HET LOT VAN DE DODO

De Belgische zomer lijkt er al even grijs en weinig inspirerend te gaan uitzien als het spel van de Belgische voetbalploeg. Wellicht moeten we overwegen ook het weer te federaliseren zodat een Vlaamse zon het economisch getij voor de Vlaamse strandzetelverhuurders kan doen keren. Om de door Jacques Brel zo weelderig bezongen ciel si gris van Vlaanderen te ontvluchten, schepen vele tienduizenden Vlamingen in voor de braadpannen op de stranden van Spanje, Zuid-Frankrijk, Italië en Turkije. Hoewel dit zonnebrandcrème-toerisme de statistieken kwantitatief blijft domineren, beleven we geleidelijk de doorbraak van een andere, kwalitatief hogergestemde wijze van vakantie nemen, namelijk het ecotoerisme. Het betreft hier een originele combinatie van zakendoen en natuurbehoud. Een ecotoerist wil genieten van natuur en cultuur op een wijze die “sustainable” is. Zijn verblijf in de natuur wil hij op dusdanige wijze georganiseerd zien dat een gelijkaardig genot ook voor de toekomstige generaties mogelijk blijft. Om het in koel economisch jargon uit te drukken: met de natuur wordt eerder omgegaan als een kapitaalgoed dan als een verbruiksgoed. De namen van de ecotoeristisch aangelegde reisorganisaties spreken voor zichzelf: Anders Reizen, Te Voet, Native Life, Sherpa enzovoorts.

GOED NIEUWS.

Voor wie belang hecht aan de rijkdom aan dier- en plantensoorten op onze aarde (de “biodiversiteit”) is de ontwikkeling van het ecotoerisme uitstekend nieuws. De evolutie van de soortenrijkdom op moeder aarde is immers onthutsend. Men schat dat de uitstervingsratio der soorten tussen de honderd en de duizend maal hoger ligt dan in de prehumane tijd en dat, gelet op het aantal bedreigde dier- en plantensoorten, deze uitstervingsratio nog met een factor tien zal toenemen. Een voorname oorzaak van afname van biodiversiteit is de habitatdestructie in de zogenaamde “megadiversity” landen, voornamelijk de landen rond de evenaar (b.v. Brazilië, Indonesië, Congo, Mexico). Gebieden die met de traditionele landbouwmethodes niet cultiveerbaar waren en door stammen en dorpen beheerd werden als gemeenschapseigendom, worden nu door de overheid uitgedeeld aan arme bevolkingslagen ten einde de sociale druk in de steden te verminderen. De conversie van oerwoud, moerassen en savanne tot weiland leidt tot een drastische verarming qua dier- en plantensoorten.

COMMAND AND CONTROL.

Op de internationale milieuconferentie in Rio de Janeiro, zes jaar geleden, werd het probleem van de biodiversiteit erkend en werd onder meer een oproep gericht tot het zakenleven, om het respect voor biodiversiteit in de bedrijfsplanning in te bouwen. De bescherming van de biodiversiteit werd echter totnogtoe te veel opgevat als een probleem van ” command and control“: de overheid bepaalt wat het optimale ecologische gedrag is van burger en bedrijf, legt dit via gedetailleerde reguleringen op en sanctioneert de overtreders. Op internationaal vlak betekent deze “command and control”-benadering dat de economisch rijke, maar soorten-arme landen reguleringen in de economisch arme, maar soorten-rijke landen bedingen en in ruil hiervoor subsidies betalen, die dan worden aangewend voor economische ontwikkeling. De problemen met deze aanpak zijn navenant. De reguleringen ter bescherming van de biodiversiteit worden door de overheden in de ontwikkelingslanden weinig of niet afgedwongen. Dit is immers weinig populair. De subsidies voor ontwikkeling verdwijnen dikwijls in de onpeilbaar diepe zakken van corrupte ambtenaren en hun cliënteel.

ECOTOERISME EN FARMACIE.

De doorbraak van het ecotoerisme kan een grondig alternatief gaan vormen voor deze klassieke “command and control”-benadering. Het ecotoerisme betekent immers dat een bepaalde waarde, namelijk de waarde die personen hechten aan het puur voortbestaan van dieren, planten en ecosystemen (“existence value”) wordt omgezet in een duidelijke en monetair te registreren marktvraag. Het aanbod op deze markt wordt echter niet alleen gevormd door de ecotoeristische reisorganisaties zelf, maar ook door de bewoners in de megadiversiteitslanden, die uiteraard een prijs zullen vragen voor het verzaken aan landconversie en habitatdestructie. Moderne economen weten dat georganiseerde markten niet mogelijk zijn zonder een onderliggend systeem van eigendomsrechten en contracten. Juristen en economen zouden op internationaal vlak dus nuttig werk kunnen leveren door schemata uit te werken van contracten, verbintenissen, rechten en registratiesystemen van rechten, waarbinnen de relaties tussen ecotoeristische organisatie enerzijds en dorpsbewoners, landbouwgemeenschappen, stamgemeenschappen, inlandse ecologische organisaties anderzijds, institutioneel gekaderd kunnen worden. De overheden in de ontwikkelingslanden zouden hierdoor geleidelijk een andere rol toebedeeld krijgen. In plaats van zichzelf een sturende rol toe te eigenen inzake economische ontwikkeling en ecologische bescherming, zouden zij eerder een begeleidende rol spelen door de rule of law te handhaven inzake de rechten, bedongen tussen hun onderdanen en de ecotoeristische organisaties. Er moet trouwens opgemerkt worden dat niet alleen het ecotoerisme maar ook de farmaceutische industrie een geïnteresseerde partij vormt in het behoud van biodiversiteit. De groep Merck bijvoorbeeld sloot een contract met het Costa Ricaanse instituut INBIO waarbij Merck INBIO financiert voor identificatie van plantensoorten, verzamelen van stalen, aanleggen van databanken, en in ruil hiervoor exclusieve, intellectuele rechten verwerft op het gebruik van de verzamelde plantensoorten.

WELBEGREPEN EIGENBELANG.

Deze ontwikkelingen doen de hoop ontstaan dat het voortbestaan van neushoorns, paradijsvogels en walvissen in de toekomst minder en minder zal afhangen van de dubieuze goede wil van nationale en internationale bureaucraten maar meer en meer van het samentreffen van het welbegrepen eigenbelang van natuurliefhebbers in de economisch ontwikkelde landen enerzijds en de bewoners van de nog zeldzame megadiverse streken op onze aardbol anderzijds. De beenhouwer, aldus Adam Smith, verzorgt zijn klanten goed, niet omdat hij per se van zijn klanten houdt, maar om de eigen inkomsten te stijven. Het op gang brengen van gelijkaardige marktprocessen inzake biodiversiteit kan de neushoorn het lot van de dodo besparen.

Prof. dr. Boudewijn Bouckaert is voorzitter van de vakgroep Grondslagen van het Recht, faculteit Rechtsgeleerdheid, Universiteit Gent.

BOUDEWIJN BOUCKAERT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content