Het knelt op de jobmarkt

De toekomst is groen? Of blauw? Vergeet het. De toekomst is wit. In de welzijnssector blijven steeds meer vacatures openstaan. Ondanks herscholing zijn er nog altijd knelpuntberoepen. En ondertussen blijft de werkloosheid stijgen, hoewel de uitzendsector zich zoetjesaan herstelt.

coverfotografie jelle vermeersch

Geen betere barometer voor het herstel van de arbeidsmarkt dan de evolutie in de uitzendsector. Als het aantal aanwervingen begint te stijgen, dan gebeurt dat eerst in de uitzendsector. En de barometer staat sinds kort op opklaringen. Maar een krachtig hogedrukgebied zit er niet aan te komen. De lente op de arbeidsmarkt is nog niet voor morgen.

De uitzendsector deed het in december iets beter dan in november (+0,89 %), het aantal gepresteerde uren door arbeiders steeg (+1,62 %), maar het aantal voor bedienden daalde nog lichtjes (-0,08 %). Dat is positief. Maar op langere termijn geeft de index van Federgon, de federatie van uitzendbedrijven, een beter beeld. Die toont de activiteit per maand tegenover januari 1995 (index = 100). In december stond de index op 193,52 punten, in november was dat nog 191,82 punten. (zie ook grafiek Dieptepunt in uitzendactiviteit is voorbij)

De directeur van de economische dienst van Federgon, Paul Verschueren, is optimistisch. Hij verwacht dat het aantal uitzendvacatures in het eerste kwartaal toeneemt. Jan Denys van Randstad verwacht een groei vanaf maart en een totale groei tussen 5 en 10 procent voor de rest van het jaar. Ook de andere Belgische uitzendbedrijven – US People, Manpower, Tempo-Team – hanteren deze cijfers.

“Maar de krater wordt in 2010 nog lang niet gevuld”, voorspelt Verschueren. Het duurt nog een hele tijd voor we het hoogste indexcijfer voor de uitzendactiviteit weer halen, dat was 270,64 punten in maart 2008. “Met deze economische groeivooruitzichten hebben we wellicht nog 2,5 jaar nodig”, zegt Verschue-ren. Philippe Lacroix van Manpower België is pessimistischer en spreekt van drie jaar.

Ook uit het aantal vacatures bij de VDAB blijkt een voorzichtig herstel van de arbeidsmarkt. In januari kreegt de VDAB er 19.306, een pak meer dan in december (15.443). Maar dat is een jaarlijks terugkerend fenomeen, zo benadrukt de VDAB. Ten opzichte van januari vorig jaar (19.985) is er een daling met 3,4 procent.

De VDAB verwacht de komende maanden min of meer een stabilisatie. Een nieuwe scherpe daling zoals in november 2008 zit er niet in. “Maar voor een echte heropleving van de vacaturemarkt is het waarschijnlijk ook nog te vroeg”, waarschuwt Willem Vansina van de VDAB-studiedienst. “In het derde en vierde kwartaal zouden we maandelijks meer vacatures moeten ontvangen dan tijdens het najaar van 2009. Cijfers zoals in 2007 of tijdens de eerste helft van 2008, met 25.000 vacatures, lijken mij onrealistisch voor 2010 en zelfs voor 2011.”

Van tijdelijk naar vast

Veel vaste aanwervingen moeten we zeker niet verwachten. Bij een heroplevende economie gaan de bedrijven niet meer zo snel vast aanwerven. Sommige bedrijven gaan nu voor het eerst echt met een flexibel contingent werken. Corné Verbraak, topman van Tempo-Team (het vroegere Vedior dat nu onder Randstad valt) ziet kansen voor een flexibelere arbeidsmarkt. “Bedrijven herzien hun hr-beleid en zijn nu vlugger geneigd om jobs op een flexibele manier in te vullen.”

De uitzendbedrijven preken natuurlijk voor eigen parochie, maar ze benadrukken dat uitzendarbeid de komende jaren belangrijker wordt als kanaal om de arbeidsmarkt binnen te stappen. In België stromen 6,3 op de 10 uitzendkrachten door naar een vaste job. Een van de weinige aspecten van de arbeidsmarkt waar ons land in internationaal perspectief goed scoort.

Een licht herstel van de uitzendmarkt en een stijging van het aantal vacatures aan het einde van 2009 betekent nog niet dat de werkloosheid daalt. “Ik verwacht geen daling van de werkloosheid voor het eerste of het tweede kwartaal van 2011”, zegt Vansina. “De snelheid waarmee de schoolverlaters dit jaar aan de slag raken, wordt bepalend voor de evolutie van de werkloosheid.”

Je kunt het herstel op de arbeidsmarkt ook niet zomaar vergelijken met eerdere recessies. De bedrijven doen eerst een beroep op hun werkkrachten die tijdelijk werkloos waren en ze stoppen met arbeidsduurvermindering. Eerst bouwen ze die maatregelen af en pas daarna werven ze aan.

Maar niet alle tijdelijke werklozen gaan weer aan de slag. Sommige bedrijven moeten afslanken, met massale ontslagrondes tot gevolg. “Nu het ernaar uitziet dat er geen krachtig economisch herstel komt in 2010, komt er een transfer van tijdelijke werkloosheid en arbeidsuurvermindering naar volledige werkloosheid. De bedrijven kunnen een noodzakelijke afslanking niet vermijden”, zegt Verschueren.

