Het gaat omhoog

Karel Anthonissen Gewestelijk directeur bij de BBI

Na LuxLeaks heette het: “Er is niks onwettigs aan een Luxemburgse ruling.” Zelfs in middens van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) werd dat verklaard, om het lage resultaat te verantwoorden. En na het uitlekken van de Panama Papers wordt gezegd: “Er is niks verkeerds aan een Panamese vennootschap.” Vanzelfsprekend is dat zo, maar dat soort uitspraken zijn weinig meer dan een tautologie. Het is zoals wanneer je zegt: “Het huwelijk is een wettelijke regeling”, terwijl je een schijnhuwelijk sluit. Neem van mij aan dat de meeste van die Panameesjes schijnvennootschappen zijn. Dat gaat dus over fraude en witwassen. Maar even genoeg daarover: ik wil het nog eens over schijnverzekeringen hebben.

“Geen genade voor zwart geld in Luxemburg. Regering bindt de strijd aan met de buitenlandse spaarverzekering”, titelde De Standaard op de frontpagina van zijn weekendeditie van 2 maart 2013. De krant sprak van ernstige en georganiseerde fraude. “Nonsens”, twitterde staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez (s.pa) nog dezelfde voormiddag. Ik heb toen maar gezwegen, want het ging over een zaak waar wij mee bezig waren. In september 2012 hadden we in een openbare zitting van de fiscale rechtbank van Gent de bezitters van een spaarverzekering voorgesteld hun verborgen geld te regelen tegen 34 procent. Dat was het tarief van de Rubik-akkoorden die Zwitserland met een aantal EU-landen had gesloten. Wij hadden duizenden van die rekeningen in handen, maar de rechtbank oordeelde dat we die moesten teruggeven. Zo’n aansporing om te regulariseren mocht niet het doel van een fiscale controle zijn, vond de rechter. De sfeer was er toen niet naar om tegen dat vonnis in beroep te gaan. De tijd was niet rijp om die mensen als fraudeurs en witwassers te bestempelen. Intussen is er, deels door de Panama Papers, blijkbaar een en ander veranderd.

Van 15 juli tot 31 december 2013 bestond de mogelijkheid om zwart geld, ook het zogenoemde verjaarde kapitaal, te regulariseren tegen 35 procent. In deze column heb ik daar enkele keren toe opgeroepen. Mijn column van 17 oktober 2013 besloot met de aansporing: “Een fout van het verleden toegeven en het zo mogelijk herstellen, dat kan nu tegen redelijke en voor de samenleving aanvaardbare condities. Het is niet eens een straf, het is de afgifte van een voordeel dat daarenboven erg matig wordt gecalculeerd. Als deze aanbieding is verstreken, zal de nieuwe collect(i)e een hoop duurder zijn.”

Van de regering was in die periode geen enkele aansporing in die zin te horen. Wellicht werd gedacht dat 35 procent veel te veel was en dat het tarief daarom weinig succes zou hebben. Sterker: De Tijd van 28 september 2013 merkte op dat staatssecretaris Crombez ook op bezoek was geweest bij Optima in Gent en daar had gezegd dat hij “voor de meeste financiële tussenpersonen zijn hand in het vuur durft te steken”. Die hand moet behoorlijk verbrand zijn.

Toch hebben in die periode enkele honderden bezitters van een spaarverzekering hun zwart geld gerepatrieerd en daar 35 procent op afgedragen. Wij wachten op het jaarverslag 2015 voor de volledige cijfers over die speciale regularisatie van 2013. Na die ophef werd het weer stil rond de buitenlandse spaarverzekeringen. Sommigen meldden het bezit ervan in hun belastingaangifte, en dat was het dan. Als gratis witwassen zo gemakkelijk gaat… Met een instructie van 29 januari 2015 probeerde de BBI nog een praktische standaard te formuleren die ongeveer op hetzelfde neerkwam: 36,3 procent. Het was niet “een hoop duurder”, zoals ik voorspeld had, maar een heel klein beetje duurder. Maar de aantrekkelijkheid van die oplossing werd gekelderd door een klacht bij de Raad van State.

Intussen staat de nieuwe regularisatiewet in de steigers. Ik wil mijn oproepen van 2012 en 2013 daarom herhalen. Het nieuwe tarief is 36 procent in 2016 en dan komt er elk jaar een procent bij, tot 41 procent in 2021. U ziet, het gaat omhuuge (uit te spreken op z’n Gents), en het is niet meer zo vrijblijvend als de vorige keer.

Laten we het dus nog maar eens samenvatten in vijf stappen. 1) Er is niets onwettigs aan een buitenlandse spaarverzekering. 2) Als daar zwart geld in belegd is, is het absoluut geen nonsens te spreken van fraude en witwassen. 3) Er zijn vele duizenden Belgen met zo’n rekening. 4) Het tarief om dat recht te zetten gaat van jaar tot jaar omhoog. 5) Het blijven wegsteken heeft geen zin.

De auteur is gewestelijk directeur van BBI-Gent.

KAREL ANTHONISSEN

Neem van mij aan dat de meeste van die Panameesjes schijnvennootschappen zijn. Dat gaat dus over fraude en witwassen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content