Het land van kansen en kombinuje

De Poolse economie blijft een van de zeldzame groeiers in Europa. Behalve het EK voetbal zijn ook Belgische bedrijven met bosjes neergestreken in het land. Het blijft er groeikansen regenen, ondanks de vele concurrentie. Maar ondernemers moeten wel oppassen voor kombinuje.

Maandag 28 mei, 9.30 uur

De autoweg van de Duitse grens in Frankfurt aan de Oder naar Poznan, de eerste grote Poolse stad, is een ware weldaad. Met nauwelijks verkeer, een gloednieuw wegdek, een perfecte ligging. Die eerste 170 kilometer glijden rimpelloos weg onder de wielen van de wagen. Maar wie dan naar het noordoosten rijdt, richting het Miko-filiaal in Bydgoszcz, komt op een weg die officieel als E271 staat vermeld. Maar die A5 is een drukke weg met een baanvak, met veel oneffenheden, opgejaagde vrachtwagenbestuurders richting de havenstad Gdansk, en onophoudelijke snelheidsbeperkingen omdat de weg dorpskernen doorkruist.

Na twee uur bereiken we Miko, de beursgenoteerde producent van koffie en kunststof uit Turnhout. Het is pinkstermaandag, maar door de aluminium leidingen rinkelen en suizen de kunststofkorrels naar de machines in de productiehal. Elke machine, vijftig in totaal, maakt één product. Boter- en margarinevlootjes, pastei- en kaasverpakkingen. Maar vooral roomijsdozen. “Kijk eens hoe die robots dansen”, wijst algemeen directeur Andrzej Olszewski enthousiast in de fabriekshal. Het filiaal in Bydgoszcz is bijna volledig geautomatiseerd. Ook al zijn de Poolse lonen goedkoper, Miko is zeker niet naar het oosten getrokken voor de lagere loonkosten. “We zijn een kopie van Turnhout”, meldt de 35-jarige Olszewski, die sinds 2001 bij de onderneming werkt. “We zijn als twee benen van één organisatie. We vullen elkaar aan, in functie van de bestellingen en de logistieke kosten.”

Want kunststofverpakkingen zijn een volumineuze business, en dus wegen de transportkosten zwaar. Bydgoszcz bewerkt vooral de eigen markt en de buurlanden. Met Duitsland als tweede grootste klant. “Daar hebben we een concurrentievoordeel. Polen voelt de recessie niet, want onze Duitse klanten leggen de focus op besparingen. Dan zijn wij een alternatief voor de bestaande leveranciers. Onze lonen blijven lager, ook al klimmen ze elk jaar.”

Miko breidt dit jaar opnieuw uit in Polen. Het magazijn verdubbelt in oppervlakte en er komt een nieuwe productiehal. Want de voedingsmarkt in Polen en zijn buurlanden blijft groeien.

Dinsdag 29 mei, 9.30 uur

Alweer ondergaan vering en ophanging van de wagen een zware beproeving op de onevenwichtige Poolse wegen. In Tarnowo Podgorne, een godvergeten uithoek op 20 kilometer van Poznan, verschijnt plots een fonkelend industriepark. Breed glimlachend ontvangt Dirk Houben, algemeen directeur van Democo Poland, me.

De Limburger leidt het Poolse filiaal van de specialist in de bouw van bedrijfspanden sinds 1994. “Ik kwam hier aanvankelijk voor één jaar”, lacht Houben. Vandaag spreekt hij vloeiend Pools, heeft hij een huis gekocht in de omgeving en leeft hij samen met zijn Poolse vriendin. Hij is de enige Belg in de onderneming met 80 werknemers. “Je moet zelf de leiding nemen. Want van de lokale mensen zal er niemand aan de kar trekken. Het ontbreekt Polen nog steeds aan een echte managementcultuur. Dat heeft me heel zwaar teleurgesteld. Je hebt in Polen goede ingenieurs, goede advocaten, maar geen goede managers. Dat is wellicht de communistische erfenis.”

