“Het is geen schande te mislukken”

Harold Vanden Avenne treedt zelden of nooit voor het voetlicht. Voor een dubbelgesprek met zijn oudste dochter Joanne, die haar eerste stappen als modeontwerpster doet, wilde de topindustrieel wel een uitzondering maken. Ziehier de vierde en de vijfde generatie van een invloedrijke ondernemersfamilie.

Hilariteit ten huize Vanden Avenne. Dochter Joanne vertelt hoe ze na haar studies mode in Parijs – om meteen ook wat talenkennis op te doen – met haar eigen bedrijf en kledinglijn startte. Hoewel oom Philippe Vlerick haar aanraadde toch maar eerst rechten te studeren. “22 jaar is natuurlijk wel jong en er komt meer bij kijken dan ontwerpen alleen”, merkt haar vader, Harold Vanden Avenne (52), op. Hier zijn duidelijk al discussies over gevoerd. Het tweetal schatert. “Nee hoor”, verzekert Harold met een knipoog naar zijn oudste. “We wilden liever niet dat ze voor haar achttiende conservatorium volgde omdat ze al sport deed naast haar studies. Toen ze afstudeerde van de humaniora vonden mijn vrouw en ik dat ze beter meteen voor haar passie kon kiezen. Op voorwaarde dat ze er helemaal voor ging.”

Aan ambitie geen gebrek. Na de modeshow, begin deze herfst in het Manchestergebouw in Gent, een locatie die ze van vrienden kon lenen, wist Joanne zes boetieks in Antwerpen, Gent, Brussel, Brugge, Hasselt en Knokke te overtuigen om haar wintercollectie volgend jaar in de rekken te hangen. “Met die modeshow heeft ze de kar een beetje voor het paard gespannen, maar ze wilde de buitenwereld tonen wat ze in haar mars had. Als je in de creatieve sfeer werkt, wordt wat je doet toch nog te vaak gezien als bezigheidstherapie, als spielerei.” Het businessplan is ondertussen bijna klaar, in haar atelier in het ouderlijke huis kan desnoods al in beperkte mate worden geproduceerd. Joannes moeder – Charlotte Vlerick, van opleiding binnenhuisarchitect – helpt met de stofkeuze, terwijl tante Marie Vlerick het commerciële aspect voor haar rekening neemt. “Ik ben niet zo’n commercieel of mondig type”, verklaart Joanne. Ze heeft het niet van vreemden. Harold Vanden Avenne hekelt vandaag bijvoorbeeld het Belgische politieke systeem, maar voelt geen behoefte om dat ook via organisaties als Voka, waar zijn broer Patrick een rol speelt, uit te dragen naar het politieke leven. “Ik ben eerder open in kleinere kring.”

Daar moet hij wel het onderspit delven. Met vier dochters is hij de enige man in huis. “Zelfs de hond is een teefje”, grapt Vanden Avenne. Misschien is het daarom dat Joanne uitsluitend voor vrouwen ontwerpt. Haar vader kreeg nog maar één pak van haar, want hij loopt naar eigen zeggen al bijna vijftig jaar in een jeansbroek rond. En al ademt de woonst van de Vanden Avennes stilaan wel mode uit, de afbeeldingen, beelden en knuffels van varkens in huis en tuin verraden de afkomst van de ondernemersfamilie. Ook Joanne heeft duidelijk al veel tijd doorgebracht in ondernemerskringen, zo verraadt ze met haar uitspraak ‘de crisis biedt naast risico’s ook kansen’. “Tja, daar kan je moeilijk aan ontsnappen als het wapenschild van je grootvader creatio et constatio is”, voegt vader Harold toe. Maar ook hij moet ondervinden dat het nooit te laat is om te leren. “Produceren, verkopen, marketing opzetten, ik besefte eigenlijk niet dat een nieuwe zaak opstarten zo moeilijk was.”

