‘Het Franse economische weefsel is in ontbinding’

Frankrijk heeft te lang gewacht met structurele hervormingen en staat met de rug tegen de muur nu het ook zijn AAA-rating kwijt is. Historicus-econoom Nicolas Baverez luidt de alarmbel.

Als Nicolas Baverez spreekt, luistert Frankrijk. Hij is advocaat, historicus en econoom, maar bovenal commentator van de Franse economie. In diverse kranten en magazines heeft hij een column en hij zit nooit verlegen om een opinie. En al zeker niet als Standard & Poor’s net de rating van het land heeft verlaagd.

Frankrijk staat op een keerpunt. De komende presidentsverkiezingen bepalen de keuzes die voor de komende twintig – of zelfs vijftig – jaar gemaakt zullen worden. De knipperlichten gaan stelselmatig van oranje naar rood. De staat gaat gebukt onder een enorme schuldenlast en een enorm begrotingstekort, vele ondernemingen hebben het moeilijk en gezinnen zien zwarte sneeuw.

Baverez evalueert de sterke punten, wijst op de zwakheden en schat de kansen in om opnieuw aan te knopen bij de welvaart.

Bent u nog altijd zo pessimistisch over de toekomst van Frankrijk?

NICOLAS BAVEREZ. “Frankrijk verzwakt meer dan ooit en de achteruitgang wordt nog versneld door de crisis van de globalisering. Alle democratieën in de ontwikkelde wereld worden diep getroffen door schokken die sinds 2007 hand over hand toenemen en dan vooral door de deflatie die de middenklasse platwalst. Allemaal worden ze geconfronteerd met de opkomst van extremisme en populisme.

“De crisis die Frankrijk treft, is evenwel uniek en uitzonderlijk omdat ze uitzonderlijk duur is en de kern van de staat aangaat. De Franse groei is teruggevallen van 3,2 procent per jaar in de jaren zeventig tot 1,1 procent in de jaren 2000. Die vertraging werd veroorzaakt door de euthanasie van de privésector, die nog slechts 43,4 procent van het bbp uitmaakt, en door de instorting van de concurrentiekracht. Het Franse economische weefsel is in ontbinding, met amper 185 ondernemingen die meer dan 5000 werknemers tellen en 4195 bedrijven die tussen 250 en 5000 mensen in dienst hebben. De industrie is met uitsterven bedreigd. Sinds 2000 is het aantal ondernemingen met 20 procent gedaald en gingen 500.000 jobs verloren.

“Frankrijk blijft alleen nog overeind in de wereldeconomie bij de gratie van enkele grote groepen, die evenwel duchtig beconcurreerd worden door de kampioenen van de opkomende landen. De inkrimping van de productiebasis en de erosie van de concurrentiekracht hebben geleid tot een daling zonder voorgaande van de buitenlandse handel. Frankrijk vertegenwoordigt nog slechts 3,5 procent van de wereldhandel en 12,5 procent van de export van de eurozone, tegenover 18 procent in 1990 en 16 procent in 2000.”

Omdat de groei bleef dalen, is de openbare schuld uit haar voegen gebarsten, in zoverre zelfs dat Frankrijk nu overgeleverd is aan de willekeur van de financiële markten.

BAVEREZ. “En onder de voogdij staat van Duitsland. Op 66 miljoen inwoners telt dit land 5,4 miljoen ambtenaren. Dat is 18 procent meer dan in 2002 en 500.000 meer dan in Duitsland met zijn bevolking van 82 miljoen en zijn meer performante overheidsdiensten. Op het moment dat Frankrijk de greep op zijn overheidsfinanciën verloor, verzaakte het tegelijk aan zijn economische soevereiniteit. Enerzijds wordt het ene na het andere halfbakken besparingsplan opgesteld om toch maar de AAA-rating te kunnen behouden. Tevergeefs, zo is nu gebleken. Anderzijds, omdat die rating afhankelijk is van de steun van Duitsland, kan Frankrijk geen doeltreffende strategie opbouwen om de euro te beschermen en moet het zich neerleggen bij de Duitse weigering om de tekorten door geldschepping weg te werken of de Europese schulden samen te voegen. Door die weigering is de eurozone op termijn gedoemd om uiteen te spatten.”

De Franse werkgelegenheid is ook een pak zwakker dan de Duitse.

BAVEREZ. “De verzwakking van de groei en de ondernemingen, de focus op diensten met een lage toegevoegde waarde en de sterke stijging van de arbeidskosten hebben geleid tot diepgewortelde, massale en structurele werkloosheid. Dat is de belangrijkste oorzaak van het ontstaan van 750 stadsgetto’s waar 6 miljoen mensen zich terugtrekken in wetteloosheid en uitsluiting.”

Heeft Frankrijk dan geen enkele troef meer?

BAVEREZ. “Natuurlijk wel! Er is de demografische dynamiek, goedgeschoolde en productieve arbeidskrachten, overvloedige spaarmiddelen, uitstekende infrastructuur, het patrimonium, de cultuur en de typische art de vivre. Maar dat wordt allemaal geneutraliseerd door een economisch en sociaal model dat nog altijd gebaseerd is op een gesloten en geleide economie.”