Werkloosheid blijft toenemen

De voorspellingen van de Nationale Bank en het Planbureau over jobverlies lijken dus uit te komen. De werkende beroepsbevolking daalde vorig jaar met 36.000 personen. In 2010 neemt dat aantal nog eens met 53.000 af. De werkzaamheidsgraad komt daarmee uit op 61,6 procent, hetzelfde percentage als in 2003.

“Ondanks de enorme terugval van de economische activiteit bleef de stijging van de werkloosheid in ons land beperkt. Toch in vergelijking met andere EU-landen”, klinkt de analyse van de Leuvense econoom Joep Konings. Hij is adviseur bij het Bureau of European Policy Advisors (BEPA), de denktank van Europees Commissievoorzitter José Manuel Barroso. “Dit heeft onder andere te maken met het gebruik van tijdelijke werkloosheid. Maar volgens mijn berekeningen blijft de economische groei dit jaar onder de trendgroei. Dat betekent dat de werkloosheid in België de komende maanden nog stijgt.” Konings verwacht dat de werkloosheid blijft toenemen tot eind 2010 en daarna stabiliseert (zie grafiek De werkloosheid blijft stijgen in 2010).

Volgens Denys van Randstad is de winst van vijf jaar werkgelegenheidsgroei in twee jaar crisis weggeveegd. “Het is geleden van het begin van de jaren tachtig dat er nog zoveel mensen hun baan verloren. Vooral in de privésector, maar toen werd dat gedeeltelijk gecompenseerd omdat er meer werk was bij de overheid. Deze buffer ontbreekt nu.” De werkzaamheidsgraad zal pas in 2012 weer stijgen. Volgens Denys bereiken we pas in 2016 weer een werkzaamheidsgraad van 63,7 procent.

De witte sector is de toekomst

Het aantal openstaande vacatures bij de VDAB, Forem en Actiris daalde sinds de crisis met 22 procent. Toch blijft 78 procent van het aantal vacatures dat er in 2008 was, openstaan. Bijna 60.000 vacatures zijn onmiddellijk invulbaar, zowel hooggeschoolde als laaggeschoolde jobs.

Ondanks de stijgende werkloosheid voorspelt Bernard Hensmans van de onlinerekruteerder Monster bijkomende vacatures in enkele specifieke sectoren. “Maar deze bijkomende jobs zijn onvoldoende om het stijgende aantal werkzoekenden – schoolverlaters en mensen die werden afgedankt – op te vangen.”

“Hoewel de transport- en logistieke sector vorig jaar daalde met 8 procent, trok de sector in het laatste kwartaal weer aan”, zegt Hensmans. “Uit de feedback van onze klanten leid ik af dat er nog sectoren zijn die het goed gaan doen. Bij de sterkste dalers van vorig jaar ontstaat schaarste en die trekken nu weer aan, bijvoorbeeld IT, engineering of finance.” (Zie tabel De grootste dalers en groeiers op jaarbasis) Ook de overheid en de gezondheids- en welzijnssector scoren goed. “Dat zijn minder conjunctuurgevoelige sectoren en daar neemt het aantal vacatures toe”, zegt Hensmans. “De welzijnssector is nu al goed voor 16 procent van het aantal loontrekkenden in Vlaanderen en wordt de sterkste jobgroeimotor. Er wordt veel gesproken over de gewenste vergroening van de economie, maar voor de arbeidsmarkt is de ‘verwitting’ van onze economie nu al heel wat tastbaarder en veel belangrijker. Het Federaal Planbureau verwacht ongeveer 70.000 bijkomende arbeidsplaatsen in deze sector tussen 2009 en 2014.”

Vraag naar knelpuntberoepen blijft toenemen

Ook het probleem van de knelpuntberoepen raakt maar niet opgelost. Die vraag viel nooit helemaal stil. “De krapte op de arbeidsmarkt is er nog altijd”, zegt Hubert Vanhoe, topman van USG People België. “Die voelen wij dagelijks bijvoorbeeld bij de zoektocht naar een verpleegkundige of een wetenschappelijk medewerker voor een laboratorium. Probeer die maar te vinden. Ook in de bouw is er een groot probleem. De mismatch tussen vraag en aanbod blijft. Ik vind dat de overheid de kans gemist heeft om werkzoekenden te ondersteunen. Ze heeft de stelsels van arbeidsduurvermindering en tijdelijke werkloosheid niet gekoppeld aan een opleidingsverplichting.”

Vanhoe wordt daarin bijgetreden door Philippe Lacroix, de topman van Manpower België. “Twee jaar geleden had iedereen de mond vol over de dreigende krapte op de arbeidsmarkt. Die problemen komen bij een herstel terug. De beleidsmakers hebben het verzuimd om de voorbije twee jaar in te zetten op opleiding.”

Steeds meer werkzoekenden beseffen dat ze een job kunnen vinden als ze zich bij- of herscholen. Zij kiezen zelf voor een knelpuntberoep. “Maar daarmee is het probleem niet opgelost”, zegt Verschueren. “De vraag naar knelpuntberoepen blijft immers toenemen. Het probleem blijft structureel bestaan indien aan de basis geen succesvolle maatregelen worden genomen.”

door alain mouton

“Bedrijven herzien hun hr-beleid en zijn vlugger geneigd om jobs op een flexibele manier in te vullen”Corné Verbraak, Tempo-Team

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content