“Het economische zwaartepunt verschuift naar Eurazië”

De Amerikaanse ambassadeur bij de Europese Unie, Rockwell Schnabel, ziet geen kloof tussen Amerika en Europa, ook niet in de spanning rond Irak. De Franse historicus Emmanuel Todd ontwaart echter structurele verschuivingen: het economische zwaartepunt van de wereld kantelt geleidelijk naar Eurazië. “De Golf is een drukkingmiddel om Japan en Europa in het gareel te houden.”

Met zijn militaire dreiging tegen Irak en het plan om een regimewissel in Bagdad te forceren, wil Amerika niet in de eerste plaats zijn eigen oliebevoorrading veiligstellen. De VS importeert nauwelijks 18% van zijn oliebehoeften uit de Golf. Evenmin is het er president George Bush om te doen de Arabische wereld onder zijn directe controle te houden. Volgens de Franse historicus en demograaf, Emmanuel Todd, beoogt Amerika de vrijwaring van zijn strategische posities in het centrum van Eurazië. Al voor 11 september 2001 stond dit punt op de politieke agenda in Washington. Het best van al vertolkte Zbigniew Brzezinski, oud-veiligheidsadviseur onder president Jimmy Carter, die optie in zijn boek ‘The Great Chessboard’ (1997). Helder formuleerde Brzezinski de vrees van Amerika om op de langere termijn gemarginaliseerd te raken in een wereld waarvan het economische zwaartepunt geleidelijk verschuift naar Eurazië. Europa wordt politiek en economisch sterker, Rusland komt er wel weer bovenop, ook Japan zal van zijn depressie genezen, en aan de horizon doemt de grootmacht China op.

“Irak was een gedroomd doelwit. Dat de keuze op deze uitgeputte dwergstaat viel – Cuba zou ronduit ridicuul geweest zijn en Noord-Korea te riskant vanwege de schaduw van Peking – zegt veel over de machteloosheid van Amerika,” zegt Todd in zijn jongste boek ‘Après l’empire’ (binnenkort ook verkrijgbaar in een Engelse vertaling). Een provocerende en controversiële stelling, die de auteur onderbouwt met economische analyses over oplopende tekorten op de Amerikaanse betalingsbalans, een slinkend vertrouwen van Europese en Aziatische beleggers in de Amerikaanse economie, een afkalvende dollar en een krimpende industriële basis.

De Amerikaanse strategen proberen die neerwaartse onderstroom en de onzekerheid over de capaciteit om hun “imperiale ambities” mogelijk te maken, te verdoezelen met militair vertoon. “Het is vooral een poging om de twee belangrijkste industriële polen, Europa en Japan, een signaal te geven dat Washington de regels van het spel wil blijven bepalen. Beide hebben de Golf nodig als bevoorradingsbron. Voor de VS is dat minder het geval. De Golf is dus een drukkingmiddel om de twee industriële rivalen in het gareel te houden.”

Al in 1976 analyseerde Todd in een opmerkelijk boek, ‘La chute finale, essai sur la décomposition de la sphère soviétique’, hoe de Sovjet-Unie van binnenin werd ondermijnd. Voor hem is de VS op weg een gewone macht te worden in een multipolaire wereld. “De superstaat Amerika bestaat niet meer.”

EMMANUEL TODD. “Als historicus en demograaf peil ik naar langetermijnevoluties. Tussen 1990 en 2010 daalt het aantal jongeren tussen twintig en 25 jaar met 40% in Italië, 11% in Frankrijk, 14% in Groot-Brittannië en 25% in Duitsland. Dat is een van de factoren die scepsis tegenover die eenheidsmunt rechtvaardigen. We zullen het Stabiliteitspact op een creatieve wijze moeten invullen en bijsturen. Maar bovenal had ik toen nog vertrouwen in de “nieuwe wereldorde” van Bush senior onder de paraplu van Washington. De Pax Americana na de Tweede Wereldoorlog is goed geweest voor Europa en de wereld. Verdenk mij niet van primair anti-Amerikanisme. Het doelloze gedrag van de VS – want er zit geen weldoordachte strategie achter – roept echter steeds meer vragen op. En niet alleen bij mij. Op het Wereld Economisch Forum in Davos stond minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell versteld van de zware tegenwind. Frankrijk en Duitsland komen dichter bij elkaar, zelfs de Britse premier Tony Blair fronst de wenkbrauwen.

“De zwakke euro zwengelde de Europese export aan, het vertrouwen in die munt steeg en hopelijk kan de Europese Centrale Bank de juiste koers uitzetten. De evolutie van de dollar blijft echter het beste instrument om de gemoedstoestand te peilen van de elites in de wereld ten aanzien van de Amerikaanse economie. Een lage dollar legt vandaag de onderliggende realiteit bloot.

“Eind jaren tachtig was men zich scherp bewust van de zwakke plekken in de Amerikaanse industrie. Het besef dat herstructureringen noodzakelijk waren, werd in de jaren negentig weggedrukt door een massale instroom van internationaal kapitaal op zoek naar veiligheid. Noodzakelijke ingrepen bleven uit. Je kan het vergelijken met het dodende effect van het goud op de economie van het Spaanse imperium in de zestiende eeuw. Sinds de Enron-affaire is het voor iedereen duidelijk dat er wat schort. Buitenlands kapitaal is voorzichtiger geworden. Een sterkere euro geeft de Amerikaanse industrie opnieuw zuurstof, maar remt tegelijk de kapitaaltoevoer uit de rest van de wereld af. Dat kapitaal houdt het mechanisme draaiende.”

