Het kloppende hart van de Kamer

Onbekend is onbemind. De Kamerleden die het meest in de schijnwerpers staan, zijn de oratoren in de plenaire zitting en die voor de televisiecamera’s. Maar het echte parlementaire werk gebeurt in de commissies. Trends neemt de Kamercommissie Bedrijfsleven en haar leden onder de loep.

De oranje-blauwe coalitie was in 2007 wel degelijk realiteit. Zij het zeer kortstondig en enkel achter de muren van de Kamercommissie Bedrijfsleven. Op 22 november werd daar gestemd over een SP.A-voorstel voor betaalbare energie. De partij wou maximum- prijzen opleggen voor gas en elektriciteit. De oranje-blauwe partijen veegden het socialistische voorstel van tafel.

De commissie Bedrijfsleven is bij het grote publiek niet zo bekend, maar de werkzaamheden worden onder andere door de sociale partners met meer dan gewone aandacht gevolgd. De bespreking vorige week van een wetsvoorstel om eerlijke handel juridisch te beschermen, zorgde voor groot ongenoegen bij Unizo en Voka. In een reactie zeiden de werkgeversorganisaties te vrezen dat de Kamercommissie met haar nieuwe voorstellen de eerlijke handel net zou beperken.

Dat organisaties als Unizo de werking van de Kamercommissie Bedrijfsleven met het vergrootglas bekijken, mag niet verwonderen. Indien mogelijk sturen ze er een ‘oeuil de Moscou’ op af, een politicus die nauw gelieerd is met de belangenorganisatie. In de commissie Bedrijfsleven zit bijvoorbeeld Ilse Uyttersprot (CD&V). Ze is burgemeester van Aalst, maar ook regiosecretaris voor Unizo. “De commissies zijn het kloppende hart van de Kamer”, aldus de Gentse politicoloog Carl Devos. “Daar wordt het zware werk verricht. De plenaire vergadering is het terrein voor de in de media zichtbare figuren.”

Voor de lobbyorganisaties rond het parlement en de Wetstraat zijn de Kamercommissies bekend terrein. “Drukkingsgroepen gebruiken dat kanaal zeker om bepaalde standpunten aan bod te laten komen”, bevestigt Carl Devos. Lobbyisten lopen er niet letterlijk rond in de wandelgangen zoals dat in het Europees Parlement het geval is, maar via hoorzittingen waarop ze uitgenodigd worden, hebben ze een voet tussen de deur.

Ideologische debatten

“De Kamercommissie Bedrijfsleven is een van de commissies waar echt wel ideologische debatten worden gevoerd”, zegt Bart Tommelein, fractievoorzitter van de Open VLD. “Hier vinden de botsingen tussen liberalisme en socialisme plaats.” Het was het terrein waar de discussies over het vastleggen van energieprijzen een bitsig karakter kregen. “Energie is een van de hoofdthema’s waarover we ons het komende jaar zullen buigen”, legt commissievoorzitter Bart Laeremans (Vlaams Belang) uit. “Niet enkel de prijsevolutie, maar de toekomst van kernenergie is een van de belangrijkste dossiers. Vorig jaar stonden verschillende hoorzittingen op het programma. Op 20 november presenteerde professor William D’haeseleer van de ‘Commissie Energievoorziening in 2030’ bij ons zijn rapport. Daarop wordt nu voort gewerkt.”

Laeremans vindt het jammer dat er soms meewarig wordt gedaan over zijn commissie. Die heet voluit: Kamercommissie voor het Bedrijfsleven, het Wetenschapsbeleid, Onderwijs, de Nationale Wetenschappelijke en Culturele instellingen, de Middenstand en de Landbouw. Ze moet zich immers ook buigen over wat federaal nog overblijft van bevoegdheden die grotendeels naar de deelstaten zijn overgeheveld. Dat onderwijs eronder valt, heeft te maken met het feit dat het bepalen van de leeftijd voor de leerplicht nog altijd een federale bevoegdheid is. Het lijkt soms op een orgaan waar een hele zwik materies wordt samen gegooid die weinig met elkaar te maken hebben.

