Het land van de copycatsteden

Catherine Vuylsteke Journalist, auteur, filmmaker en sinoloog

Ze verrijzen op grote schaal in China: replica’s van het Dogepaleis in Venetië, het Capitool in Washington, de Eiffeltoren en de historische marktstad Dorchester. Wat bezielt de Chinezen om namaakarchitectuur te bouwen?

Wie er vanuit Sjanghai één dagje op uit trekt, kan half Europa zien. In de negen satellietsteden die er het afgelopen decennium als ‘themadorp’ zijn verrezen, kun je zowel replica’s van Parijs, Chester, Venetië, Madrid, Amsterdam, Beieren als Siguta aandoen. Neem het in 2006 opgeleverde Thames Town, compleet met artificiële rivier. De straten zijn geplaveid, de huizen zijn opgetrokken in tudorstijl en er staan rode telefooncellen. De bewakers lijken op de wachters voor Buckingham Palace, de kerk is een tweelingbroer van Christ Church in Bristol en er is een heuse fish-and-chipsshop.

Wel is het er opvallend stil. Hoewel het gros van de woningen voor veel geld is verkocht, woont er bijna geen mens. Alleen in de weekends is het druk, als Chinese toeristen er een kijkje komen nemen en aanstaande echtparen er kiekjes laten maken voor hun trouwalbum. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de enige etablissementen die er goede zaken doen, de twintig of wat fotostudio’s zijn die er hun intrek hebben genomen.

Top-down

De negen pseudosteden zijn het geesteskind van de gewezen Sjanghaise burgemeester Chen Liangyu, die bij de goedkeuring van het plan in 2001 naar eigen zeggen mikte op huisvesting voor 5,4 miljoen mensen. Maar zowel Chen als Zhou Zhengyi, de man die de centen voor het Spaanse themadorp op tafel legde, zitten sinds 2007 en 2008 lange celstraffen uit wegens corruptie. Op de geplande transportlijnen naar de negen schijn-Europa’s is het bijgevolg nog altijd wachten.

Toegegeven, lui die zich hier een optrekje kunnen veroorloven, hebben een of meer eigen auto’s. Toch willen ze er zich niet vestigen. De oorden liggen te ver van Sjanghai, en goede scholen en andere voorzieningen ontbreken.

“Het probleem is dat dit project een schoolvoorbeeld van een top-downinitiatief is”, schrijft de Nederlandse architect Harry den Hartog in zijn boek Shanghai New Towns. “De overheid werkte een plan uit, zonder rekening te houden met de behoeften en de verwachtingen van de markt.”

Palais de Fortune

Positiever in dat opzicht zijn de projecten van China Vanke, de grootste vastgoedmakelaar van het land, die ook een notering heeft op de Hongkongse beurs. In samenwerking met lokale overheden verwezenlijkt het concern de ene stedelijke fantasie na de andere, met ronkende namen als Galaxy Dante, Dream Town, Rancho Santa Fe, Stratford en Holiday Landscape. “Ons voordeel is dat we anticiperen op de behoeften van potentiële kopers”, vertelt een woordvoerder van China Vanke. “Elk project stoelt op een grondig marktonderzoek. Welke scholen en tennisclubs zijn er in de buurt? Hoeveel verdienen de ouders van de leerlingen daar? Wat is hun budget voor een nieuw huis? En waarmee krijgen we hen over de streep?”

Het werkt schijnbaar. Kijk naar de Frans ogende Palais de Fortune-villa’s in Peking, die gemiddeld 15.000 vierkante meter groot zijn en worden verkocht voor zo’n 3,5 miljoen euro. 70 tot 80 procent ervan is bewoond.

Culturele superioriteit

Een mini-Eiffeltoren in Hangzhou, een Chrysler-building in Chongqing, een imitatie van Dorchester in Chengdu en minstens drie versies van het Capitool in Washington, verspreid over het hele land. Westerlingen hebben de neiging zulke nabootsingen als fake, kitsch en slaafs af te doen. Maar Chinezen hebben een andere kijk op nabootsingen, legt de Amerikaanse Bianca Bosker uit in haar boek Original Copies. “Het Westen onderschrijft de cultuur van het origineel”, stelt ze. “In China daarentegen geldt het vervaardigen van een perfecte kopie als een uiting van technologische en culturele superioriteit. Die is volgens de Chinezen even bezield als het oorspronkelijke werk.”

Bosker wijst er ook op dat het zich eigen maken van vreemde voorwerpen, sferen of oorden in China al meer dan tweeduizend jaar bestaat. Kijk naar Qinshi Huangdi, de eerste Chinese keizer, van wie we ons vooral het terracottaleger herinneren. Nadat hij aan het einde van de derde eeuw voor Christus de laatste zes koninkrijken op zijn veroveringstocht had ingelijfd, liet hij langs de Wei-rivier minikopieën van de paleizen van de onderworpen heersers neerzetten. Zo kon iedereen zien wat hij zich eigen had gemaakt.

