HET LAND VAN DE PPP’S

Het regent pijpenstelen in de Londense City. Bij NIB Capital aan Bishopsgate zorgen de okerkleuren en de namen Appel en Rembrandt van de vergaderzalen voor nestwarmte.

Darren Kyte is hoofd van Public-Private Finance van NIB Capital. Dat zijn werkplek in de City ligt, is logisch: het Verenigd Koninkrijk ontwikkelde een rijpe markt voor public private partnerships. Kyte: “PPP is geen manusje-van-alles. Het geeft value for money door de overheveling van het financiële risico van de publieke sector naar de privé-sector, en die is daarvoor beter uitgerust.”

NIB Capital is op vandaag bij twintig Britse PPP-contracten betrokken. Het Europese vasteland kijkt jaloers naar de extra financiële middelen die beschikbaar worden voor publiek-private-samenwerkingen bij infrastructuur, ziekenhuis- en schoolnetten, gevangenissen en militaire uitgaven. “PPP is in het begin van de jaren negentig geïnitieerd door de conservatieven. Het nam tijd voor het echt op gang kwam. De ontwikkeling van standaardgebruiken voor PPP zijn niet zo evident,” weet Kyte. In 1997 waren er vijftig openbare ziekenhuizen waar PPP de oplossing moest bieden. Een White Paper onderzocht de stand van zaken en ook de Schatkist keerde de PPP-contracten binnenstebuiten. In het Verenigd Koninkrijk zijn voor 12 miljard pond public private partnerships ondertekend (16 miljard pond als de Chunnel, de spoorverbinding met het vasteland, wordt meegerekend). Volgens de Schatkist zit er 16 miljard pond in de PPP-pijplijn.

“NIB Capital is in het Verenigd Koninkrijk één van de marktleiders in PPP en we willen op het vasteland, beginnend met de Benelux, ook een belangrijke rol spelen,” zegt Marc Gedopt. Hij ziet de tekenen van de tijd. De Vlaamse Confederatie van de Bouw pleitte onlangs voor een PPP-formule bij de sluiting van de Antwerpse kleine ring. Parnib in Antwerpen (een loket van NIB Capital Private Equity) heeft een PPP-deskundige die betrokken is bij de onderhandelingen over de waterzuivering van Brussel. Gedopt: “We hebben aan de belangstellenden voor de sluiting van de Ring nog geen presentatie gegeven van onze PPP-deskundigheid. Maar dat zullen we wel doen.”

Kyte: “Na de reviews kwam er een prioritering van de projecten in het Verenigd Koninkrijk. Het volume van de PPP-transactie stijgt gestadig en de sector wordt opengetrokken naar bouwwerken voor ministeries, watervoorziening, scholen.”

De eerste gelddrempel voor PPP was 10 miljoen pond. Vandaag is dat de bodem en zit men meteen in projecten met 100 miljoen pond als startmeet. NIB Capital leidt twee van de twaalf ziekenhuis-PPP’s en cofinancieert een waterzuiveringsproject in Schotland. Na drie à vier jaar proeflopen in het Verenigd Koninkrijk groeit de belangstelling voor PPP in heel West-Europa, merkt Kyte.

“In één van de twee Nederlandse consortia voor de hogesnelheidstrein is NIB bedrijvig, en dat contract wordt voor het einde van het jaar rond gemaakt. We bestuderen ook een afvalwaterdossier in de regio Delfland. In Nederland is het wettelijke kader vergelijkbaar met dat van het Verenigd Koninkrijk. In andere landen zijn de wetten niet optimaal. Zo is het concessierecht niet altijd geschikt. Als de wetgeving goed is, dan is het een eenvoudige zaak om de PPP-financiering internationaal te plaatsen of te herplaatsen.”