Het geval BlueMotion

Minder dan vijf liter diesel voor een behoorlijk grote en comfortabele auto als de Volkswagen Passat: makkie. Er is niet eens een batterij ingenieurs nodig om zo’n machine in elkaar te schroeven. Waarom zouden we niet alle wagens zo bouwen?

Trends reed bijna een week lang rond met de Volkswagen Passat BlueMotion. Een heel merkwaardige ervaring.

Terwijl uw dienaar zich met andere auto’s veelal ontzettend hard moet inspannen om niet boven het door de constructeur opgegeven gemiddelde verbruik te gaan, was het hier zwoegen om méér dan vijf liter te verbruiken. En dat is geen boutade, neen. We keken bijwijlen geamuseerd toe hoe de boordcomputer aangaf dat we om en bij 4,5 liter voor honderd kilometer zaten. Voor een auto als de Volkswagen Passat is dat knap.

Of je het verschil voelt met een klassieke Passat met vergelijkbare motor? Jawel. Iets minder vinnig, zeer zeker. Misschien iets minder soepel, met die lange versnellingen (zie kader). En die heerlijke automatische versnellingsbak van de VW-groep, de DSG, moet je hier ook al niet gaan zoeken. Maar tegelijk, ook het gevoel als je met de BlueMotion toert: meer moet dat eigenlijk niet zijn.

Heel ‘gewone’ ingrepen

De ontgoocheling komt eigenlijk pas als je onderhuids gaat kijken en probeert uit te vissen hoe de ingenieurs van Volkswagen dit klaar krijgen. Of noem het ontnuchtering voor de autojournalist die uit is op hoogtechnologische euforie. Omdat je dan tot de vaststelling komt dat er eigenlijk niets bijzonders aan het model is. Hooguit een allegaartje van heel gewone ingrepen (zie kader) die er samen voor zorgen dat verbruik en CO2-uitstoot een duik nemen.

Een duik? De jongste telg in de Blue-Motionlijn van Volkswagen, de Golf, verbruikt 0,8 liter minder dan de gewone versie. En stoot 66 gram CO2 minder uit. En moeten we daarvan wakker liggen? “Ja”, zegt Jean-Marc Ponteville, pr-verantwoordelijke van het merk. “Mochten alle auto’s in België gemiddeld 0,8 liter minder verbruiken, dan zou dat een zeer groot verschil zijn qua verbruik en uitstoot.”

Waarom wordt een concept als BlueMotion dan niet meteen standaard? Ponteville: “Om te beginnen is het procedé alleen doeltreffend met dieselmotoren. In één liter diesel zit immers meer energie dan in een liter benzine. Ten tweede is er voor veel opties geen plaats in BlueMotion. Zoals 4×4 of een automatische versnellingsbak. Tot slot kan je het concept niet zomaar op iedere auto toepassen. In ons gamma denk ik aan de Touareg. Voor zo’n auto moet je zoeken naar andere oplossingen, zoals de hybride technologie. Maar dit model moet betaalbaar blijven. We willen voor een prijs die nauwelijks hoger ligt een auto aanreiken die evenveel rijplezier en comfort biedt, maar een homp minder verbruikt.”

Ideale bedrijfswagen

Of hoe VW opnieuw een Volkswagen wordt? Ja, als de overheid helpt, zeker. Ponteville maakt de vergelijking met biovoeding. “De meerderheid hapt niet toe omdat zo’n voeding duurder is. In 1998 bouwden we een Lupo die drie liter verbruikte. Nog altijd een wereldrecord. Alleen was de auto stukken duurder dan andere modellen in zijn segment: we sleten er wereldwijd amper 30.000 van. Zo is het: als het te duur is, verkoopt het niet. Het is dus zoeken naar een evenwicht tussen prijs en milieuvriendelijkheid.” Of er is een stevige incentive nodig.

“Onze Polo BlueMotion, die marcheert. Met een CO2-uitstoot van minder dan 105 gram krijgt hij van de overheid een premie van 15 procent. Cash op de factuur. Daar vallen particulieren voor.” Het is inderdaad geweten, in het autowereldje: de gewone consument ligt niet wakker van de CO2-uitstoot. En kent maar twee bedragen: de aankoopprijs van de auto en de prijs van een liter brandstof. Maar geen flauw benul van de gebruikskost. Die factor kennen fleetbeheerders en leasingmaatschappijen natuurlijk tot twee cijfers na de komma. Vandaar dat de Passat BlueMotion scoort als bedrijfswagen? “Klopt helemaal. Bovendien is er ook zoiets als het imago. Nogal wat bedrijven proberen zich te profileren als milieuvriendelijk, en ons product past perfect in dat plaatje”, weet Jean-Marc Ponteville.

En toch hoeven we niet te wanhopen. Ooit komen alle auto’s standaard met zo’n pakket bezuinigingstechnieken. Voor iedereen. Ponteville orakelt: “Het zal zijn zoals ABS. In het begin te duur om commercieel te zijn, en dus een optie. Maar met de tijd standaard geworden. Alleen moeten sommige constructeurs hun nek uitsteken, want in de autowereld is het een ongeschreven wet: wie zijn auto als eerste duurder maakt, verliest marktaandeel. Dat verhaal keert nu terug.”

Waarmee de vraag van uw dienaar meteen beantwoord is, waarom niet alle auto’s zo gebouwd zijn. Nog even geduld. (T)

Door Jo Bossuyt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content