En kijk naar Han-keizer Wudi (141-87 voor Christus). Net voordat hij het zuidwestelijke Dian-rijk binnenviel, liet hij een imitatie aanleggen van het beroemde Kunming-meer dat zich daar uitstrekt.

Eenheid in stijl

Ook de latere keizers waren trots op hun uitheemse acquisities. In hun jachttuinen lieten ze verkleinde exemplaren van beroemde bergen en meren neerzetten. Ze bevolkten hun plantsoenen met alle mogelijke exotische dieren uit de tribuutstaten. Die lijn kan zelfs worden doorgetrokken naar Mao Zedong. Toen hij in de jaren vijftig enkele bouwwerken liet verrijzen in Sovjetstijl, gaf hij daarmee aan dat China werd opgestuwd in de vaart van de socialistische volkeren.

Alleen, de schaal waarop nu replica’s worden neergepoot, is nooit vertoond. Sommige vastgoedmakelaars opteren in één op de drie gevallen voor een nep-Europese of -Amerikaanse stad. Eén verklaring daarvoor is van economische aard: kopiëren is goedkoper, er hoeft nauwelijks budget te worden uitgetrokken voor nieuwe ontwerpen.

Maar het gaat verder dan dat. Niet zelden mogen de kopers ook later niets aan de gevels veranderen. Er mag geen was worden opgehangen aan bamboestokken, het is verboden airconditioners aan de gevels te bevestigen, in de voortuin horen geen groenten te worden verbouwd en de terrassen mogen onder geen beding met glas worden afgedekt — stuk voor stuk praktijken die in de rest van China heel gewoon zijn. Het behoud van de eenheid van stijl en sfeer staat centraal.

Tenzij de themawijk onverkocht blijft natuurlijk. In de pseudo-Zweedse wijk Luodian in Sjanghai bleek een loopje te zijn genomen met de principes van de fengshui — de Chinese filosofie over hoe de omgeving het welzijn van mensen kan beïnvloeden. De deuren zaten aan de foute kant, het gros van de huizen was oost-west georiënteerd — wat ongeluk zou brengen — en er was onvoldoende symmetrie. Geen kat wou kopen. Om de woningen toch aan de man te brengen, werd ingestemd met individuele verbouwingen. Acht op de tien eigenaren lieten aanpassingen aanbrengen.

Welvaart en moderniteit

Op zich zijn architecturale dubbelgangers geen uniek Chinees fenomeen. Maar in de meeste gevallen wordt ontleend aan stijlen die in de eigen culturele sfeer liggen. De Amerikanen bouwden hun fakes naar Brits voorbeeld, in gotische of Queen Annestijl. Thaise dorpen of Chinese siheyuans — traditionele huizen rondom een binnenhofje — kopieerden ze niet.

Waarom wil een bemiddelde Chinees dan toch in een pseudo-Parijs of pseudo-Beverly Hills wonen? “Europese architectuur en inrichting staan symbool voor welvaart en moderniteit”, schrijft Bosker. “Door hier te komen wonen, hopen de eigenaars zich de luxueuze, comfortabele levensstijl van de geglobaliseerde elite eigen te maken, terwijl ze tegelijk Chinese culturele aspecten integreren. Ze gedragen zich als hun westerse klassengenoten, niet omdat ze westers willen zijn, maar omdat ze ervan genieten rijk te zijn en omdat ze deel willen uitmaken van de happy few, die dure wijn drinkt, naar klassieke concerten gaat en in grote huizen woont.”

Opvallend is ook dat alleen welbepaalde Europese of Amerikaanse stijlen worden overgenomen. Antibourgeois brutalisme, technologisch futurisme of rationalistische Bauhaus-creaties zie je niet. De makelaars opteren voor Europees historisme, voor rococo en victoriaans, met motieven als vogels, bloemen en figuurtjes als uiting van status, smaak en rijkdom.

Er wordt gebouwd in stijlen die dateren uit periodes waarin de macht van de bourgeoisie en de aristocratie op haar hoogtepunt was. Merkwaardig toch wel, dat een volk dat onder Mao probeerde alle klassenonderscheid uit te schakelen, zich nu afzondert in gated community’s en opteert voor een architecturale taal die het klassenverschil zo sterk mogelijk in de verf zet.

Havenots

Zullen die namaakwijken een lang leven beschoren zijn? Dat valt af te wachten. Veel hangt af van de economische groei. Maar het is wel zeker dat deze protserige wijken een gemakkelijke prooi zijn in tijden van onrust onder de havenots.

Bovendien moet gezegd dat het gros ervan niet meteen ecologisch duurzaam is. Niet alleen ontbreekt het aan openbaar vervoer en is er weinig spaarzaam omgesprongen met de beschikbare grond, de weelderige tuinen vereisen grote hoeveelheden water, en dat in een land dat kampt met een gigantische watervervuiling en een steeds grotere droogte.

CATHERINE VUYLSTEKE

Merkwaardig dat in China wordt gebouwd in stijlen uit periodes waarin de macht van de bourgeoisie en de aristocratie op haar hoogtepunt was.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content