‘Het kostbaarste actief van een bank is haar reputatie’

Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

De banksector zit weer in de schandaalsfeer en dat is geen goede zaak voor de wereldeconomie. Want die heeft baat bij een gezond en onbesproken financieel systeem. “We kunnen niet langer aanvaarden dat een bankmanagement beweert niet te weten wat er gebeurde”, zegt Michael Cole-Fontayn, de directievoorzitter van BNY Mellon in Europa.

De Brit Michael Cole-Fontayn startte zijn carrière in 1984 als krediet- en risico-analist bij The Bank of New York in de Londense city. 29 jaar later staat hij aan het hoofd van de activiteiten van BNY Mellon (de fusie van The Bank of New York en Mellon Financial Corporation) in Europa, het Midden-Oosten en Afrika (EMEA).

BNY Mellon mag dan al een bank zijn, eigenlijk is de instelling vooral actief in asset services (het bewaren, waarderen en beheren van effecten en het managen van onderpand). Het cliënteel bestaat uit financiële instellingen als banken en verzekeraars, pensioen- en hefboomfondsen, en alle mogelijke andere investeerders.

De recente schandalen van manipulatie van de interbankenrentes (Libor en Euribor) en van de wisselkoersen (Forex) zijn geen goede zaak voor de financiële industrie. Het beeld van de banksector als een groep schurken die geen enkele ethische integriteit kent en zich alleen laat drijven door hebzucht en geldgewin berokkent de hele economie schade. Een duurzaam economisch herstel is ondenkbaar zonder degelijk functionerend bancair en financieel systeem, beseft ook Cole-Fontayn. Zijn Britse flegma laat hem toe kritisch te zijn over de banksector zonder streng of belerend te klinken.

U begon uw carrière toen Margaret Thatcher de Big Bang afkondigde: de liberalisering van de financiële sector in Londen. Dat moment wordt gezien als het startpunt van een deregulering die uitmondde in de financiële crisis van 2008.

MICHAEL COLE-FONTAYN. “Zakenbanken en effectenhandelaars waren tot 1986 afzonderlijke bedrijfstakken die goed gecontroleerd werden. Ze werden samengevoegd met daarrond adviesfuncties over fusies en overnames, en bedrijfsfinanciering. Niet iedereen was even succesvol in het gescheiden houden van die activiteiten en het managen van belangenconflicten. Bovendien leverde de Big Bang de voedingsbodem voor de internationalisering van financiële instellingen en de innovatie van financiële producten. In de jaren tachtig en negentig leidde deze beweging, die financiële markten in de economie bracht, tot een renaissance van de Britse economie. In de jaren 2000 is de situatie ontspoord.”

U maakte de dotcomcrisis in het begin van de jaren 2000 van dichtbij mee. Ziet u parallellen met vandaag, waarbij internetbedrijven tegen onwezenlijke waarderingen naar de beurs gebracht worden?

COLE-FONTAYN. “Eind jaren negentig was er een onbegrensd geloof in technologie als motor voor productiviteitsverbeteringen. Vandaag hebben we vooral te maken met sociale media die een hele gemeenschap rond zich verzamelen en het potentieel hebben belangrijke reclame-inkomsten aan te trekken. Er zit onmiskenbaar waarde in het businessmodel van deze ondernemingen. Ik ben ervan overtuigd dat bepaalde bedrijven uitermate succesvol zullen zijn. Sociale media kunnen uitgroeien tot de ruggengraat van een globale, geconnecteerde wereld. Het is natuurlijk wel zo dat de waarderingen gevoed worden door het soepele monetaire beleid dat centrale banken overal ter wereld voeren. Dat verstoort de markten en kan aanleiding geven tot een shock als de monetaire stimulus stopgezet wordt.”

Verwacht u een ernstige correctie of een crisis als de Amerikaanse centrale bank haar soepelgeldbeleid terugschroeft?

COLE-FONTAYN. “Het wordt een geweldige uitdaging voor de centrale banken om hun beleid tijdig en geleidelijk aan te passen. De markten zijn behoorlijk afhankelijk van de monetaire stimulans, misschien te afhankelijk. De vraag is welke investeerders bereid zijn de posities van de centrale banken in te nemen, vooral in overheidsfinanciering. Als die investeerders er niet zijn, wordt de transitie moeilijk. Maar daar zijn de centrale banken zich van bewust. Ze weten dat er een incentive moet zijn voor privé-investeerders, en die incentive is onvermijdelijk de verhoging van de rente tot een normaler niveau. Daarom zijn overheden overal ter wereld bezig hun schulden af te bouwen. Hoe lager de schuldenlast, hoe kleiner de gevolgen van een renteverhoging.”

Hoe stevig staat de banksector, vijf jaar na de val van Lehman?

COLE-FONTAYN. “De banksector is veel veiliger en gezonder dan vijf jaar geleden. Regulatoren en toezichthouders hebben begrepen dat ze moesten optreden, en dat hebben ze gedaan. Niet altijd even gecoördineerd als had gekund, dat is jammer. Er is een te grote fragmentatie van regelgevende initiatieven. Maar de risicocontrole is verbeterd, de balansen worden afgebouwd. Het is wel zo dat de Amerikaanse financiële sector er veel beter aan toe is dan de Europese. Dat is een gevolg van een opeenvolging van strenge stresstesten door de Fed. De grote Europese banken komen niet zo ver achterop, maar moeten hun kapitaalbuffers nog versterken.”