Toch zeggen de parlementsleden in koor dat de rol van de Kamercommissie Bedrijfsleven niet mag worden onderschat. Bart Tommelein: “Ik zat tijdens de vorige regeerperiode in de commissie Financiën en Begroting omdat ik een bancaire achtergrond had. Maar daar werden vooral fiscale materies behandeld. De commissie Bedrijfsleven behoort meer tot mijn interessesfeer.”

Prijscontrole, mededinging, het statuut van zelfstandigen, de dienstenrichtlijn, enzovoort. Het zijn allemaal onderwerpen die in de commissie de revue passeren en de ondernemerswereld van nabij aanbelangen. Bovendien sluit het vaak aan bij consumentenbescherming en daarmee kunnen Kamerleden gemakkelijk bij het brede publiek een zekere naambekendheid verwerven. De wetgeving op consumentenkredieten of de regeling rond informatie die banken moeten geven rond de kosten voor zichtrekeningen kregen in dat cenakel concreet vorm.

Samen wetsvoorstellen indienen

Een Kamercommissie is de plaats bij uitstek waar Kamerleden zich intern kunnen profileren. Ze worden specialisten in de materies die er behandeld worden en bouwen binnen de partij een reputatie op. En voor het voorzitterschap van een commissie zijn er volgens politicoloog Carl Devos altijd voldoende kandidaten: “Bij het verdelen van functies onder verdienstelijke partijleden valt het voorzitterschap van een commissie zeker onder de begeerde posten. Maar het fractievoorzitterschap blijft natuurlijk de top. Parlementsleden hebben verschillende keuzes. Lid worden van de quaestuur is financieel aantrekkelijk, maar minder zichtbaar dan een commissie. De Kamercommissies moeten wel in hun juiste perspectief worden geplaatst. In de conferentie van de voorzitters die de werkzaamheden van de Kamer regelt, zijn de commissievoorzitters niet aanwezig. Wat wel gebeurt, is dat goede commissieleden doorgroeien in de fractie of in het partijbureau. Ze worden met hun expertise zelfs gevraagd om stukken van een regeerakkoord te schrijven.”

De samenstelling van een Kamercommissie gebeurt als volgt: fractieleden krijgen een lijst van commissies en kunnen hun voorkeur meegeven. De fractieleider neemt de eindbeslissing. “Voor de Open VLD zaten vroeger vaak ondernemers als een Pierre Lano in de Kamercommissie Bedrijfsleven”, zegt Bart Tommelein. “Hij was echter geen kandidaat meer bij de jongste verkiezingen en ik heb daar zijn plaats ingenomen.”

Tommelein benadrukt dat je als commissielid wel degelijk iets kan bereiken, ook al wordt maar een klein deel van de wetsvoorstellen goedgekeurd: “Wetsontwerpen ( nvdr – die van de regering uitgaan) hebben voorrang en er worden inderdaad veel minder wetsvoorstellen goedgekeurd. Maar als je ze in overleg of samen met meerdere parlementsleden of meerdere fracties indient, hebben ze wel kans op succes.”

Als we de parlementaire werkkracht van de zeventien commissieleden bekijken, dan vertoont die soms grote verschillen. Een aantal onder hen zijn zeer actieve parlementsleden, anderen zijn een zo goed als onbeschreven blad. En dan hebben we het niet alleen over diegenen die nog maar pas verkozen zijn tot Kamerlid. Voorzitter Bart Laeremans is alvast een bezige bij. Hij is de justitiespecialist van het Vlaams Belang en wordt algemeen beschouwd als een van de weinige echte dossiervreters van de partij. Sinds juni 2007 is hij al goed voor het indienen van 41 wetsvoorstellen. Tijdens de vorige regeerperiode diende hij er 77 in. Maar aangezien het Vlaams Belang steevast in de oppositie zit, waren die voorstellen allemaal een kort leven beschoren.

