Het ergste is achter de rug

Daan Killemaes

Het is genoeg geweest. Er kan eindelijk een punt worden gezet achter het economische leed dat ons sinds de uitbraak van de coronacrisis in februari 2020 achtervolgt. De economie worstelt nog met de naweeën van de derde besmettingsgolf, maar de krimp is eruit. Meer nog: het kantelpunt richting een krachtig zomerherstel is genomen. En deze keer is de kans klein dat een nieuwe besmettingsgolf de trein nog eens van de rails duwt. Na de zomer zal de vaccinatiecampagne ver genoeg gevorderd zijn om van groepsimmuniteit te spreken. Enkel een variant die de vaccins toch te slim af zou zijn, kan het feest dan nog verknallen. Je weet het nooit, maar die gedachte parkeren we even.

De economie zal de volgende weken snel van neutraal naar de hoogste versnelling schakelen.

Voor de vooruitkijkende beleggers was 9 november 2020 bevrijdingsdag. Op die dag kondigden Pfizer-BioNtech aan dat hun vaccin voor 90 procent werkzaam is. Sindsdien hebben de beurzen een geweldige rally achter de rug, anticiperend op het herstel dat de werkzame vaccins mogelijk maakten. Het heeft een stevige dosis geduld gevergd, maar nu, zes maanden later, krijgen de beleggers gelijk. De economie zal de volgende weken snel van neutraal naar de hoogste versnelling schakelen.

Voor de industriële sectoren is de pandemie al langer verleden tijd. Onder impuls van een sterke vraag uit China en de Verenigde Staten zijn de Europese en de Belgische industriële indicatoren bijzonder gunstig gestemd. De indicator die de stemming peilt bij de aankoopdirecteuren van de industriële bedrijven is in de eurozone gestegen naar het hoogste peil ooit. Ook de Belgische industriëlen blaken van vertrouwen.

Het is bijna ironisch dat, amper een jaar na de uitbraak van de pandemie, de industriëlen niet wakker liggen van een verdampte vraag, maar dreigen te struikelen over complicaties aan de aanbodkant. De prijzen van een sommige grondstoffen gaan door het dak, terwijl het tekort aan halfgeleiders nog enkele jaren kan aanslepen. In sommige industriële sectoren meldt een kwart van de Belgische ondernemers toeleveringsproblemen. Dat is vervelend, maar tijdelijk. Nu ze botsten op de limieten van hun productiecapaciteit, stoffen de bedrijven hun investeringsplannen af. Die investeringshonger kan de relance de volgende kwartalen extra zuurstof geven.

In de bouw, die heel goed uit de crisis kwam, gaat een ander alarm af. 12 procent van de bouwbedrijven meldt personeelstekorten. Die schaarste op de arbeidsmarkt zal de volgende maanden als een olievlek uitbreiden naar andere sectoren. De bedrijven hebben er dus goed aan gedaan hun beste krachten tijdens de crisis aan boord te houden.

De dienstensector zal hetzelfde probleem krijgen. De Belgische economie staat enkele weken van het omslagpunt waarbij versoepelingen niet langer gepaard gaan met oplopende besmettingscijfers. Ook de felgeplaagde sectoren, zoals de horeca en de evenementenbranche, kunnen straks weer aan de slag. De consument popelt van ongeduld om het geld te laten rollen. De gezinnen hebben 25 miljard euro bij elkaar gespaard. Dat geld zullen ze niet allemaal uitgeven, maar er is meer dan genoeg om een krachtig herstel enkele kwartalen van brandstof te voorzien. De recentste conjunctuurindicatoren wijzen al op een herstel in de dienstensector. In het eurogebied was er in april voor het eerst sinds augustus weer economische groei. Ook in de Belgische dienstensector heeft gewettigde hoop wortel geschoten. De ondernemers zijn behoorlijk optimistisch over hun vooruitzichten.

Als alles volgens plan verloopt, zal het Belgische bruto binnenlands product midden 2020 opnieuw het niveau van voor de crisis halen. Er wacht wel nog een lastige revalidatie om opnieuw aansluiting te vinden met het groeitraject van voor de crisis. Het moeilijkste moet misschien nog komen, maar het ergste is wel achter de rug.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content