JOANNE VANDEN AVENNE. “Ik wil starten in het hogere segment, want het is onmogelijk om vandaag nog te concurreren met winkelketens als bijvoorbeeld Zara. Het is belangrijk dat je in de juiste winkels ligt. In België zijn dat er maximum zowat 25, dus moet ik op termijn naar het buitenland trekken. Daar zijn de consumenten vaak minder conservatief dan de Belgen, die het vaak op basisstukken houden. De productie zal aanvankelijk ook volledig in België gebeuren omdat de oplage nog te klein is.”

HAROLD VANDEN AVENNE. “Ze wil ook absoluut collecties maken in plaats van unieke stukken, daarvan houdt de productie minder risico’s in. Je kunt mooie dingen maken, maar ze moeten ook verkocht raken. De eerste jaren zal ze eraan toesteken in plaats van te verdienen en ze zal allicht wel eens tegen de muur lopen. Ik heb dat ook al verschillende keren meegemaakt. Dan zoek je hoe je dat kunt omzeilen. Ik apprecieer het wel dat ze ondernemend is. Zo zouden er meer mensen moeten zijn in België. Het is geen schande als je niet slaagt. Je hebt het tenminste geprobeerd.”

Ondanks de moeilijkheden, zal het voor de dochter van een Vanden Avenne toch gemakkelijk zijn om uit de startblokken te schieten?

JOANNE. “Mensen zien een kledingstuk graag of ze zien het niet graag. De naam erachter is, zeker in het begin, niet van belang.”

HAROLD. ” (Glimlacht) Mijn activiteiten liggen niet bepaald in de modesector, Joannes klanten zijn allicht niet dezelfde.”

Maar ze kan wel op familiale financiering rekenen?

JOANNE. “Ik krijg inderdaad steun van mijn ouders, maar het is wel de bedoeling dat ik op mijn eigen pootjes land. Een mogelijke samenwerking met PMV Cultuur Invest is bijvoorbeeld een scenario dat ik zeker ga bekijken. Het zal uiteindelijk toch van mij moeten komen.”

HAROLD. “Ik vind dat je jouw kinderen moet steunen in wat ze doen, daarom stappen wij in het begin mee in. Het is inderdaad gemakkelijker als je dichte kring ook financieel achter je staat. Dat geef ik toe, maar je moet niet denken dat het hier om enorme bedragen gaat. We doen nog veel in eigen huis en de aankoop van de stoffen is momenteel de grootste investering. Op de modeshow van de academie van Antwerpen zagen we bijvoorbeeld een collectie van een eindejaarsstudent die zeer goed was. Die man had drie mensen op zijn loonlijst staan. Het lijkt toch niet opportuun om er op die leeftijd al alle middelen tegenaan te gooien.”

Let u ook in uw privéleven op de prijs?

HAROLD. “Dat laat ik over aan mijn vrouw, in het huishouden moei ik mij niet. Buiten de economische sfeer ben ik minder prijsbewust. Bijvoorbeeld op reis, als ik tijd heb en in een rustige omgeving vertoef met mijn gezin.”

De crisis raakt ook de mode- en luxesector. Bent u daar niet bang voor?

JOANNE. “Helemaal niet. Ik ben er wel mee bezig, maar een zaak oprichten is voor elke starter moeilijk. De crisis maakt je ook sterker.”

HAROLD. “De tijden waren ook niet gemakkelijk toen ik 25 jaar geleden startte. Ach, je bent jong en je hebt nog een heel leven voor je. Ik denk dat we wel voorzichtig moeten zijn. Ik probeer realist te zijn met een optimistische inslag. Joanne daarentegen is een uitgesproken optimist met een realistische noot. Ik ben ervan overtuigd dat je zelfs in moeilijke tijden wel kunt geloven in goede dingen en dat uitstralen naar je omgeving en naar je werknemers.

“We merken de crisis zeker ook in onze bedrijven. De Belgische markt is stabiel tot dalend, maar de jongste jaren zijn onze volumes 6 tot 7 procent gegroeid. We snoepen dus marktaandeel van concurrenten af, maar de markt is toch niet meer wat ze is geweest. Terwijl we vroeger bij de veehouders langsgingen en een kopje koffie dronken, moeten we de hoogopgeleide landbouwers van tegenwoordig echt mee begeleiden. Zo moeten we het verschil maken met concurrenten. Het is zoals Jef Colruyt ooit zei: Als je hard werkt, tel je op. Als je goed samenwerkt, vermenigvuldig je.”