Laeremans verlegde zijn aandacht dan maar vooral naar schriftelijke en mondelinge vragen. In totaal stelde hij in de vorige regeerperiode, tussen 2003 en 2007, meer dan 500 vragen. De thema’s die hij aankaartte, gaan vooral over communautaire thema’s als de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, de nachtvluchten of de taalwetgeving. Als er dan toch interventies te noteren vielen die aansloten bij economische thema’s, hadden die een communautaire inslag, zoals vragen over de defederalisering van de vennootschapsbelasting, de landbouw of de sociale zekerheid.

Zelden een bedrijfsachtergrond

In aantal wetsvoorstellen voor de regeerperiode 2003-2007 werd Laeremans van de huidige leden van de Kamercommissie Bedrijfsleven enkel geklopt door Melchior Wathelet van het CDH (111 wetsvoorstellen) en Karin Lalieux van de PS (106 wetsvoorstellen). Wathelets voorstellen situeren zich op de meest uiteenlopende terreinen, maar raken slechts zijdelings het bedrijfsleven aan.

Lalieux, naast Kamerlid ook schepen in Brussel, stelde in de vorige regeerperiode zo’n 170 vragen. Ongeveer een derde daarvan sluit aan bij economische thema’s die ook in de commissie Bedrijfsleven besproken worden. Het gaat over vragen in verband met de dienstenrichtlijn, Basel II, de IAS/IFRS-boekhoudnormen, prijzencontroles en de liberalisering van de postmarkt. Lalieux is, samen met de SP.A’ers Dalila Douifi en Dirk Van der Maelen, de auteur van het wetsvoorstel om een maximumprijs voor gas en elektriciteit in te voeren.

Lalieux werkt ook vaak in tandem met Colette Burgeon, een oudgediende van de PS. Die zit in de Kamer sinds 1988. Burgeon diende tijdens de voorbije regeerperiode 56 wetsvoorstellen in en sinds juni dit jaar zijn er daar 23 bijgekomen. Burgeon focust op het wetenschapsbeleid en de consumentenbescherming. Een van haar geliefkoosde thema’s zijn de reclamecampagnes die banken met jongeren als doelgroep voeren.

Parlementair zwaargewicht Bart Tommelein was in een vorig leven actief in de banksector. Niet verwonderlijk dus dat hij vooral rond de vestigingswetten, verzekeringspolissen en consumentenbescherming veel parlementair werk heeft verricht. Geven we ook nog mee dat Freya Van den Bossche eveneens in de kamercommissie zit. Momenteel is ze qua parlementair werk een onbeschreven blad, aangezien ze de voorbije vijf jaar minister was in de federale regering.

Je zou kunnen verwachten dat partijen vertegenwoordigers met een achtergrond in het bedrijfsleven naar de commissies afvaardigen. In de praktijk blijkt dat mee te vallen. Wanneer we de huidige samenstelling van de commissie bekijken, hebben slecht een paar leden hun strepen verdiend in een onderneming. De bekendste is ongetwijfeld Bruno Valkeniers (Vlaams Belang), die meer dan 20 jaar actief was bij Hesse-Noord Natie. Ook NV-A’er Jan Jambon heeft een carrière als zakenman achter de rug. Hij werkte onder andere bij IBM, Securex, Creyf’s en Bank Card Company (BCC).

De nieuwkomers laten zich niet onbetuigd. Jan Jambon stelde al direct een vraag over de landbouwsubsidies, de kruispuntbank en de schadevergoeding voor zelfstandigen bij hinder rond openbare werken. Bruno Valkeniers heeft al twee wetsvoorstellen ingediend over de regeling van gezinsbijslagen en uitkeringen voor zelfstandigen. (T)

Door Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content