Wat moet er nog verbeteren in Europa opdat onze banken het niveau van de Amerikaanse halen?

COLE-FONTAYN. “Essentieel is dat de doorlichting van de bankbalansen door de ECB (de Asset Quality Review of AQR, nvdr.) ernstig en grondig gebeurt. Eigenlijk zijn er twee categorieën activa die nauwkeurig onderzocht moeten worden: de overheidsschuld die de banken aanhouden en hun investeringen in vastgoed. U kent het standpunt van de Bundesbank: overheidsobligaties zouden een risicogewicht moeten krijgen. Zolang dat niet gebeurt, zullen stresstesten niet geloofwaardig zijn. En het vertrouwen in het Europese financiële systeem kan maar hersteld worden door geloofwaardige en integere stresstesten volgend op de AQR.”

Hoe zit het met de bedrijfscultuur in de financiële sector? De jongste berichten over de rentefraude en de wisselkoersmanipulatie geven de indruk dat er weinig veranderd is sinds 2008.

COLE-FONTAYN. “Alles wat het vertrouwen in het financiële system ondermijnt, is een spijtige zaak. Als banken inderdaad geprobeerd hebben prijzen te manipuleren in hun eigen belang impliceert dit dat er nadelen waren voor andere partijen. De onderzoeken van de toezichthouders moeten heel grondig gebeuren. Op een moment dat onze economieën een gezond financieel systeem nodig hebben, zijn de beschuldigingen van wangedrag hoogst onwelkom. De cultuuromslag is duidelijk a work in progress. Let wel, risico’s nemen is een kerntaak van een financiële instelling. Maar dat risico moet eerlijk en integer benaderd worden, met uitmuntende controle- en beoordelingssystemen. Het kan niet de bedoeling zijn dat de bank een voordeel verwerft tegenover zijn cliënteel. Vaak handelen banken met minstens even gesofisticeerde tegenpartijen, maar dat betekent niet dat je zomaar kan knoeien met een referentie-index die bepalend is voor heel veel producten op de retailmarkt.”

Uit het Libor-onderzoek blijkt dat het topmanagement van de bank doorgaans niet op de hoogte is van de frauduleuze praktijken in hun marktenzalen. Is dat geloofwaardig?

COLE-FONTAYN. “Het is hoe dan ook niet langer aanvaardbaar dat het management van een bank verklaart dat het niet wist wat er gebeurde. Het is essentieel dat ze de volle verantwoordelijkheid neemt voor álle activiteiten die de instelling uitvoert. In complexe instellingen met verschillende afdelingen en producten is dat niet eenvoudig. Maar net daarom verminderen banken het risicogehalte, de complexiteit en de schuldenlast. Zij stappen uit bepaalde activiteiten of verkopen portefeuilles, om een beter overzicht te krijgen en de organisatie beter te managen.”

Wat kan de reputatie van de financiële industrie verbeteren?

COLE-FONTAYN. “Eén: er moet geïnvesteerd worden in de werknemers en in hun opleiding. Twee: het management moet werk maken van een betere governance en cultuur. Maar het belangrijkste element is in mijn ogen het businessmodel voortdurend ter discussie te stellen. Als iets te mooi lijkt om waar te zijn, dan is het wellicht ook te mooi om waar te zijn. Dan zou er een alarmbelletje moeten afgaan dat wijst op een zwak punt in de risicocontrole. Risicomanagement is niet een departement dat ergens in een hoekje van het gebouw zit. Risicomanagement is de verantwoordelijkheid van het management, en heel de organisatie moet ervan doordrongen zijn. Het kostbaarste actief van een financiële instelling is haar reputatie. De voornaamste taak van het topmanagement is dan ook ervoor te zorgen dat de bank een uitstekende reputatie geniet. Het vertrouwen is geschonden, en het zal veel tijd en werk kosten om dat vertrouwen te herstellen.”

Sommige landen willen het vertrouwen in de banken herstellen door ze radicaal op te delen in deposito- en zakenbanken. Is dat een goed idee?

COLE-FONTAYN. “Vanuit het standpunt van de bedrijfsklant zeker niet. Ondernemingen vragen van hun bank een reeks diensten en oplossingen die alleen zakenbanken kunnen leveren. Als banken gesplitst worden, komt die dienstverlening in het gedrang. Bovendien is een splitsing een heel dure operatie, waardoor de bedrijven hoe dan ook op kosten gejaagd worden. Voor de retailklant met beperkte financiële behoeften zijn de gevolgen eerder positief. Het veiligheidsgevoel en de vereenvoudiging nemen toe. Maar dat zal een kostprijs hebben: vermits de gesofisticeerde bankdiensten duurder zullen worden voor de ondernemingen, zal dit ten koste gaan van efficiëntie en economische groei.”

PATRICK CLAERHOUT

“Sociale media kunnen uitgroeien tot de backbone van een globale, geconnecteerde wereld”

“Risico’s nemen, is een kerntaak van een financiële instelling. Maar dat risico moet eerlijk en integer benaderd worden, met uitmuntende controle- en beoordelingssystemen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content