Is het Franse model ten dode opgeschreven?

BAVEREZ. “De Franse neergang is niet alleen het gevolg van het uiteenspatten van zeepbellen, maar ook van de implosie van een economisch en sociaal model dat al drie decennia stoelt op de openbare schuld. Zo’n model is onhoudbaar. Het zal uiteenspatten zodra onze rating verlaagd wordt, want dan zal de toename van de financieringskosten de groeivoet ver overstijgen. Het Franse pseudomodel, dat kan samengevat worden als openbare financiën op zijn Grieks, voorheffingen op zijn Deens, concurrentiekracht op zijn Spaans en een munt op zijn Duits, is dood.”

Hoe moet het land uit deze crisis geraken?

BAVEREZ. “Het Franse model kan wel degelijk gemoderniseerd worden. In de eerste helft van de twintigste eeuw is dat meer dan eens gebeurd. En als andere landen het gedaan hebben – denk aan Canada, Zweden, Denemarken en Duitsland – waarom wij dan niet?

“Een ideaal model bestaat niet, maar enkele principes zijn toch duidelijk. De noodzaak van langetermijnstrategie, de mobilisering van de vitale krachten van de natie en de voorrang van schoktherapieën boven geleidelijke maatregelen. Er moet een herwaardering komen van de productie, de arbeid, de investeringen en de innovatie. De noodzaak om te produceren gaat hand in hand met de beheersing van de openbare financiën. Frankrijk moet bezuinigen en tegelijk moet er een beperkte belastingverhoging komen voor de gezinnen. De strijd tegen de aanhoudende werkloosheid vormt de derde hefboom.”

Kan Europa wel concurreren met China en de Verenigde Staten?

BAVEREZ. “Europa is op dit ogenblik de zwakke schakel in de globalisering. Een recessie zit eraan te komen en er dreigt een lange deflatieperiode naar Japans voorbeeld. De verzorgingsstaat, met zijn pensioenverplichtingen die 440 procent van het bbp vertegenwoordigen en zijn trekkingsrechten op het gezondheidssysteem die 250 procent bedragen, is onverenigbaar met de demografische evolutie en de potentiële groei. Vandaar ook de schuldencrisis. Europa heeft zijn moeilijkheden zelf opgestapeld. Onder de eengemaakte markt en de eenheidsmunt zijn grote productiviteitsverschillen gegroeid.”

Een marginalisering van Europa is onvermijdelijk?

BAVEREZ. “De situatie is nog niet funest. Europa beschikt nog altijd over troeven: de dynamiek van een grote markt, een rechtsstaat, performante infrastructuur, een kern van concurrentiekrachtige ondernemingen, technologische uitmuntendheidspolen die gevoed worden door forse onderzoekscapaciteiten, een goed opgeleide bevolking en een aanzienlijke spaarquote, een geschiedenis, een patrimonium, een cultuur en een levenskunst die stuk voor stuk opmerkelijk zijn. Maar al die sterke punten worden tenietgedaan omdat Europa zichzelf niet de middelen heeft gegeven om een volwaardig machtscentrum te worden. Het moet zich dan ook volledig omvormen.”

Hoe kan een nieuw Europees model opgebouwd worden?

BAVEREZ. “De eerste voorwaarde is de herdefinitie van de politieke verbintenissen en de economische modellen van de landen die in crisis verkeren. Zij moeten nog minstens een decennium lang voorrang geven aan productieve investeringen, verlaging van de openbare schulden en de strijd tegen de werkloosheid. Dat veronderstelt de bevriezing – of zelfs de verlaging – van de koopkracht. Zo’n bezuinigingsbeleid is enkel aanvaardbaar als er tegelijk een tegengewicht geboden wordt in de vorm van meer gelijkheid tussen de burgers, nationale samenhorigheid, versterking van de vrijheid. Wil het continent een depressie vermijden, dan moeten de sterke landen, Duitsland op kop, tegelijk een expansief beleid voeren. De verantwoordelijkheid van de ene moet hand in hand gaan met de solidariteit van de andere.”

Daarvoor is noodzakelijkerwijs meer Europese integratie nodig.

BAVEREZ. “Ja, en die begint bij de redding van de euro. Die moet gepaard gaan met een heractivering van de grote markt, met name in de dienstensector, en met de invoering van een doeltreffende en betrouwbare reglementering.

“Dit decennium wordt doorslaggevend. Ofwel doet Europa voort zoals de voorbije twee decennia en sluit het zich op in een spiraal van afnemende groei, verarming en politieke instabiliteit. Ofwel ontwikkelt en organiseert het zich om een beslissingspool, een productiecentrum en een belangrijke innovatieruimte te worden die zowel de concurrentie als de samenwerking aankan met de staten die de geschiedenis van de 21ste eeuw zullen bepalen.”

EMMANUELLE CHYPRE (L’EXPANSION)

“Het Franse pseudomodel, dat kan samengevat worden als openbare financiën op zijn Grieks, voorheffingen op zijn Deens, concurrentiekracht op zijn Spaans en een munt op zijn Duits, is dood”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content