‘Het jaar van de waarheid voor het sociaal overleg’

Ondanks een paternoster aan stakingen weigert Pieter Timmermans te geloven dat het sociaal overleg dood en begraven is. De VBO-topman blijft het regeringsbeleid steunen en verwacht nieuwe jobs. “Bedrijfsleiders zeggen me dat ze volgend jaar mensen aanwerven.”

Na de recente reeks stakingen is de sfeer tussen vakbonden en werkgevers uiterst gespannen. Pieter Timmermans is als gedelegeerd bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) altijd een pleitbezorger geweest van het sociaal overleg, maar moet nu toegeven dat het water tussen vakbonden en werkgevers zeer diep is. Hij trekt zich op aan het feit dat de beide partijen ook vroeger opnieuw rond de tafel zijn gaan zitten na een sociaal conflict. “In de jaren zeventig en tachtig hebben we nog situaties gekend als vandaag”, benadrukt Timmermans. “De indexsprongen en het Globaal Plan hebben tot veel sociale onrust geleid. In 2012 was er een nationale stakingsdag tegen een door een PS’er geleide regering. 2015 wordt in zekere zin het jaar van de waarheid voor het sociaal overleg. Ofwel treden we in dialoog, ofwel blijkt de irrelevantie van het overleg. Dat laatste zou ik zeer jammer vinden. In landen waar de sociale partners en de regering met elkaar praten, is de economie robuuster. Je moet je afvragen wat het meest opbrengt voor de bevolking. Zich kapot staken? Of samenzitten en discussiëren op basis van feiten?”

Waarover is er nog overleg mogelijk? Technische discussies over de afronding van het eenheidsstatuut arbeiders/bedienden? De verdeling van de middelen voor de welvaartsaanpassing van bepaalde uitkeringen?

PIETER TIMMERMANS. “Ik hoop dat het vertrouwen via kleine stappen en technische oplossingen terugkomt. De sociale partners kunnen in januari de gesprekken beginnen over de welvaartvastheid van de uitkeringen. Bedrijven willen ook rechtszekerheid. Daarom moeten er nog afspraken worden gemaakt over het eenheidsstatuut. Maar de sociale partners moeten met zijn allen ook bereid zijn dit land uit het moeras te trekken. De werkgevers kunnen geen welvaart creëren in een onstabiel sociaal klimaat.”

Maar de vakbonden willen na 15 december wellicht verder actie voeren. Het ACOD heeft een stakingsaanzegging van onbepaalde duur ingediend.

TIMMERMANS. “Ik herhaal: in een onstabiele sociale situatie waarbij je weigert aan tafel te komen, kan niet worden gewerkt aan jobcreatie. Wat is het doel van de bonden? De grens tussen sociale en politieke actie wordt flinterdun. De stakingsgolven tussen 1960 en vandaag hebben nooit extra investeringen opgeleverd, de handelsbalans verbeterd of extra jobs gecreëerd. Ze hebben de Belgische economie vooral veel geld gekost.”

Is overleg nog mogelijk als de vakbonden willen dat de regering-Michel een bocht van 180 graden maakt? Zo moet de indexsprong, een van de pijlers van het beleid van de regering, op de schop.

TIMMERMANS. “Ik sluit mij aan bij wat premier-Michel zegt: er zijn geen 36 manieren om de concurrentiekracht van de ondernemingen te herstellen. Maar als de competitiviteit hersteld wordt, dan volgt al de rest zeer snel. We hebben dat aan het begin van de jaren tachtig gezien, toen er drie indexsprongen waren, of nog na de invoering van de gezondheidsindex in de jaren negentig. En er zijn maatregelen op korte termijn nodig. Daarom sluit ik mij aan bij wat in het regeerakkoord staat: een indexsprong is geen afname van het inkomen, het is een tragere stijging. Bovendien wordt het netto-inkomen via de forfaitaire beroepskosten nog eens verhoogd, meer voor lagere inkomens dan voor de andere inkomens. En dan is de welvaartsenveloppe nog eens groter dan ten tijde van de regering-Di Rupo. Er is solidariteit die het tegelijk mogelijk maakt jobs te creëren.”

