Het huis van Vlaanderen

Het ruikt er nog naar boenwas en verse verf. Hier en daar slingeren gereedschappen, wachten verloren spijkers op de laatste hamerslag. Tegen het openingsweekeinde van 16 maart moet ‘dit architecturale sluitstuk op de staatshervorming’ piekfijn in orde zijn. Het nieuwe gebouw voor het Vlaams parlement wacht alleen nog op the final touch. En op zijn bewoners, de Vlaamse volksvertegenwoordigers.

TEKST : MARGOT VANDERSTRAETEN / FOTO’S : MARNIX VAN ESBROECK

Het is akelig stil in de smalle gang van dit grote gebouw in het centrum van Brussel. Geen leven te bespeuren. Op enkele bouwvakkers en vaklui na. En de receptionistes, die op elke verdieping eenzaam achter hun bureautje zitten. Voorlopig zonder krijsende telefoons of zenuwachtig heen-en-weer rennende politici. Lang zal het alvast niet meer duren.

Het nieuwe Vlaams parlementsgebouw is een groot, fraai complex in eclectische stijl. De archtitectuur is geïnspireerd op die van de omliggende Warande, de wijk rond het Koninklijk Park met onder meer het Koninklijk Paleis, het parlement en het Paleis der Academiën. Een classicistische architectuur van rond de eeuwwisseling. Vroeger was dit het adres van de postchequedienst. Vanaf 16 maart wonen de Vlaamse volksvertegenwoordigers er. Een gevolg van de verkiezingen in mei vorig jaar. Toen verkozen de Vlamingen immers voor de allereerste keer rechtstreeks hun Vlaams parlement. Sindsdien maken de Vlaamse volksvertegenwoordigers geen deel meer uit van het federaal parlement, en groeide ook de nood aan eigen vergaderzalen. Vandaar dit nieuwe huis. Volledig gerenoveerd ; gedeeltelijk gerestaureerd.

Al in de tweede helft van de jaren tachtig werden de plannen opgevat voor de bouw van een eigen Vlaams parlement. De Vlaamse Raad liet haar oog vallen op het historisch pand aan de Leuvenseweg 27 en kocht het voor een symbolische frank. Het is een omvangrijk gebouw met oorspronkelijk drie bouwlagen en een mezzanine. Het complex heeft twee toegangsdeuren : de hoofdingang voor wie van de Wetstraat komt en een kleinere ingang aan de Leuvenseweg. De hoofdingang is een grote deur temidden van een pronkerige gevel, met Griekse zuilen en zadelkapitelen. Het straklijnig portaal aan de Leuvenseweg wordt belicht met mooie, fakkelvormige lichtarmaturen langs weerszijden. Het grondplan van het gebouw is, met wat goede wil, driehoekig. Aan de buitenzijde bevinden zich alle vergaderzalen en kantoorruimten voor de commissies en de fracties. Het ziet er allemaal erg goed uit. Luxueus en niet bepaald kostenbesparend. Met prachtige, massief houten tafels en statige lederen directeurszetels. Voor iedereen. Behalve voor de pers. Die krijgt ook wel keurige, mooie stoelen ; alleen zijn ze niet zo praktisch. Geen plankje of schrijfblad voor het notaboekje of de camera.

De kleur

van het volledig vernieuwde interieur van de zalen is overwegend beige-bruin. In sommige vergaderzalen ligt kamerbreed tapijt. In andere ruimten dan weer parket, al dan niet met kunstige, donkere banen ingelegd. Of marmer en glas. Elke zaal is zorgvuldig en met oog voor detail ingericht. De meest vernuftige communicatietechnieken zijn alomtegenwoordig. In de gangen hangen televisietoestellen waarop de ‘buitenstaander’ de debatten kan volgen. Toch is het niet alles nieuw wat blinkt. Om het rijke culturele verleden van Vlaanderen ook in eigen huis in ere te houden, werden de zalen van het Vlaams parlement genoemd naar het kruim van de Vlaamse schilders. Zo zijn er bijvoorbeeld de Jan Van Eyckzaal, de Constant Permekezaal, de Pieter Breugelzaal, de Rik Wouterszaal… Ook de hedendaagse kunst kreeg een plaats in het gebouw. Moderne kunstwerken temidden van het zeer moderne renovatieconcept ; een perfecte integratie. Bij de keuze van deze kunstwerken heeft het Vlaams parlement zich laten bijstaan door een commissie ‘ingewijden’. Die opteerden voor de aanwezigheid van de meest representatieve, hedendaagse, Vlaamse beeldende kunstenaars. Kunstenaars die zowel in binnen- als buitenland artistiek gewaardeerd worden. Wat leidt tot bekende namen als Fred Bervoets, Jan Fabre, Fred Eerdekens, Liliane Vertessen, Narcisse Tordoir, Hugo Duchateau en Marie-Jo Lafontaine. Af en toe is de combinatie historisch-hedendaags erg grappig. Inspirerend zelfs. Neem nu de Jan Van Eyckzaal. Voor deze zaal heeft de Limburgse kunstenaar Fred Eerdekens een heel bijzonder werk gecreëerd. Tegen de wand hangen grillig kronkelende stukjes messingdraad die door het spel van licht en donker verbazingwekkende schaduwen op de muur werpen. Schaduwen die omgetoverd worden in woorden. Of beter gezegd in woordenparen, want de stukken draad zijn telkens per twee gegroepeerd. ‘Zichtbaar-Verstoord’, lees je dan. Of ‘Mogelijk-Overbodig’. De relativiteit aan de muur.

