Het grote gasspel

Luc Huysmans senior writer bij Trends

Onze afhankelijkheid van Russische energie is te groot, vindt de Europese Commissie. Helaas heeft de patiënt tientallen jaren nodig om van die verslaving af te raken.

Nord Stream, South Stream, Turkish Stream, Yamal LNG, TAP,… Het zijn slechts enkele van de pijpleidingen en -projecten die Russisch gas naar Europa moeten voeren. Elk van die brokken transportinfrastructuur kost miljarden euro’s. Het zegt iets over de mate waarin Europa en Rusland aan elkaar geklonken zijn.

“Eigenlijk zijn Russen en Europeanen een Siamese tweeling: ze willen van elkaar af, maar het lukt niet”, glimlacht Thijs Van de Graaf, professor energiepolitiek aan de Universiteit Gent. De wederzijdse verstrengeling is groot. Europa klopt aan bij president Vladimir Poetin voor 33,5 procent van de ruwe olie die het importeert, en liefst 39 procent van zijn gasinvoer.

Omgekeerd gaat twee derde van het Russische gas en olie in de richting van het Oude Continent. Want zelfs al wint het Verre Oosten de jongste jaren steeds meer aan belang, Europa blijft bestemming nummer één. Moskou sloot vorig jaar een 400 miljard dollar zware deal met China, waardoor het vanaf 2018 de komende dertig jaar jaarlijks 38 miljard m³ gas zal leveren. Maar zelfs dan blijft Duitsland de grootste klant van Rusland.

Toch, merkt Van de Graaf op, is er een momentum. “Vroeger sprak Europa van ‘diversificatie’, nu wil het openlijk af van de afhankelijkheid van Rusland. Al is het de vraag hoelang dat momentum blijft duren.”

Er wordt veel verwacht van de Slowaak Maroš Šefcovic, sinds november de Europese commissaris voor de Energie Unie. De woordkeuze is niet onbelangrijk: zijn voorganger, Günther Oettinger, leidde het departement Energie, terwijl de term Energie Unie een meer coherent beleid belooft. “De naïviteit is weg”, becommentarieert Koen Minne, ereconsul van Turkmenistan. “Vroeger vonden landen het minder belangrijk om aan te sluiten op elkaars pijpleidingensysteem, en onderhandelden ze één op één hun leveringscontracten.”

Cadeau voor Rusland

In de plannen voor de Energie Unie die Šefcovic begin dit jaar voorstelde, staan energie-efficiëntie en een vermindering van het energieverbruik met 27 procent tegen 2030, de verbetering van de interne gasinfrastructuur, en een diversificatie van de bevoorrading door onder andere lng (vloeibaar gemaakt gas) te importeren uit Australië en de VS, centraal. Europees president Donald Tusk droomt zelfs luidop van gezamenlijke energieaankopen, al leeft dat idee vooral in Oost-Europa.

David Criekemans, professor buitenlands beleid en geopolitiek aan de Universiteit Antwerpen, het University College Roosevelt in Middelburg en het Geneva Institute of Geopolitical Studies, vindt de doelstelling die Europa eerder ook al uitsprak — een kwart minder Russische gasinvoer tegen 2018 — echter niet doordacht. “Dat is onrealistisch. Maar het voornaamste gevolg was dat Poetin bij wijze van spreken de dag nadien een groot leveringscontract tekende met China.”

Volgens Criekemans waren de uitspraken een cadeau voor Rusland. “Voor het Russische staatsgasbedrijf Gazprom werd het veel pregnanter om samen te werken met China. Poetin aanvaardde daarvoor zelfs een gasprijs die een kwart lager lag dan de West-Europese. Maar in ruil heeft hij meer diversificatiemogelijkheden, en wij minder greep op de Russische Federatie.”

Ondanks het wantrouwen is het voormalige tsarenrijk al decennialang een van de meest betrouwbare energieleveranciers. Daar heeft Poetin goede redenen voor: de energiesector is goed voor de helft van het bruto binnenlands product, en voor ruim twee derde van de exportinkomsten. Van de Graaf: “De overgang naar de vrije markt verliep in Rusland zeer chaotisch. De staat nam in 2005 de meerderheid in Gazprom, en gaf het bedrijf een wettelijk monopolie op het gastransport via pijpleidingen. Poetin ontwikkelde een strategische pijplijnpolitiek, waarmee hij zo veel mogelijk transitlanden wil omzeilen om rechtstreeks de grootste klanten te bedienen, en tegelijkertijd zo veel mogelijk de diversificatiemogelijkheden van Europa wil beperken.”