Gelooft u echt dat dat zal leiden tot jobcreatie? Zal het niet eerder jobbehoud zijn?

TIMMERMANS. “Er zullen altijd bedrijven zijn voor wie die loonkostenverlaging extra zuurstof is om te overleven zonder meer. Maar nog meer bedrijven zullen het zien als een vertrouwenwekkende maatregel. Ze willen daar ook iets mee doen. Een aantal bedrijfsleiders, leden van het directiecomité van het VBO, heeft mij al gezegd dat ze volgend jaar mensen aanwerven. Maar niemand kan in een glazen bol kijken en zeggen hoeveel jobs er precies bij zullen komen.”

Maar de vakbonden vragen harde garanties.

TIMMERMANS. “In 2005, ten tijde van het Generatiepact, heb ik aan de vakbondsleiders gevraagd of ze zeker waren dat mensen langer zouden werken als ze een tijdlang onder het regime van het tijdskrediet en de landingsbanen vielen? Het antwoord was neen. In 2015 zet het VBO een campagne op om duidelijk te maken dat dit beleid jobs creëert. Maar men moet niet afkomen met te zeggen dat één euro lastenverlaging gelijk moet staan aan één extra job. Dat is een stalinistische redenering.”

Doet deze regering voldoende om de loonhandicap weg te werken?

TIMMERMANS. “De regering focust eerst op 2015 en 2016 met een indexsprong en een lastenverlaging. Het regeerakkoord stelt duidelijk dat de werkgeversbijdragen tegen het einde van de legislatuur moeten dalen van 33 naar 25 procent. Wat nu op tafel ligt, is niet voldoende om dat te bereiken. Er moet dus nog een debat volgen over extra ingrepen. En dat debat zal veel gemakkelijker verlopen als er een stevig economisch fundament is gelegd.”

Is een reële loonstop tot en met 2019 niet onvermijdelijk? Dat staat ook in het regeerakkoord.

TIMMERMANS. “Laat ons eerst bekijken waar België over twee jaar staat en hoe het met de conjunctuur is gesteld.”

Duitsland kiest voor loonstijgingen. Maar in Frankrijk en Nederland denken de regeringen aan loonmatiging en lastenverlagingen. Wat betekent dat voor België?

TIMMERMANS. “Daarom zijn er na 2016 extra maatregelen nodig. Je kan vanaf dan niet op automatische piloot regeren. En inderdaad, de Franse lastenverlaging betekent een verslechtering van de Belgische loonkostenhandicap met 1 procent ten opzichte van de zuiderburen. We mogen dat niet uit het oog verliezen. De vraag is of België enkel naar de drie buurlanden moet kijken. Het zijn onze belangrijkste handelspartners, maar je moet ook de loonkostenevolutie in Groot-Brittannië, Spanje of Italië opvolgen.”

We kunnen genieten van de lagere olieprijs en de zwakkere euro: is dat een bonus voor de Belgische economie?

TIMMERMANS. “We hebben alle kansen om in 2015 geleidelijk aan uit het moeras te kruipen. Over olieprijzen ben ik voorzichtiger. Het volstaat dat een nieuw conflict ontstaat in het Midden-Oosten om de olieprijzen te doen stijgen. Nu, alle elementen samen — een lagere olieprijs, een zwakkere euro en de competitiviteitsmaatregelen van de regering — vormen een interessante cocktail die nog beter zou zijn als het sociaal overleg opnieuw op gang komt. Dat zal bedrijven ertoe aanzetten te investeren omdat er een stabiel economisch klimaat is.”

Wat kan veranderen aan de wet op het concurrentievermogen uit 1996? En is het aan de politiek of de sociale partners om dat te doen?

