie in besturingssystemen als hefboom gebruiken om een andere markt de browsers die toelaten informatie met het Internet uit te wisselen in te palmen.

22 oktober 1997. Publieke reactie van Microsoft-voorzitter Bill Gates. Zijn niet-ondemagogische lijn “Moet Justitie beslissen over hoe we moeten innoveren ?” zal hij op 10 november 1997 verder uitwerken in een vrije tribune in The Wall Street Journal. Kern van zijn betoog is dat de browser een essentieel onderdeel is van Windows, geen apart product en dat vooruitgang altijd een zaak is geweest van integratie van voordien afzonderlijke producten : grafische interface, geheugenbeheer, lettertypes, compressie, netwerking… Het is dus logisch dat de Explorer en Windows 95 samen worden geleverd, want ze zijn één product. Het consent decree laat Microsoft trouwens woordelijk toe “geïntegreerde producten” te ontwikkelen en op dat moment wist Justitie trouwens al dat Microsoft Internet-capaciteiten aan zijn besturingssysteem wou toevoegen. Besluit Gates : “VS-antitrustwetten zijn er niet om concurrenten te ondersteunen. Ze zijn bedoeld om consumenten van een ruime beschikbaarheid van goederen en diensten aan redelijke prijzen te verzekeren en dat is precies wat er vandaag bestaat.”

13 november 1997. Consumentenvoorman Ralph Nader houdt een al lang geplande tweedaagse conferentie “Appraising Microsoft and Its Global Strategy”. Microsoft is op 2 oktober uitgenodigd, maar blijft weg. Chief Operating Officer Bob Herbold vraagt zich in een open brief af of “de sprekers misschien met Qantas ( nvdr – de Australische luchtvaartmaatschappij) reisden, omdat dit alle kenmerken heeft van een kangaroo court ( nvdr – schertsrechtbank).” De pers geniet.

11 december 1997. Onverwacht en tweesnijdend tussenvonnis van rechter Thomas Penfield Jackson. Enerzijds vindt hij op basis van het voorliggende materiaal geen onomstotelijk bewijs dat Microsoft een “duidelijk en ondubbelzinnig” verbod in het consent decree heeft overtreden. Anderzijds is hij er niet van overtuigd dat Microsofts interpretatie van het consent decree de juiste is. Alle omstandigheden en het “objectieve doel” van het consent decree in acht genomen is rechter Jackson zelfs eerder geneigd om de argumentatie van de antitrust-autoriteiten te volgen. Microsoft, vindt Jackson onder meer, noemt de tekstverwerker Word en het rekenprogramma Excel geen geïntegreerde elementen van Windows 95, maar maakt niet duidelijk waarin ze dan wel van de Internet Explorer browser verschillen. Als Microsoft dus zelf arbitrair kan uitmaken wat een geïntegreerd product is en wat niet, redeneert Jackson, dan is het verbod op koppelverkoop in het consent decree inhoudsloos, en dat kan niet de bedoeling zijn.

STOP KOPPELVERKOOP.

Jackson wacht dus op verduidelijking. Hij vraagt Harvard-professor Lawrence Lessig tegen 31 mei 1998 als expert te rapporteren en legt Microsoft een voorlopig verbod op om pc-fabrikanten die Windows 95-licenties kopen, te verplichten om ook de Internet Explorer te installeren. Volgens de pers is het vonnis een halve nederlaag voor Microsoft.

15 december 1997. Microsoft gaat in beroep (de zaak komt versneld voor na 9 maart 1998). Microsofts topjurist Bill Neukom zegt dat Jackson zich “vergist”. De rechter heeft de klacht van de antitrust-autoriteiten verworpen, hoe rechtvaardigt hij dan zo’n verbod ? Microsofts beroep is ook principieel. Dit verbod “bedreigt het recht van elke Amerikaanse technologie-onderneming om te innoveren en te bepalen wat er in zijn producten gaat,” heet het.

In afwachting van de behandeling van het beroep wil Microsoft zich toch naar de rechtbank schikken en geeft het pc-bouwers drie opties : Windows 95 blijven installeren met de browser als ze dat willen, Windows 95 installeren zonder de bestanden van de kleinhandelsversie van Internet Explorer 3.0, waardoor “Windows 95 niet zal werken of presteren zoals oorspronkelijk bedoeld” of de oorspronkelijke versie van Windows 95 uit… 1995 zonder browser installeren. De Internet Explorer bestanden weghalen uit recentere versies “maakt het besturingssysteem effectief onklaar”, waarschuwt Microsoft.

16 december 1997. De procureur heeft Microsofts persmededelingen ook gevolgd en faxt naar het bedrijf dat de geboden alternatieven “patent commercieel onwerkbaar” en dus betekenisloos zijn. De Californische krant San Jose Mercury News omschrijft Microsofts houding met een gebaar dat boze automobilisten wel eens plegen te maken.

17 december 1997. Microsoft repliceert dat het exact heeft gedaan wat de antitrust-autoriteiten hebben gevraagd en het hof heeft bevolen. Het is geen zinvolle oplossing ( “does not make much sense”), geeft Microsoft toe, maar we hebben toch aldoor gezegd dat de Explorer een integraal onderdeel was van Windows 95 ? Geen wonder dat het niet werkt zonder.

Adjunct-procureur-generaal Joel Klein reageert prompt met een nieuwe klacht en noemt Microsofts positie “cynisch” en een “belediging van de autoriteit van het hof”. Justitie voert onder andere aan dat Microsoft zelf op zijn site uitlegt hoe de Internet Explorer browser probleemloos kan worden verwijderd uit Windows 95 dankzij de “verwijderen”-optie in Windows 95.

19 december 1997. Rechter Jackson nodigt beide partijen uit om op 13 januari 1998 één vertegenwoordiger te sturen om hun standpunt te bepleiten.

BNL

KOM HET EENS UITLEGGEN Werkt Windows 95 ook zonder Internet Explorer, of niet ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content