Pijpleidingen alom

Zo loopt de Nord Stream rechtstreeks naar Duitsland, tot ongenoegen van Wit-Rusland en Polen. Die hadden graag die gasleveringen via de Yamal-Europe-pijplijn, over hun grondgebied, zien lopen. Europa gaf in 2009 zijn steun aan de Nabucco-pijplijn, dat gas uit Azerbeidzjan en Turkmenistan via Turkije, Bulgarije, Roemenië en Hongarije naar Oostenrijk zou brengen. De Russen lanceerden als tegenzet South Stream, een pijpleiding die het gas vanuit de Russische Zwarte Zeekust naar Bulgarije via Servië naar Midden-Europa zou brengen.

South Stream botste op de zogenoemde Gazprom-clausule uit het Derde Europese Energiepakket, waardoor derde partijen, in dit geval Azerbeidzjan, ook toegang moeten krijgen tot pijpleidingen over EU-grondgebied. Nabucco verloor dan weer het pleit van de Tanap-verbinding, die via Georgië en Turkije naar Griekenland loopt.

Poetin duwde er in december onder de naam Turkish Stream een opgefriste versie van de oude Blue Stream-verbinding door. Het gas zal via de Zwarte Zee naar een hub op de Grieks-Turkse grens worden gebracht, en vandaar aansluiten op de TAP (Trans Adriatic Pipeline) naar Italië. Zo wordt niet alleen Bulgarije vermeden, maar verliest ook de leiding via Oekraïne en Moldavië veel van zijn belang.

Sowieso blijft het een groot vraagteken of al die projecten ook echt worden gerealiseerd. De Amerikaanse onderzoeker Edward C. Chow van het Center for Strategic and International Studies merkt op dat diversificatie een politieke optie is die nagestreefd wordt in tijden van weelde, maar veel minder wanneer zoals nu de buikriem moet worden aangehaald. Van de Graaf: “Een investeerder die Nord Stream II (verdubbeling van de capaciteit, nvdr) bouwt, verbindt er zich toe nog een aantal jaren een grote hoeveelheid gas af te nemen. En omgekeerd zou de verbinding dan instaan voor twee derde van de Russische gasexport. Dat is enorm. Maar als er een manier wordt gevonden om grootschalig hernieuwbare energie op te slaan, dan wordt dat gas mogelijk overbodig.”

Nieuwe aanvoermogelijkheden

Europa zoekt zelf ook nieuwe aanvoermogelijkheden. Noord-Afrikaans gas is een mogelijkheid, maar de Libische economie ligt op apegapen, terwijl de Algerijnse niet in staat lijkt de productie erg op te drijven. In de gasrijke landen rond de Kaspische Zee is de interesse echter groot in de Europese afzetmarkt, bevestigt Koen Minne. “Turkmenistan exporteerde vroeger 30 miljard m³ naar Rusland. Nu nog 4 miljard, en ze betalen niet. Dus het argument dat we een belangrijke klant niet voor het hoofd mogen stoten, is weggevallen.”

De kortste route om dat gas uit Turkmenistan en Kazachstan naar onze contreien te brengen, is via de nog te bouwen Trans Caspian Pipeline, die in het Azerbeidzjaanse Bakoe zou aansluiten op de Trans Anatolian Pipeline (zie kaart). “De onderhandelingen lopen al heel lang, en Šefcovic verwacht een gezamenlijke aanpak van Turkije, Azerbeidzjan en Turkmenistan. Rusland blijft milieuredenen inroepen om het project te dwarsbomen, maar de nieuwe Europese Commissie hanteert een frisse dynamiek, met stoutmoedige verklaringen over NAVO-bescherming voor de pijplijn. Een investeerder wil zekerheid: tien jaar geleden was die er niet. Nu zie ik meer licht, zeker als Turkmenistan en Azerbeidzjan beslissen om meer samen te werken.”