TIMMERMANS. “Die wet heeft in de eerste jaren goed gewerkt. Dat was bij vorige wetten ook zo. In 1987 was er al een wet en dat was aanvankelijk een goed instrument om de concurrentiekracht van de ondernemingen te waarborgen. Maar in de loop van de jaren bleek dat niet meer het geval. Er zijn mankementen. Als de loonkosten ontsporen ten opzichte van die in de buurlanden, dan is bijsturing nodig. Dat is te weinig of niet gebeurd. Het beste zou zijn dat de sociale partners een consensus bereiken over een nieuwe wet. Maar dan moet je alle aspecten van de loonevolutie in rekening nemen: de indexering, reële loonstijgingen, andere vormen van verloning. Ik wil daarover praten, maar we moeten dan wel tot een evenwicht komen. Zo’n wet moet ook verhinderen dat lastenverlagingen, zoals de 900 miljoen voorzien voor 2016, worden omgezet in loonsverhogingen.”

De vakbonden zeggen dat de lonen mogen stijgen: in sectoren waar het goed gaat.

TIMMERMANS. “Dat gaat in tegen elke logica. Dat zou betekenen dat ze de lastenverlagingen, dus het geld van de sociale zekerheid, gebruiken voor loonsverhogingen. Neen, de sociale zekerheid moet tegenvallers als werkloosheid en ziekte bekostigen.”

Denkt u dat de overheidsuitgaven de komende jaren dalen, gezien de moeilijke budgettaire situatie?

TIMMERMANS. “We waren beter tien jaar geleden begonnen met het afbouwen van de overheidsuitgaven. Toen ik daarover sprak in de Groep van Tien en verwees naar de vergrijzingsuitdaging, vonden sommigen het niet dringend. Als het in het buitenland kan, waarom niet bij ons? Als Zweden het overheidsbeslag doet dalen van 57 tot om en bij de 50 procent van het bbp, waarom zou België dan geen beweging van 54 naar 50 procent kunnen maken? Er is ruimte om de overheidskosten te verlagen en de efficiëntie van de overheid te versterken. Er zijn trouwens meer en meer leidende ambtenaren die in die richting denken.”

Wat met de fiscale druk? Is een status quo al genoeg? Of is een daling nodig?

TIMMERMANS. “Het is de bedoeling de fiscale druk te doen dalen, maar dat hangt samen met het overheidsbeslag. Als dat overheidsbeslag kleiner wordt, creëer je ook ruimte. Het is niet door nu snel-snel te pleiten voor een vermogenstaks dat je het probleem zal oplossen. Kijk eens breder en maak een afweging van de pro’s en de contra’s van een taxshift. Ga na voor welk type belastingen België niet tot de Europese top drie behoort. Is het een taxshift in de personenbelasting of via de loonkosten? En ga je bepaalde belastingen die tamelijk stabiele inkomsten genereren vervangen door volatiele taksen? Gelukkig hebben we de voorbije jaren niet gekozen voor volatiele belastingen als de meerwaardetaks. Gezien de minwaarden op de beurs zouden de overheidsfinanciën nu een groot probleem hebben. Ik weet niet of het intelligent is om de daling van de loonkosten te laten afhangen van beursschommelingen.”

Staat het VBO positief tegenover een debat over de btw en milieubelastingen? Of zegt u: die worden toch doorgerekend aan de bedrijven?

TIMMERMANS. “We moeten dat debat open voeren. Het heeft geen zin te zeggen dat je btw zal verhogen als je niet het debat wil voeren over het effect op de automatische loonindexering, en over de dramatische impact voor sommige sectoren. Het VBO is niet gewonnen voor kortetermijndenken waarbij de regering beslist een belasting in te voeren om snel een put van 100 miljoen euro te vullen. De regering moet trouwens ook aandacht hebben voor de deloyale concurrentie tussen de privé- en de overheidssector. Er zijn nu verschillen tussen beide. Wie een medewerker taalles laat volgen in een privéschool, betaalt 21 procent btw. In een school die afhangt van een overheid zoals een universiteit betaal je die 21 procent niet. Gelijke diensten moeten gelijk behandeld worden.”

ALAIN MOUTON, FOTOGRAFIE EMY ELLEBOOG

“Na 2016 zijn extra maatregelen nodig. Je kan vanaf dan niet op automatische piloot regeren”

“Als de competitiviteit hersteld wordt, dan volgt al de rest zeer snel”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content