Het gat in de lucht

Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Het Londense luchtruim zit eivol. Gatwick, Heathrow, London City Airport, Luton en Stansted kunnen nog maar amper de toenemende vloed van passagiers slikken. Maar vier jaar geleden ontdekte de Brit Andrew Walters het gat in de luchtvaartmarkt: hij kocht twee regionale, wat ingedommelde luchthavens. Vormen Biggin Hill en Southend hét alternatief voor de files in de lucht? En kopieert de Brit zijn succesverhaal binnenkort ook in Oostmalle?

Biggin Hill, Southend, (Groot-Brittannië).

Hoofdschuddend tuurt havenkapitein Gavin Brown naar de ontelbare flikkerende lichtjes op zijn radarscherm. “Frustrerend toch, al die toestellen die boven ons hoofd naar London City Airport vliegen. En zie, ze kunnen niet eens landen, want het luchtruim zit gewoon eivol. Ze blijven maar cirkelen in de lucht. Waarom landen ze niet bij ons? Vliegen naar London City Airport duurt zeven minuten langer. En wij hebben bovendien geen problemen met slots.”

Gavin Brown heeft het niet meteen druk in zijn verkeerstoren op London Southend Airport. Al wil de havenkapitein dat daar zo snel mogelijk verandering in komt. De luchthaven, niet ver van de monding van de Thames, profileert zich immers als alternatief voor de overvolle Londense luchthavens. “Southend is het hele jaar door toegankelijk voor vliegtuigen, we hebben nooit klimatologische problemen. Van slots is hier geen sprake. We liggen op zestig kilometer van het centrum van Londen, en op nauwelijks 25 kilometer van de M25, de ring rond de hoofdstad,” situeert marketingcoördinator Diane Hollander van London Southend Airport Co. Ltd.

Southend vervoerde in 1998 amper 5200 passagiers. In het topjaar 1967 klommen bijna 700.000 reizigers de lucht in vanop Southend. Vooral het charterverkeer bloeide in de jaren zestig, met in 1967 vluchten naar twintig bestemmingen. “Daarna ging het bergaf,” herinnert zich Diane Hollander. “De overheid mikte hoofdzakelijk op de uitbouw van de andere Londense luchthavens. Pas in 1994 volgde de kentering. De ontwikkeling van centrale hubs is niet langer prioritair. Ook regionale luchthavens spelen weer mee.”

Een luchthaven voor entrepreneurs

Ook om een andere reden betekende 1994 voor Southend een scharnierjaar. De Britse zakenman Andrew Walters sloot met de gemeente een erfpachtovereenkomst van 150 jaar, en nam het beheer van de luchthaven in handen.

“Vóór de overname werd de luchthaven door het gemeentebestuur van Southend gerund. En maakte een verlies van 75 miljoen frank per jaar. Wij zorgden in 1994 al meteen voor een lichte winst,” blikt de chief executive officer (CEO) van Regional Airports Limited ( RAL) tevreden terug. Walters is de belangrijkste aandeelhouder van Regional Airports Ltd., dat specialiseert in de ontwikkeling van regionale luchthavens. Na een carrière in de jaren tachtig aan het hoofd van de carrier IML, stichtte Andrew Walters in 1990 RAL. “Ik wil vooral investeren in kleinere luchthavens, om in hoofdzaak kleinere bedrijven aan te trekken. Die kleine bedrijfjes met aan het hoofd echte entrepreneurs zijn voor mij de beste niche in de markt.”

Sinds de overname

in 1994 werd 300 miljoen frank geïnvesteerd in Southend. In het personeelsbestand werd aanvankelijk sterk gesnoeid: het aantal werknemers daalde van 97 naar 38, maar klom inmiddels weer naar 47. De omzet van London Southend Airport Co. Ltd. bedroeg vorig jaar 120 miljoen frank. “Onze inkomsten halen we uit de huurgelden van de bedrijven en uit operationele activiteiten,” verklaart Andrew Walters. Brandweer, luchtverkeersleiding en grondafhandeling vormen de belangrijkste taken.

Maar het gros van de in totaal 2000 jobs in Southend creëren de 55 bedrijven op de luchthaven. De belangrijkste activiteit is vandaag het onderhoud van vliegtuigen. Heavylift Aircraft Engineering is met 350 werknemers het grootste bedrijf in Southend. “We bouwen de luchthaven uit tot een onderhoudscentrum voor heel Londen,” poneert Diane Hollander. “Carriers brengen hun toestellen vanuit Gatwick en Heathrow naar Southend. Onze luchthaven is het etmaal rond open, men kan hier onbeperkt testvluchten uitvoeren.” De positionering als onderhoudscentrum werkt: het voorbije halfjaar werden alweer twee toppers gelokt. Avionicare startte een productieruimte voor helikopters, Flight Spaces opende een verdeelcentrum voor vliegtuigonderdelen ter waarde van een miljard frank.