Ook een route via Iran behoort, sinds er een akkoord is om het land uit zijn politieke en economische isolement te halen, tot de mogelijkheden. “Als de Europese Unie per ongeluk eens geostrategisch zou kunnen denken, dan zou ze dat met enige hoogdringendheid aanpakken”, analyseert Criekemans. “Dan denk ik niet alleen aan gas, maar ook aan olie: Iran heeft olie, wij de raffinagecapaciteit. Op die manier kun je Iran uit de Russische invloedssfeer halen, en Rusland tot toegevingen bewegen. Maar ik vrees dat het nog niet voor vandaag zal zijn.”

Criekemans kijkt ook met veel belangstelling naar wat in het oostelijke Middellandse Zeegebied gebeurt. Daar werden de jongste jaren behoorlijk grote gasvelden ontdekt: Tamar voor de kust van Israël, Afrodite ten zuiden van Cyprus, en enkele maanden geleden Zohr op Egyptisch terrein. “Turkije exploreert nu ten noorden van Cyprus, en wellicht zullen ook Griekenland en Rusland samen zoeken. Die regio kan het nieuwe alternatief worden voor Russisch gas. Het is, tussen haakjes, ook een van dé redenen waarom Poetin zo geïnteresseerd blijft in Syrië, om een vinger in de pap te blijven houden. En het is daarom ook onverstandig om de Griekse crisis zo boekhoudkundig te behandelen. Als daar energie wordt gevonden, moet het land kunnen investeren in ontginningsprojecten. Nu riskeer je dat ze bij Rusland aankloppen.”

Lng verhoogt flexibiliteit

Een andere uitweg om minder afhankelijk te worden van Russisch gas, is lng. Maar dat blijkt geen onverdeeld succes. Volgens cijfers van het energiemarktonderzoeksbureau Genscape importeerden we in augustus minder lng dan een jaar geleden. “Lng is vooral een geopolitiek drukkingsmiddel”, vindt Criekemans. “Finland en Estland investeren in lng-terminals, en alleen al daardoor beïnvloeden ze de prijszetting van Gazprom. Maar het is veel te duur om daar je hele economie op af te stemmen. Maar een land als België heeft met bedrijven als Fluxys (gasnetbeheerder) en Exmar (lng-rederij) de kennis en de mogelijkheden om daarin een belangrijke speler te worden.”

“Het Internationaal Energie Agentschap kondigde enkele jaren geleden een ‘Golden Age of Gas’ aan”, herinnert Van de Graaf zich. “Maar nu is er een overaanbod van lng op de wereldmarkt.” Toch ziet de Gentse professor ook positieve evoluties. “Vroeger was lng een soort varende pijpleiding: België sloot met Algerije een meerjarencontract af voor volume X tegen prijs Y. Nu merk je dat ongeveer 30 procent van het lng op de spotmarkt wordt verkocht, en dat sommige schepen, net zoals olietankers, enkele keren van bestemming veranderen, omdat het gas een nieuwe eigenaar heeft.”

Dat is belangrijk, omdat vloeibaar gas daardoor de flexibiliteit in de markt verhoogt, en er aan prijsarbitrage kan worden gedaan. Want in tegenstelling tot olie is er niet echt één wereldmarkt voor gas, maar eerder drie regionale markten. In Noord-Amerika houdt de schaliegasrevolutie de prijzen bijzonder laag. Azië is traditioneel het duurste, omdat de prijzen er nog meer gebonden zijn aan die van olie. Na de ramp bij Fukushima en het stilleggen van de Japanse kerncentrales lag de prijs er ruim vier keer hoger dan in de VS. Europa bengelt daar tussenin.

De verschillen tussen de drie blokken werden de jongste jaren kleiner door de economische crisis, de opkomst van hernieuwbare energie en van lng, zelfs al groeien die volumes momenteel amper. “Die lagere prijzen blijven nog wel een tijdje”, voorspelt Criekemans. “Er is de groeivertraging in China, de slabakkende rendabiliteit van gascentrales in de Europese elektriciteitsproductie, de mogelijke ontginning van schaliegas in China,… Deze prijzen zouden wel eens ‘the new normal’ kunnen worden.”

Luc Huysmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content