In het grote gebouw

hangen nergens wegwijzers ; de nooduitgangen uitgezonderd. De zalen hebben geen naamvermelding. De volksvertegenwoordigers worden aangezet tot een culturele pijniging van de hersenen. De toegangsdeuren van de vergaderzalen zullen binnenkort opgefleurd worden met een detail uit een schilderij van de schilder in kwestie. Het is aan de deelnemers om uit te zoeken wat van wie is. Als de volksvertegenwoordiger volgens zijn agenda naar de Pieter Paul Rubenszaal moet, kan hij dus met de kunstencyclopedie onder de arm op zoek gaan naar de juiste zaal. Voor wie de weg desalniettemin uit het oog verliest, is er nog altijd het ultieme oriëntatiepunt in de polyvalente zaal onder het halfrond. In grote, zwarte letters op de vloer wordt de exacte positie op aarde weergegeven, in noorderbreedte en oosterlengte.

Rondom het hele gebouw lopen lange, kraaknette gangen. Centraal in de driehoek ligt een grote binnenplaats die rijkelijk licht opvangt. De gehele binnenplaats is overdekt met een enorme glazen koepel ; een ingenieus en vijf meter hoog raamwerk van talloze driehoekige panelen. Panelen die aan de buitenzijde gefumeerd zijn, maar van binnenuit heel transparant ogen en liters licht laten binnenstromen. De koepel als symbool voor de openheid van het Vlaams parlement. De 124 Vlaamse volksvertegenwoordigers debatteren straks onder de blote hemel. In deze Koepelzaal vinden immers de plenaire vergaderingen plaats. De koepel is optimaal benut. De sterke lichtinval bracht de architecten Verstraete en Fuyen op het lumineuze idee om twee zalen boven elkaar te ontwerpen. Twee zalen die baden in het licht en van elkaar gescheiden zijn door een glazen plafond/resp. vloer, al naargelang van de verdieping waarop je staat. De onderkant van de gehele plenaire tribune zit ingekapseld in een schelpvormige structuur die tussen de kelder- en benedenverdieping hangt. Deze polyvalente benedenverdieping onder het halfrond kreeg de naam De Schelp. Aan dat glazen plafond is bovendien een leuke anekdote verbonden. Oorspronkelijk lag er zuiver doorschijnend glas, maar toen bleek dat de vrouwelijke bezoekers van de Koepelzaal niet zonder schroom over het glas durfden stappen, werd het gedeeltelijk gezandstraald. De kans bestond namelijk dat nieuwsgierigen die vanaf de benedenruimte naar boven keken, een blik ‘onder de rokken’ zouden werpen. Met het gezandstraald glas wordt dat al iets moeilijker. Interessant om weten is ook dat de binnenplaats in haar oorspronkelijke staat bewaard is, conform de eisen van de Koninklijke Commissie van Monumenten en Landschappen. Want inderdaad, het nieuwe gebouw van het Vlaams parlement is een beschermd monument. Een monument waarvan niet alleen de gevel bewaard bleef, maar ook enkele binnenruimten, zoals de voormalige raadzaal en een volledig beschilderde wand- en plafondbeschildering in het kantoor van de voorzitter, Norbert De Batselier. De muren zijn in pistachegroen geschilderd. Alles oogt authentiek, behalve enkele meubelstukken. Die zijn modern en vloeken wat in dat geschiedrijke interieur. Verwerkt in de wandschilderingen natuurlijk ook de Vlaamse Leeuw.

Tijdens het weekeinde van 16 maart wordt het nieuwe Vlaams parlement officieel ingehuldigd. De eerste vierduizend bellende burgers krijgen die zaterdag een rondleiding van een van de volkvertegenwoordigers. Tel : (0900) 279.22.

Het ‘verlichte geesten’ van het Vlaamse parlement zullen zetelen onder een reusachtige glazen koepel, die de binnenplaats van het classicistische gebouw overdekt.

De koepelzaal en de schelpvormige benedenverdieping zijn optisch met elkaar verbonden door een vloer/resp. plafond van gezandstraald glas.

Links : bureauzaal met verguld cirkelvormig kunstwerk van Hugo Duchateau : Vlaanderen in de Wereld. Boven : detail met ‘verdwaalde’ neushoorntjes. Links onder : Liliane Vertessen luistert mee in de Hans Memlingzaal. Rechts onder : licht- en schaduwsculptuur va

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content