Maar op het vlak van passagiers blijft Southend, ook na de privatisering, ondermaats presteren. De startbaan van 1,6 kilometer laat ruim verkeer toe, binnen een straal van 1600 kilometer. De luchthaven focust zowel op charters, lijndiensten als gepersonaliseerd zakenverkeer. “Het is een kwestie van vertrouwen,” duidt Diane Hollander. “Onderhandelingen met een touroperator, voor charterverkeer naar Spanje, zijn zeer vergevorderd. Touroperators leggen hun programma twee jaar op voorhand vast. Zo lang ze niet zeker wisten dat hier in Southend zou worden geïnvesteerd, hielden ze de boot af.” Een lijndienst naar Jersey in het vakantieseizoen werd alvast als eerste buit binnengehaald. In 2001 moet een gloednieuwe terminal de groei extra stuwkracht geven. De nieuwe terminal komt dan vlak naast het al even nieuwe spoorstation Southend Airport. Dat brengt de passagiers in nauwelijks veertig minuten naar Liverpool Street, hartje Londen. “Dan zijn we helemaal klaar voor de concurrentie met Gatwick, Luton en Stansted voor de low cost carriers,” denkt Diane Hollander. “Want in Southend is de parking gratis, en kunnen de passagiers in nauwelijks een kwartier inchecken.”

Een hangar voor Bernie Ecclestone

Inchecken in een kwartier kan de reiziger eveneens op die andere Londense luchthaven, in Biggin Hill. Uitchecken kan zelfs in acht minuten. Ook Biggin Hill, in het zuiden van de hoofdstad, werd in 1995 door Regional Airports Limited overgenomen. De erfpachtformule geldt er voor 125 jaar. “Ook in Biggin Hill schreven we meteen zwarte cijfers,” rekent Andrew Walters. “Het gemeentebestuur van Biggin Hill maakte jaarlijks een verlies van 12 miljoen frank, wij maken een lichte winst. De omzet bedroeg in 1998 200 miljoen frank.”

Verlies in Biggin Hill lijkt een onbegrijpelijke zaak. Aan de ingang prijkt een exemplaar van een Spitfire: Biggin Hill was tijdens de Battle of Britain het scharnierpunt voor de Royal Air Force (RAF). Bovendien is de luchthaven de vaste stek voor 250 privé-bezitters van een vliegtuig. De topman van het Formule 1-circuit, Bernie Ecclestone, heeft zijn persoonlijke hangar in Biggin Hill.

Maar bovenal ligt de luchthaven in vogelvlucht op nauwelijks vijftien kilometer van The City, het financiële hart van de hoofdstad. Alleen London City Airport doet beter. De marktpositionering van Biggin Hill is dan ook veel beter afgebakend dan in Southend. “We nestelen ons, net zoals London City Airport, in de nichemarkt van het zakenverkeer,” duidt marketing manager Julie Black de strategie van Biggin Hill sinds de privatisering. “Noem London City Airport maar de volwassen versie van Biggin Hill. Met alle dito problemen overigens: geen slots meer, een eivol luchtruim. Daarmee hebben wij niet af te rekenen. Biggin Hill ligt bovendien op 600 voet, zodat wij het hele jaar door goed weer hebben.”

Twee vliegtuigmaatschappijen

maken op vaste basis gebruik van de luchthaven in het zuiden van Londen, bij slecht weer: City Flyer, de dochter van British Airways, en de Vlaamse Luchttransportmaatschappij ( VLM). “Ik heb trouwens sterke plannen voor een vaste verbinding naar Biggin Hill,” laat VLM-ondervoorzitter Freddy Van Gaever weten. “Onze ochtendvlucht van Rotterdam naar London City Airport is steeds volgeboekt. Een tweede vlucht naar London City is uitgesloten, want we krijgen geen slot meer. Biggin Hill vormt een uitstekend alternatief.”

Sinds 1995 investeerde Regional Airports Limited 120 miljoen frank in de vernieuwing van Biggin Hill. Vooral de facelift van de terminal, op maat van de zakenreiziger, en het jetcenter springen in het oog. Het resultaat was een jaarlijkse stijging van het aantal passagiers met 15%, bijna uitsluitend zakenreizigers. Vorig jaar werd de kaap van de 100.000 bereikt. “Voor onze markt geldt niet zozeer de prijs, wél de geografische ligging. Zakenman, als je in het zuiden van Londen wil zijn: kom naar Biggin Hill,” besluit Julie Black.

WOLFGANG RIEPL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content