Het is menens, man

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De Duitse industriële groep Mannesmann ontpopt zich in recordtempo tot het haantje de voorste van de Europese telecomsector.

Düsseldorf (Duitsland).

Toen het stof van de overnamestrijd rond Telecom Italia begin deze maand neerdwarrelde, kwam er dan toch een Duitse overwinnaar tevoorschijn. Neen, het was niet Deutsche Telekom dat de champagnekurken mocht laten knallen, wél Mannesmann AG uit Düsseldorf. Mannesmann kon de hand leggen op 55% van Omnitel (met 7 miljoen klanten de tweede grootste mobilofoonoperator in Italië) en op 100% van Infostrada (met 2 miljoen klanten een van de leidende nieuwkomers in vaste telefonie in Italië). Meteen mag het Duitse bedrijf zich het nummer twee van de Italiaanse telecom noemen. Het concern controleert ook twee van de grootste mobiele netwerken in Europa: Omnitel en D2. Die zijn samen goed voor 13,5 miljoen Europese klanten.

Geïntegreerd Europees telecomnetwerk

“We willen de nummer één worden van de nieuwkomers in Europa,” zegt Mannesmann-woordvoerder Manfred Söhnlein. “Ons doel is een geïntegreerd Europees telecomnetwerk te vormen,” zegt Klaus Esser, de kersverse gedelegeerd bestuurder van een industrieel conglomeraat dat voorts actief is in machinebouw, autotoelevering en stalen buizen (zie grafiek: Mannesmann). Het geheel telt 166.000 werknemers en haalde in 1998 een omzet van 19 miljard euro, waarvan meer dan de helft bij buitenlandse klanten werd verdiend.

De Italiaanse manoeuvres tonen dat Mannesmann voor de toekomst resoluut mikt op telecommunicatie. En niet alleen op mobilofonie. Ook vaste netwerken interesseren de Duitsers. Dat is essentieel, zegt Söhnlein: “De mobilofonie groeit spectaculair. Maar vaste netwerken bieden het meeste potentieel: ze worden gebruikt voor de expanderende business van het dataverkeer en Internet.”

Dochter Mannesmann Arcor is het nummer twee in Duitsland in vaste telefonie, zeker na de overname eerder dit jaar van rivaal o.tel.o. Dat laatste bedrijf is het vastetelefonieproject van de nutsbedrijven RWE en Veba, en staat sterk op het vlak van Internet-toegang. En Infostrada steekt in Italië Telecom Italia naar de kroon voor het aanbieden van… Internet-toegang. Daarnaast heeft Mannesmann 15% in Cegetel, een Franse telecomspeler die wordt gecontroleerd door de media- en nutsgroep Vivendi, en 75% in het Oostenrijkse Telering, dat zowel een vast als mobiel netwerk uitbaat.

Mannesmann weet wel waarom het al een zeer interessante portefeuille aan telecomactiva verzamelde. Dat de nettowinst in 1998 tegenover 1997 verdubbelde tot 630 miljoen euro mag vooral op rekening van de mobilofonie-activiteiten in Duitsland worden geschreven. Want hoewel telecom voorlopig slechts voor een kwart van de omzet zorgt, levert deze poot wel al twee derde van de bedrijfswinst op. Dat aandeel in de winst en de omzet zal nog toenemen. Want de staaldivisie werkt met verlies en kampt met een dalende omzet. De twee andere sectoren – machinebouw en autotoelevering – moeten tevreden zijn met veeleer horizontale grafieken op het vlak van omzet en winst. Neen, de booming business heet telecom.

De strooptocht

naar nog meer telecomactiva is dan ook nog lang niet afgelopen. Om het beoogde doel – een Europees netwerk – te bereiken, moet Mannesmann nog veel zwarte gaten op de kaart invullen. Het overnametempo zal daarom worden opgevoerd.

“De sector waarin we zitten dynamisch noemen, is een understatement,” gaf Esser al mee. In Groot-Brittannië biedt Mannesmann mee voor mobiele operator One-2-one, eigendom van Cable & Wireless en MediaOne. Ook in Hongarije deed Mannesmann een bod op een mobilofonielicentie. En ook de Benelux staat op het verlanglijstje; KPN wordt genoemd als doelwit. Söhnlein reageert grijnzend: “Er zijn zoveel geruchten.”

In elk geval zal twee derde van de geplande investeringen van 10 miljard euro tot 2003 naar telecom gaan. Ook een kapitaalverhoging van 345 miljoen euro moet de internationale expansieplannen mee financieren.

Vinger wordt hand

Daarbij komt dat Mannesmann wel weet hoe het zijn pionnen strategisch op het schaakboord moet plaatsen.

Neem bijvoorbeeld de slag om de Italiaanse schakel. In 1997 participeerde Mannesmann voor 49,9% in Oliman, de joint venture met Olivetti die Omnitel en Infostrada overkoepelt. Mannesmann sprong op die manier het toen zieltogende Olivetti bij. Meteen had Mannesmann voor deze daad van barmhartigheid meer dan een vinger in de Italiaanse telecommarkt. Dat werd een hand toen beide groepen in februari overeenkwamen dat, als Olivetti Telecom Italia kon binnenhalen, Mannesmann Olivetti zou uitkopen in Oliman. Olivetti had in dat scenario immers cash nodig en kon op die manier ook anticiperen op bezwaren van de mededingingsautoriteiten. “Let op, toen was er nog geen sprake van dat Deutsche Telekom zou fuseren met Telecom Italia. Wij gaven Olivetti wel een goede kans op slagen,” relativeert Söhnlein. In elk geval, toen Olivetti zijn slag thuis haalde, kon Mannesmann oogsten. De Duitsers hadden zelfs een deel – 3 miljard euro – van het nodige geld om Oliman volledig over te nemen al enkele weken daarvoor op de obligatiemarkten opgehaald.

