Het leven volgens Robert Bosch

Robert Bosch schrapt in zijn ruitenwisserfabriek in Tienen een op de drie banen. Maar het Duitse technologieconcern is niet alleen actief als toeleverancier aan de auto-industrie, in het dagelijkse leven is het alomtegenwoordig. Niet toevallig luidt de bedrijfsslogan ‘Technologie voor het leven’.

Het Duitse technologieconcern Robert Bosch is veel prominenter aanwezig in uw dagelijkse leven dan u op het eerste gezicht zou denken. Als u ‘s morgens doucht, is het best mogelijk dat het water via een boiler van Bosch stroomt. In de keuken hebt u mogelijk een koffiezetapparaat of een koelkast van het merk. En wie weet is het voedsel in uw koelkast verpakt met een van de verpakkingsmachines van het concern.

Als u met de trein naar het werk spoort, bestaat de kans dat u Robert Bosch nog eens tegenkomt: ook in de dieselmotoren van de locomotief zit vaak technologie van het bedrijf. Als u overstapt in de metro, wordt ook het toezicht en de routeplanning misschien door de Duitsers geregeld. Zo beheert Bosch de metro in het Braziliaanse São Paulo, goed voor vijf miljoen reizigers per etmaal. Als u in Brussel-Noord uit de trein stapt, wordt u gevolgd door de veiligheidscamera’s van het concern.

Ook in uw wagen zitten mogelijk onderdelen van Bosch, bijvoorbeeld in de motor, het stuursysteem, de remmen, de ruitenwissers, tot het navigatiesysteem en de luchtkoeling. Krijgt u onderweg autopech, dan kunt u terecht bij het netwerk van Bosch Car Service. En Robert Bosch regelt misschien of u op kantoor binnen mag, want de onderneming beheert technologie voor bewaking, beveiliging en toegangscontrole. Het Duitse concern kan ook de temperatuur op uw werkplek regelen. Hebt u tijdens uw werkdag een videoconferentie of maakt u gebruik van audiovisuele apparatuur in de vergaderzaal? Bosch biedt graag zijn materiaal daarvoor aan. En die smartphone en tablet gebruikt u toch ook voortdurend? Alweer Bosch, want in een op de twee toestellen zitten microchips van de groep.

En ondertussen draaien thuis misschien de vaatwasmachine en de droogtrommel, of doet de robotgrasmaaier rondjes over uw gazon. U raadt al wie die toestellen kan leveren.

Een fascinerend concern

Het conglomeraat met zijn bijna 300.000 werknemers is zo breed vertakt dat zelfs zijn Belgische woordvoerder Peter De Troch soms in zijn notities moet kijken om te checken wat zijn werkgever allemaal doet. Laat staan dat een buitenstaander er helemaal zijn weg in vindt. “Ingewikkeld? Ik zou zeggen zeer divers. Technisch? Uiteraard”, zegt Laurent Strauch-Hausser, de gedelegeerd bestuurder van de Belgische afdeling. “Met die technologie willen wij het dagelijkse leven voortdurend vergemakkelijken. Weet je wat me zo fascineert aan dit concern? We maken zowel uiterst minuscule microchips, bijvoorbeeld voor smartphones, en tegelijk hebben we hijssystemen voor gigantische projecten, zoals verplaatsbare olieplatformen van 40.000 ton.”

De fascinatie van de Fransman is wellicht meer dan een marketingpraatje. Al bijna een kwarteeuw is de 54-jarige Strauch-Hausser aan de slag bij het technologieconcern. Sinds de zomer van 2012 leidt hij de Belgische afdeling, nadat hij voor Bosch functies vervulde in Duitsland, Frankrijk en China. “Van 2008 tot 2012 werkte ik in Suzhou. Een klein stadje, dat met haar omstreken evenveel inwoners heeft als België. We groeiden er jaarlijks met 30 procent. Van 2400 werknemers in 2008 gingen we naar ruim 6000 in 2012. Toen ik terugkwam naar Europa, was de schok enorm. Maar we moeten realistisch zijn. Je kunt jaloers zijn op die groei, maar West-Europa zit in een ander groeistadium, met andere specialisaties, toegevoegde waarde en intelligente technologie. De haven van Antwerpen bijvoorbeeld scoort heel goed in spitstechnologie voor zeevaart en petroleumverwerking.”

De tijd dat China alleen een concurrerend lagelonenland was, is echter al lang voorbij. “China heeft veertig keer meer ingenieurs dan Duitsland”, liet Volkmar Denner, CEO van de groep Robert Bosch eind april optekenen tijdens de persconferentie in de hoofdzetel in Stuttgart, waar de jaarresultaten werden bekendgemaakt. “In China worden meer patenten geregistreerd dan in Duitsland. China is voor ons geen lagekostenconcurrent meer, maar een concurrent in innovatie.”

Zeer hoge lonen

“België is zeer belangrijk in de groep”, zegt Laurent Strauch-Hausser. “De geconsolideerde omzet uit de verkoop bedraagt er 785 miljoen euro.” Dat lijkt weinig: het is amper 1,7 procent van de geconsolideerde groepsomzet van 46,1 miljard euro. Maar toch is het slechts drie keer minder dan het veel grotere Frankrijk. “Belgen zijn creatief en consensusgericht. Ze vinden altijd wel oplossingen op maat van de klant. Een Belg kan heel goed communiceren met mensen die op het eerste gezicht moeilijk en veeleisend lijken.”

Maar de Fransman heeft ook een reeks minpunten op zijn beoordelingslijst. Er is het bekende probleem van de “zeer hoge” Belgische brutolonen. En er zijn de algemene omgevingsfactoren, zoals de infrastructuur. “Onze werknemers verliezen veel tijd in het verkeer. Dat verslechtert nog elk jaar”, vindt Strauch-Hausser, die ook vocht tegen de monsterfiles in Suzhou, op 80 kilometer van Sjanghai. “En je hebt de communicatienetwerken en dat hele debat over 4G. We hebben vaak storingen op de lijn als we bellen. Ook het internet werkt vaak te traag. Goede telecommunicatienetwerken leiden tot meer efficiëntie. Dat is een essentieel probleem. Het moet worden opgelost.”

Klant en vriend

Vanuit zijn kantoor ziet Laurent Strauch-Hausser de fabriek van Audi Brussels. Die is zowel een klant als “een vriend”. De Fransman is actief in Agoria Brussel, de koepel van technologiebedrijven, in de vereniging voor autoverkoop FEBIAC en in de Belgisch-Duitse Handelskamer. “We werken samen aan de verbetering van het industriële beleid in België”, duidt de Fransman zijn netwerkcontacten. “De politici hebben daar wel oog voor. Maar we moeten waakzaam blijven. Er is in België zeker een grote interesse voor industrie. Je ziet dat aan bedrijven die heel sterk zijn in zeer gespecialiseerde sectoren. Dat wijst op een grote historische opbouw van industriële kennis. Het kranenbedrijf Sarens bijvoorbeeld is een pracht van een onderneming. Maar industrieel beleid is zoals bloemen kweken: je moet ze onderhouden en geregeld water geven.

WOLFGANG RIEPL, FOTOGRAFIE KRIS VAN EXEL

“Industrieel beleid is zoals bloemen kweken: je moet ze onderhouden en geregeld water geven”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content