Het jaar van de opkomende markten

De financiële excessen van de voorbije jaren zullen pijn doen. Gelukkig zijn er nog de ontluikende markten.

Het kon niet blijven duren. De effectenkoersen schoten omhoog, de interestvoeten waren laag en lenen was een makkie. Voor velen was de tijd rijp om geld te spenderen aan een tweede woonst. En de enkelingen die nog meer geluk hadden, kochten een tweede Picasso.

Maar halverwege 2007 eindigde de feeststemming abrupt. En plots oogt de economische toekomst een pak minder bruisend. Jarenlang was Amerika de motor van de wereldeconomie. Heel wat jobs elders ter wereld hangen rechtstreeks of onrechtstreeks af van de bereidheid van de Amerikaanse consumenten om uitbundig te besteden. Maar de dubbele vloek van een kwijnende woningmarkt en krapper krediet betekent ook dat de kans op een recessie toegenomen is. En omdat een inzinking in Amerika moeilijkheden voor de wereldeconomie voorspelt, is dat iets waarover de hele wereld zich zorgen moet maken.

Een recessie in Amerika is echter niet onafwendbaar. Het meest voor de hand liggende scenario is immers dat Amerika het redt. Als dat gebeurt, ziet het ernaar uit dat 2008 een redelijk jaar zal worden voor de wereldeconomie. Het aantal afdankingen zal wel iets de hoogte ingaan. De lonen zullen nog stijgen, zij het iets trager. Het bedrijfsleven zal blijven investeren, vooral in de ontluikende wereld.

De zon zal evenwel niet over iedereen schijnen. De wine bars van Mayfair en Connecticut en andere trefpunten van bankiers en buy-outmakelaars zullen een stuk rustiger worden. In veel landen wachten de huiseigenaars moeilijke tijden. Wie zwaar geleend heeft in de overtuiging dat de huizenprijzen steeds hoger zouden stijgen, zal nu ontdekken dat de wetten van de economie én van de zwaartekracht ook gelden voor de vastgoedmarkt.

Nog meer huiselijke problemen

Rond het midden van 2006 zijn de woningprijzen in sommige stedelijke gebieden van de Verenigde Staten beginnen afglijden en die neerwaartse druk spreidde zich in 2007 uit over het hele land. Toen ontleners met een laag inkomen hun schulden niet meer konden afbetalen, joeg de subprimecrisis wereldwijd een schokgolf door het financieel systeem.

In 2008 zullen die woninggebonden problemen alleen maar erger worden. Heel wat mensen met een laag inkomen hebben in 2005 geld ontleend tegen zogenaamde ‘loktarieven’, die in 2007 naar een meer normaal niveau begonnen te verschuiven. In 2008 zal het aantal wanbetalingen nog stijgen en dat zal aanleiding geven tot een nieuwe ronde van huisverkopingen.

De bouwsector zal opnieuw klappen krijgen. Consumenten, die hun huizen in waarde zien dalen, zullen minder uitgeven. Gekneusde financiële instellingen zullen de leningtarieven optrekken, wat betekent dat zelfs de goede ontleners meer zullen moeten betalen en dat de bedrijven minder zullen investeren. De Amerikaanse Federal Reserve zal te allen prijze een economische instorting willen vermijden. Lagere interesten zullen er (ondanks de belabberde toestand van de vastgoedsector, de bouw en de financiële sector) voor zorgen dat andere sectoren blijven groeien.

Europa en Japan zullen de Amerikaanse weeën eveneens voelen. De euro en de yen zullen in waarde stijgen naarmate de dollar zakt en dat zal de export schaden. De banken zullen gieriger zijn met krediet. Als Amerika echter een recessie kan vermijden, dan moeten zowel Europa als Japan normaal in staat zijn om hun economie groeiend te houden in een treffelijk, zij het trager, tempo.

Intussen zullen de opkomende markten bruisen. Als de Fed erin slaagt om de Amerikaanse economie drijvend te houden, dan is de kans op schade door financiële turbulentie klein. Heel wat ontluikende economieën zijn immers tegenwoordig geldschieters voor de rest van de wereld, geen ontleners. China is daarvan een treffend voorbeeld: het heeft zoveel liquiditeiten dat het niet weet wat ermee te doen. De export zal in bescheiden mate afnemen omdat de Amerikaanse appetijt voor buitenlandse goederen zal afnemen. De binnenlandse bestedingen aan zowel investeringen als consumptiegoederen zullen de pan uitrijzen. Ook India en Rusland zullen een hot item blijven, respectievelijk dankzij een stevige dienstensector en de hoge olieprijzen. Het grootste deel van de andere opkomende markten zal het eveneens goed doen.

De risico’s zijn groter, groter dan sinds vele jaren. De wereldeconomie zou een buiteling kunnen maken, maar het ziet er meer naar uit dat tijdens het komende jaar de groeiverschuiving in de wereld scherper zal worden. Ontwikkelingseconomieën zullen vooruit stormen en met zowat 7,6 % groeien, wat de aanwas van 1,8 % in de rijke landen beslist pover zal doen lijken. Na het decennium van Amerika, zal 2008 het jaar van de opkomende markten worden.

DE AUTEUR IS REDACTIEDIRECTEUR VAN DE ECONOMIST INTELLIGENCE UNIT.

Door Robin Bew

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content