Democo zette in Polen de gebouwen neer voor onder meer Deceuninck, Massive, Soudal en Velux. “Polen is nog een van de weinige groeilanden in Europa. Je kunt dus goede zaken doen met westerse bedrijven. Maar de Poolse mentaliteit is toch anders.” Dirk Houben heeft het dan over wat in Polen kombinuje heet. De Pool schippert graag, draait rond de waarheid, verdraait ze met alle mogelijke middelen in zijn voordeel. “Dat is een continu gevecht”, zucht de Vlaming. “Ik zeg tegen mijn werknemers altijd: feiten zijn feiten, eerlijk is eerlijk.” Toch is Dirk Houben bijzonder tevreden over zijn stielmannen op de bouwwerf. “Mensen willen hier nog werken. Ook overuren en weekendwerk doen ze graag, want dan verdienen ze extra. Als wij in België een bouwwerf hebben aan de kust, vinden we geen arbeiders die de dagelijkse pendel tussen Hasselt en de kust willen doen. Polen willen dat wel. Ze werken graag in het buitenland, want daar verdienen ze meer.”

Dinsdag 29 mei, 12.30 uur

In Kostrzyn, een duizend zielen tellend dorp nabij Poznan, heeft de Belgische specialist in bakkerijproducten Puratos zijn hoofdkantoor voor Polen gevestigd. “De broodconsumptie is de voorbije tien jaar met een derde gedaald. Maar wij leveren steeds innovatievere en dus duurdere producten, wat onze omzet doet groeien”, zegt dyrektor generalny van het Poolse filiaal Katarzyna Ronge – zeg maar Kasia. Met de stijgende koopkracht, klimt ook de vraag naar meer speciaal broodwerk. Toch hebben Polen een voorkeur voor donker brood met een zurige smaak. Het broodmengsel bevat een aanzienlijk percentage rogge.

De bakkerijproducten worden hoofdzakelijk bij de warme bakker geleverd. Die term is naar Belgische normen voor interpretatie vatbaar, want één Poolse warme bakker kan tot honderd filialen beleveren. Zelfs de filialen van grootgrutters als Auchan of Metro Group worden beleverd via een lokale warme bakker. “België staat in Polen niet synoniem voor lekker eten”, weet Kasia. “Dan denken de Polen veeleer aan Frankrijk of Italië.” Onterecht, vindt de Poolse, die de Belgische keuken leerde waarderen via veelvuldige bezoeken aan het Puratos-hoofdkantoor in Groot-Bijgaarden. “Maar Puratos staat wel voor internationale kwaliteitsstandaarden. Dat is een belangrijke wervingsfactor. We koppelen dat aan producten van eigen bodem. We produceren in eigen land. Polen zijn trots op dingen uit eigen land.”

Woensdag 30 juni

De schuimrubber- en matrassenproducent Recticel heeft in Zgierz en Lodz twee grote vestigingen op 25 kilometer van elkaar. Zgierz, een joint venture met het Oostenrijkse Greiner onder de naam Eurofoam, maakt schuimrubber op 12 hectare grond. In Lodz wordt een 2,5 jaar jong en metershoog gebouw gehuurd. Elke dag vertrekken er dertig tot veertig vrachtwagens vol matrassen, zetels, omhulsels, dekbedden. Op de bovenverdieping werken tientallen naaisters aan meterslange tafels. “Goede naaisters zijn een zeldzaamheid”, weet Andrzej Chodacki, de algemeen directeur van de vestiging. “Het vergt jaren ervaring. Maar Lodz heeft veel werklozen omdat de textielsector hier teloorgegaan is.”

