HET KOLDERMODEL VAN VERHOFSTADT

Premier Guy Verhofstadt (VLD) heeft zijn beleidsverklaring afgelopen dinsdag kunnen voorlezen in de Kamer. Er zijn maatregelen genomen en de regering is niet gevallen. Dat is het goede nieuws. De brugpensioenleeftijd wordt opgetrokken tot 60 jaar en de lasten op arbeid worden verlaagd met 960 miljoen euro. Dat zijn de twee blikvangers uit het Generatiepact.

Maar veel meer positiefs kan er niet gezegd worden. De maatregelen in de eindeloopbaan zijn een flauw afkooksel geworden van wat er ooit beoogd werd in de nota ‘Actief Ouder Worden’. Zo is er geen sprake meer van een pensioenmalus.

Ook in het andere grote dossier – de financiering van de sociale zekerheid – wordt de bal misgeslagen. Het tekort van ruim 1 miljard euro in de sociale zekerheid wordt gedicht. De regering spreekt van twee structurele maatregelen. De eerste is de overheveling van 15 % van de inkomsten van de roerende voorheffing naar de sociale zekerheid (goed voor 430 miljoen euro). De vakbonden kunnen dat aan hun achterban verkopen als een belasting op het kapitaal die ten goede komt aan de solidariteit met de werkenden. Pure prietpraat. Dit is niets anders dan het dichten van een gat door elders een ander gat te slaan. Die 430 miljoen euro wordt simpelweg afgeleid van de federale begroting naar de sociale zekerheid. De regering doet dat al langer via het doorschuiven van BTW-inkomsten. Niets nieuws onder de zon. Een andere zogezegd structurele maatregel is de overheveling van 32 % van de inkomsten van accijnzen op tabak. Ook dit is een pure verschuivingsoperatie.

Dit heeft niets te maken met de beloofde alternatieve financiering, waarbij op grote schaal lasten op arbeid vervangen worden door een andere ruimere financieringsbron. En nog minder met een lastenverlaging die gedeeltelijk gecompenseerd wordt door besparingen in de sociale zekerheid.

De regering stelt gewone transfers voor als structurele veranderingen. Het koldermodel van Verhofstadt dreigt weinig zoden aan de dijk te zetten. Het Generatiepact wordt geen breekpunt, zoals we die de jongste decennia om de tien jaar hebben gekend. In 1982 voerde België een devaluatie door die het land weer op het goede spoor zette. In 1993 was er het zogenaamde Globaal Plan van Jean-Luc Dehaene, dat de eerste reeks serieuze lastenverlagingen inhield. In beide scharniermomenten stond België met het mes op de keel. In 1982 stond de Belgische economie op de rand van de afgrond. In 1993 was er het dwingende korset van de Maastricht-begrotingsnormen.

Anno 2005 is er niet zo’n dwingende situatie. Op het eerste gezicht toch niet. De vergrijzing is een sluipend gif, dat jaar na jaar sterker wordt. En het probleem is dat het antiserum ook maar zeer langzaam werkt.

De rekening wordt doorgeschoven naar later, maar wordt daarmee wel elk jaar duurder. Bovendien zijn de grootste slachtoffers de gewone burgers in de straat: de gepensioneerden die geen deftig pensioen krijgen (zelfs niet met een welvaartskoppeling), de werklozen die een lage uitkering hebben, de werkenden die sneller hun baan zullen verliezen. En dat allemaal in naam van de solidariteit met mensen die op 58 jaar willen stoppen met werken. En dankzij het gebrek aan daadkracht van de regering-Verhofstadt.

In 2006 zijn er gemeenteraadsverkiezingen, in 2007 federale verkiezingen. Alle hoop moet worden gezet op 2008.

Guido Muelenaer

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content