Vindt u dat de overheid starters voldoende ondersteunt?

HAROLD. “De overheid lanceerde al veel initiatieven zoals een vermindering van sociale lasten om het startende ondernemers gemakkelijker te maken. Dat mag het grote verschil niet maken. Ofwel ga je er als ondernemer voor ofwel niet. Het klopt wel dat er nog veel administratieve rompslomp is, zelfs na de komst van de kruispuntbanken. Ik geef toe, voor ruimtelijke ordening kun je niet anders dan sommige zaken aan banden te leggen, maar de regels maken het ons niet gemakkelijk. Wij bouwen momenteel een nieuw mengvoederbedrijf in Wallonië en het viel me op dat we daar veel sneller een mondelinge goedkeuring kregen dan in Vlaanderen. Het was veel gemakkelijker om daar de verschillende partijen tegelijk aan tafel te krijgen, maar het duurde dan wel langer om het daarna administratief in orde te maken.”

Hoe kijkt u dan naar de politieke situatie in ons land?

HAROLD. “De Vlamingen liggen volgens mij helemaal niet zo wakker van Brussel-Halle-Vilvoorde. Het heeft toch niet veel zin om daar zo over door te blijven gaan? We leven tenslotte in een Belgische of Europese gemeenschap. De politici moeten natuurlijk het standpunt van hun achterban verdedigen, maar het zou veel gemakkelijker zijn als iedereen een beetje water bij de wijn doet en compromissen sluit. Al denk ik ook dat een van de grootste problemen van België net is dat het door de verdeling van het politieke landschap nodig is zoveel compromissen te sluiten tussen de regeringen. We zijn er sinds de regionalisering de jongste vijftien jaar zeker niet op verbeterd. Het Franse of het Engelse systeem, waarbij je als regering vier of vijf jaar alleen kunt beslissen en daarna beoordeeld wordt door de kiezers, zou een betere keuze zijn voor ons land.”

De financiële crisis veroorzaakte een aardverschuiving in ons land. U zat als bestuurder bij KBC Verzekeringen op de eerste rij. Wat is uw analyse?

HAROLD. “Alle banken, ook KBC, hebben te veel risico’s genomen. Daar zijn we ons pijnlijk van bewust, maar op een gegeven moment word je gewoon meegesleept. Je mag als bank nog zo sterk zijn, als je wordt meegezogen in de negatieve spiraal die er hangt rond Fortis is het niet gemakkelijk om te reageren. De druk, ook op de internationale markt, was immens. In Engeland en in de States is de wetgeving ook helemaal anders. Daar kun je gemakkelijker de goede delen afsplitsen van de slechte.”

Was het niet aan u en de andere leden van de raad van bestuur om te waarschuwen voor die risico’s?

HAROLD. “Wij hadden als bestuurders geen weet van die risico’s. Ik geef dat in alle eerlijkheid toe. Niemand besefte wat er op ons afkwam, want hoe vaak maak je zo’n crisis mee? Dit is uniek. Maar goed, iedereen trekt er zijn lessen uit.”

En welke lessen trekt u?

HAROLD. “We moeten veel voorzichtiger ageren en het risicobeleid veel striktere eisen opleggen. Het nieuwe plan van KBC voldoet aan die voorwaarden. Het is natuurlijk jammer dat bepaalde delen moeten worden verkocht. Hoewel, door de explosieve groei van sommige onderdelen, zoals de Russische tak, was het toch nodig daar een oplossing voor te zoeken. Er is wel een stevige basis in België en Europa en we hebben een mooi marktaandeel. KBC blijft een topbedrijf dat goed gerund wordt.”

Neemt u die zorgen ‘s avonds mee naar huis?