De rekensom is gauw gemaakt: een arbeider in de Poolse vestiging kost 3500 zloty, de West-Europese 3500 euro, of ongeveer vier keer meer. Toch werkt Polen slechts gedeeltelijk voor West-Europa. Vooral Zgierz levert in een straal van 300 kilometer aan meubelmakers, bekleders, zetelmakers in de auto-industrie, die hun producten dan in West-Europa slijten. De productie van schuimrubber in het Poolse filiaal klom van 3500 ton bij de start in 1993, naar 30.000 ton vorig jaar. “Onze goedkope productie blijft zeker een troef”, vindt Zbigniew Pilichowski, de algemeen directeur in Zgierz.

Zijn collega Andrzej Chodacki is minder enthousiast over de Poolse lage lonen. “De vakbonden willen zo snel mogelijk het verschil met de lonen in West-Europa wegwerken. Ze eisen elk jaar 10 tot 15 procent, maar wij kunnen hooguit 4 procent extra toestaan”, knarsetandt hij. De hoge loonstijgingen gelden vooral in de staats- en energiebedrijven. Lodz telt veel werklozen, en dus is de stijging er minder uitgesproken.

Donderdag 31 mei, 10 uur

Met Frédéric Chopin huisde in Sochaczew een van de bekendste Poolse exportproducten. Vandaag is de stad op 60 kilometer van Warschau het hoofdkantoor voor een van de bekendste Belgische exportbedrijven, Sarens. De specialist in zwaar hijswerk is marktleider in Polen. Het groeiland is een droommarkt voor de onderneming uit Wolvertem. Alles smeekt om (her)opbouw: energiecentrales, windmolens, wegeninfrastructuur, petrochemie, raffinagebedrijven.

De onderneming plaatste de boormachine voor de tweede metrolijn in Warschau. En in het zwaar katholieke Polen tilde Sarens tevens een 20 meter hoge Christusfiguur in Swiebodzin, 70 kilometer van de Duitse grens. Maar vooral: “We spelen zowel de finale als de kleine finale”, gekscheert Jolanta Mirkowicz, algemeen directeur van Sarens Polska. De onderneming bouwde in Gdansk, Poznan en Warschau mee aan drie van de vier voetbalstadions in Polen, en aan dat in de Oekraïense hoofdstad Kiev, waar de finale wordt gespeeld. De kleine finale vindt in Warschau plaats.

Het Poolse Sarens-filiaal doet meer dan enkel uitvoerend werk. “Onze afdeling engineering wordt steeds meer wereldwijd ingeschakeld, binnen de groep Sarens”, zegt Jolanta Mirkowicz. De contacten met en via het hoofdkantoor in Wolvertem worden steeds intenser. Polen is het hoofdkantoor voor de activiteiten van de groep in Oost-Europa en Centraal-Azië. Weldra worden ook de activiteiten in Turkije vanuit Sochaczew beheerd. Toch is de algemeen directeur van Polen voorzichtig. “Na het EK is de grote investeringsgolf voorbij. Pas vanaf 2014 komen er weer grote projecten, in onder meer energiecentrales en spoorinfrastructuur.”

31 mei, 15.30 uur

In het centrum van de hoofdstad Warschau leggen straatwerkers als bezetenen de laatste hand aan de verfraaiing voor het EK. Aan de riante laan Aleje Jerozolimskie wapperen de vlagjes en pronkt de blauw beglaasde toren van KBC Warta, op een steenworp van het megalomane Cultuurpaleis, een Sovjeterfenis.

Iets verder aan dezelfde laan huist Bruno Lambrecht, de algemeen directeur van de Belgische bouwonderneming CFE. Ook hij verwacht minder bouwactiviteiten de volgende maanden. Maar dat hangt vooral samen met de Europese subsidiestroom. “Net zoals Spanje en Portugal in de jaren negentig, kreeg Polen sinds de toetreding tot de Europese Unie in 2004 veel subsidies. Dat deed het aanvankelijke scepticisme wegebben. Weldra volgen nieuwe onderhandelingen voor een volgende subsidiestroom. Het zal van die onderhandelingen afhangen of er verder wordt gebouwd in Polen.”