Dat Moody’s na deze uitgifte de kredietrating van Mannesmann verlaagde, zal de Duitsers worst wezen. Want de beleggers weten de koers die het industriële conglomeraat uitstippelde duidelijk te appreciëren. De aandelenkoers verviervoudigde de voorbije tweeënhalf jaar (zie grafiek: Beurskoers). Deze koersstijging geeft het concern ook meer slagkracht om via aandelenruil overnames te doen. Mannesmann is door de markten gekroond tot een haantje de voorste voor internationale investeerders die de winnaars zoeken in de Europese telecomsector.

Tien jaar geleden

had de onderneming nochtans nog geen enkel telecombelang. Max en Reinhard Mannesmann stampten het bedrijf in 1890 uit de grond nadat ze als eerste naadloze stalen buizen wisten te fabriceren. In die activiteit is Mannesmann nog altijd wereldleider, maar een sector met veel groeipotentieel kan de staalnijverheid niet meer worden genoemd.

“Eind de jaren tachtig wendden we de steven naar markten met betere toekomstperspectieven en naar sectoren die ook minder cyclisch van aard zijn. We wilden dichter opschuiven naar de klant. Telecom leek ons toen veelbelovend.”

Mannesmann wist tien jaar geleden in Duitsland als eerste privé-onderneming een licentie te verwerven om een mobiel telefoonnetwerk uit te baten. Kon dat met een gerust gemoed zonder enige telecomervaring? Söhnlein: “We hebben ervaring met projecten. Onze strategie bestaat erin goede partners te kiezen.” Samen met de Amerikaanse mobilofoniegroep Airtouch Communications richtten de Duitsers Mannesmann Mobilfunk op. Mannesmann participeerde voor 65%. Söhnlein: “We ambieerden toen tegen het jaar 2000 2 miljoen klanten.” Maar al in 1994 had D2 (het netwerk van Mannesmann) meer klanten dan het D1-netwerk (van Deutsche Telekom). Söhnlein: “We opereren al sinds 1890 in competitieve markten. De cultuur van het bedrijf is ermee doordrenkt. Een voormalig monopolist zoals Deutsche Telekom zit nog niet zo snel op de bal.”

Ook toen de markt voor vaste telefonie in Duitsland in 1998 openging, had Mannesmann zijn huiswerk gemaakt. Het concern gooide er in 1996 genoeg marken tegenaan om Deutsche Bahn, de Duitse spoorwegen, te overtuigen met een consortium rond Mannesmann in zee te gaan. Dat bedrijf zou dan het vezelkabelnetwerk van de spoorwegen – dankzij de hoge capaciteit geknipt voor nieuwe diensten – uitbaten. Begin juni dreef Mannesmann zijn aandeel in Arcor op tot 70% door AT&T en Unisource uit te kopen.

Doelwit voor overnames?

Het concern wordt meer waard naarmate het meer naar telecom opschuift. Maar wat dan met de verlieslatende staalafdeling? “Daar moeten we een oplossing voor vinden die onze aandeelhouders en werknemers goed uitkomt,” aldus Esser. Intern hanteert Mannesmann een strategie van een “dynamische portfolio”. Esser wil dat de return op de bedrijfsactiva dit jaar minstens 15% bedraagt en vanaf volgend jaar minstens 20%. Söhnlein: “Zo ontdek je waar je best investeert en evolueert het bedrijf automatisch mee met de groeimarkten. Toen ik hier 25 jaar geleden begon, dachten we in tonnen. Nu denken we in klanten en netwerken.”

Alleen telecom voldoet momenteel aan deze maatstaf. Activiteiten die het niet halen, worden afgestoten of ondergebracht in joint ventures waarin Mannesmann een minderheidsparticipatie neemt. Zo toont Mannesmann de wil er nog iets van te maken, terwijl het grootste risico toch wordt doorgeschoven.

Mannesmann verkocht de voorbije vier jaar al meer dan 40 divisies. Maar dat betekent niet dat alles wat niet telecom is in het uitstalraam staat. Söhnlein: “Ook in autotoelevering steeg de winst fors. Daar zitten ook synergieën met telecom. Mannesmann Autocom opereert nu in dé groeimarkt van binnen enkele jaren.”

Maar als Mannesmann niet snelller desinvestert, bestaat het gevaar dat iemand anders het doet. En is het bedrijf geen makkelijk doelwit voor overnamekandidaten bij gebrek aan een strategische aandeelhouder? Een overname door de nieuwe groep Vodafone Airtouch, met een indrukwekkende portefeuille activa van minderheidsbelangen in mobilofonie in Europa, is een vaker gehoord scenario. Söhnlein is niet onder de indruk: “Vorig jaar steeg het aandeel Mannesmann met 112%. Wie doet beter? De onafhankelijkheid van Mannesmann is blijkbaar een garantie voor waardecreatie.”

DAAN KILLEMAES

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content