HAROLD. “Ik sluit de deur niet achter mij, want ik neem alles mee ( Wijst naar zijn hersenpan). Toch ben ik niet de man die thuis veel over zaken spreek. Ik ben vooral een echte familieman. In het weekend kook ik meestal en dan praat ik graag bij wat kaarslicht met iedereen bij. Of ik drink een pint met de vriendjes die op bezoek komen. Mijn gezin is ook te weinig bij de familiebedrijven betrokken om echt te kunnen helpen. Wat brengt het dan bij om hen met die zorgen te belasten?”

Had u Joanne niet liever in het familiebedrijf zien stappen?

HAROLD. “Iedereen is welkom, ook de schoonzoons. Zolang ze de capaciteiten hebben en ze er zelf voor kiezen om in een van de bedrijven te komen werken. Mij is nooit gevraagd of ik iets anders wilde doen, het was logisch dat ik in het bedrijf kwam. Mijn vader zou heel teleurgesteld zijn als zijn kinderen hem niet waren opgevolgd in de familieonderneming. Ik zie dat anders. Mijn kinderen moeten gelukkig zijn, dus ik laat hen vrij in hun keuze. Een van de drie kinderen van mijn broer Patrick is al actief in het vleesbedrijf. De keuze is ook aan hen. Het is niet noodzakelijk dat het bedrijf in familiale handen blijft, maar ik denk dat het wel een voordeel is. Net zoals het een voordeel is dat je de naam Vanden Avenne draagt. De relaties tussen klant en leverancier blijven wel innig, zeker in onze sector. Daarom proberen we de vennoten actief te houden in het bedrijf. Er moet toch een verknochtheid zijn met wat je doet, dat begrijpen passieve aandeelhouders niet altijd.”

Geeft u uw kinderen de keuze omdat u zelf liever architect was geworden?

HAROLD. “Dat heeft er niets mee te maken. Architectuur blijft een passie en die kan ik nu bijvoorbeeld kwijt als raadgever voor vrienden bij het verbouwen van panden. Mijn vader is trouwens ook een beetje een architect. Hij tekent en bouwt graag. Ons vrieshuis heeft hij ontworpen. Hij is op 82-jarige leeftijd ook nog actief in het bedrijf, dat vind ik toch een prestatie. Ik weet niet of ik het zou kunnen. Mijn vader was ook zo trots tijdens Joannes modeshow. Het deed hem wel iets toen hij de familienaam in het groot zag staan. Hij belt Joanne geregeld.”

JOANNE. “Mijn grootvader staat enorm achter wat ik doe, maar hij is tegelijk heel erg kritisch. ‘Dit kan beter, daar moet je op letten’. Hij zal niet snel zeggen dat iets af is. Ach, daar leer ik uit. Mensen moeten me hun gedacht zeggen.”

Is uw vader ook een trouw criticaster?

JOANNE. ” (Meteen en volmondig) Ja!”

HAROLD. “Ik moei me niet met de ontwerpen, maar ik zal wel zeggen wat ik minder geslaagd vind.”

JOANNE. “Soms leg ik alle raad toch naast me neer om mijn eigen ding te doen.”

HAROLD. ” (Glimlacht) Van wie denk je dat ze die koppigheid heeft?”

JOANNE. ” (Lacht) Van mijn vader, absoluut.”

Daar komen familieruzies van.

HAROLD. ” (Blaast) We hebben af en toe wel eens woorden omdat we allebei koppig zijn. Aan het einde van de dag begrijpen we elkaar wel. En als we eens uitvliegen, is dat meteen weer vergeten.”

JOANNE. “Ik ben ook nog jong en ken de wereld nog onvoldoende. Dan kan ik op mijn vader terugvallen.”

Door Sjoukje Smedts en Lieven Desmet/Foto’s Jelle Vermeersch

“Mijn kinderen moeten gelukkig zijn, daarom krijgen ze de keuze of ze me opvolgen”

(Harold Vanden Avenne)”Sinds de regionalisering is ons land er niet op verbeterd” (Harold Vanden Avenne)

“Onze volumes groeiden nog zes tot zeven procent”(Harold Vanden Avenne)

“De naam achter een kledingstuk is in het begin niet belangrijk”

(Joanne Vanden Avenne)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content