Bruno Lambrecht ziet vooral grote behoeftes aan energiecentrales, ziekenhuizen en (spoor)infrastructuur. “Dé grote uitdaging in Polen is de logistiek en de infrastructuur.” CFE is niet actief in die markt. De onderneming bouwt kantoren, hotels, appartementen en winkelcentra. “Polen is een land in volle ontwikkeling. Die groeifactor maakt het interessant. Maar tegelijk is het een volwassen markt. Alle concurrenten zijn er aanwezig. Voor een pioniersrol is er geen plaats meer.” Zelfs werknemers worden schaars. Vooral dan bouwvakkers. Die komen al uit Oekraïne, Servië, Griekenland.

Vrijdag 1 juni, 10 uur

De omgeving van Dabrowa Chelminska, 200 kilometer ten zuiden van de havenstad Gdansk, doet denken aan West-Vlaams landbouwgebied. Kilometers in de omtrek wordt geteeld. De West-Vlaamse groente- en fruitverwerker Pinguin Lutosa heeft er een van zijn vier Poolse vestigingen. Daar verwerkt Pinguin Lutosa onder meer broccoli, bloemkool, bonen, ajuinen, rabarber, aardbeien en frambozen, goed voor een productie van 45.000 ton. “De spreiding van de activiteiten maakt ons beter bestand tegen klimaatschommelingen. Als het in Vlaanderen regent, kan het weer hier goed zijn. We zijn heel afhankelijk van Moeder Natuur”, duidt Anna Jeczmyk, algemeen directeur van het Poolse filiaal.

Pinguin Lutosa verwerkt het basismateriaal tot groenten voor de voedingsindustrie, kant-en-klare maaltijden, voorverpakte producten voor de grootwarenhuizen. “Ook hier is de prijsdruk enorm”, bevestigt Anna Jeczmyk een vaak gehoorde klacht van Vlaamse boeren. “Daarom mikken we steeds meer op producten met toegevoegde waarde, zoals gezonde voeding. We richten ons vooral op de steden, en hun bevolking met een stijgende koopkracht.”

Vrijdag 1 juni, 16 uur

In Gdynia, de havenstad naast Gdansk, waait een kille bries. Maar daarvan is weinig te merken in het kantoor van Tabak-natie. Vanop de heuvel boven de stad biedt de plek lustig vogelgekwetter en een prachtig uitzicht op de baai van Gdynia, aan de Baltische Zee. Stefan Sciancalepore, werkt vijf jaar in het Poolse filiaal van Tabaknatie. “Het initiële doel was de opslag en het transport van tabak, zoals we dat in Antwerpen doen. We verwachtten een verschuiving van tabaksopslag naar Oost-Europa. Maar die opslag bleef ook na de val van het IJzeren Gordijn in Antwerpen geconcentreerd”, meldt hij.

Het Poolse filiaal, de enige buitenlandse dochter van Tabaknatie, wierp zich daarom steeds meer op transportactiviteiten. Goederen worden vanuit West-Europa naar Oost-Europa vervoerd. Daarnaast worden Poolse vrachtwagenchauffeurs gedetacheerd voor westerse opdrachten. Het Poolse filiaal telt 25 werknemers, en daarnaast 40 chauffeurs. Hun nettoloon is vergelijkbaar met het Belgische. Maar de brutolonen zijn significant lager. “We zijn hier niet enkel voor de goedkope werkkrachten. Dit is meer dan een postbusadres”, stelt Sciancalepore. “Logistieke diensten zitten in de lift in het groeiland Polen. De havensteden willen zich ontwikkelen als terminals voor de Baltische Zee.”

WOLFGANG RIEPL IN POLEN

“Het ontbreekt Polen nog steeds aan een echte management-cultuur. Dat heeft me heel zwaar teleurgesteld”

“Polen is een heel volwassen markt. Voor een pioniersrol is er geen plaats meer”

Een arbeider in de Poolse vestiging kost 3500 zloty, de West-Europese 3500 euro, of ongeveer vier keer meer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content