In 1998 doorprikte u de internetzeepbel in uw boek ‘L’illusion économique’. Daarin uitte u twijfels over het dynamisme van de Amerikaanse economie.

TODD. “Het zich laten verblinden door economische fenomenen is een weerkerend proces. Het kapitalisme is ongetwijfeld het enige economisch werkbare systeem, maar men vergeet dat illusies deel uitmaken van de magie van het kapitalisme. Buitenlands kapitaal zorgde voor een evenwicht op de Amerikaanse betalingsbalans, maar verdoezelde een historisch handelstekort. Tussen 1993 en 2000 sprong dat tekort van 100 tot 450 miljard dollar. De externe geldmassa ging niet meer naar productieve investeringen, maar dekte een interne consumptiedrang die alsmaar minder door de eigen productie werd gecompenseerd. Want terwijl de Angelsaksische media ons wilden doen geloven dat er een totaal nieuwe economie was ontstaan, brokkelde de industriële basis in snelvaart af. Amerika werd in toenemende mate afhankelijk van de rest van de wereld. Zowel om aan de consumptiebehoeften van zijn bevolking te voldoen als om zijn tekorten te financieren.

“Het effect van het internet en de informaticarevolutie zal minder belangrijk blijken te zijn dan de weerslag van de auto, de koelkast en de telefonie is geweest. Na 1945 was Amerika een sterke, zelfstandige supermacht. Tot halfweg de jaren negentig. Tegenwoordig is de VS voor de wereldeconomie een immens zwart gat dat kapitaal en goederen opzuigt, zonder in staat te zijn dezelfde tegenprestaties te leveren. Airbus is een geduchte concurrent van Boeing geworden. Motorola verbleekt bij Nokia en als Chrysler een degelijke dieselmotor wil, moet het een beroep doen op Mercedes. Om zijn greep te behouden op de wereld die het land voedt, moet Amerika zichzelf herdefiniëren. Zijn overwicht zal niet langer economisch zijn. Wat overblijft, is politieke en militaire hegemonie.”

Amerika als het nieuwe imperiale Rome uit de Oudheid?

TODD. “Aanvankelijk ging die vergelijking op. Na 1945 was Amerika een economische, ideologische, militaire en genereuze macht, die steunde op twee pijlers: Europa en Japan. Beide schuilden instemmend onder de Amerikaanse paraplu. Heel even, na 1990, stelde de VS zich terughoudender op. Tot de imperiale optie rond 1996 heftiger dan voorheen de kop opstak. Bepalend voor de verhoging van de militaire uitgaven – al voor 11 september – was het exploderende handelstekort en een besef van toenemende economische afhankelijkheid van de buitenwereld. Amerika heeft echter niet de militaire overmacht die Rome had om de bevoorrading van het centrum van het keizerrijk lang vol te houden. Want terwijl Amerika de wereld meer dan ooit nodig heeft om zijn systeem in stand te houden, heeft de wereld Amerika steeds minder nodig. De VS houdt de illusie van die ene supermacht overeind met een superieure luchtmacht, die verspreid is over de wereld in militaire basissen, van waaruit nu en dan theatrale militaire operaties worden gelanceerd. Maar Amerika is niet bij machte territorium bezet te houden. Niet in Irak, Afghanistan, Somalië of elders. Amerika is Rome niet. Brzezinski waarschuwde dat de rest van de wereld dat vroeg of laat zou doorhebben.”

Japan en Europa zijn niet bepaald in topvorm om fluitend hun eigen weg te gaan.

TODD. “In de naoorlogse economieën waren de loonkosten niet doorslaggevend, maar slechts één factor naast vele andere. Ik ben geen syndicalist en weet dus ook wel dat in een globaliserende wereldhandel loonkosten niet het enige criterium zijn, maar toch zwaarder wegen. Daardoor kreunt de wereldeconomie overal onder een veel te zwakke consumptievraag. En net zoals de depressie van de jaren dertig Duitsland en Amerika zwaarder trof dan het meer agrarische Frankrijk, krijgen de industriële polen, Europa en Japan, het vandaag harder te verduren dan de Amerikaanse diensteneconomie.

“Het enthousiasme voor de globalisering was in de jaren negentig groot omdat het vruchten afwierp voor de rijken én de armen van Amerika. Het percentage armen daalde er van 15% in 1993 tot 12% in 2001, en de lonen van de arbeidersklasse stegen zelfs. Essentiëler was dat ook de heersende klassen en beleggers in de rest van de wereld ervan profiteerden. Nu het tij keert en de keizer naakt komt te staan, wordt het duidelijk dat Amerika noch de economische middelen, noch de militaire of ideologische kracht bezit om te beletten dat de Europese en Japanse bondgenoten hun eigen weg gaan. Begin vorig jaar was het nog een koud kunstje om iedereen tegen Saddam Hoessein op te zetten. De aarzeling in de voorbije dagen om al dan niet mee naar Bagdad te marcheren is veelzeggend.”

U ziet vrijhandel, alfabetisering en democratisering overal vooruitgaan. De wereld, ook de islamitische, gaat de goede weg op. 11 september, Saddam, de implosie van Ivoorkust. Niets aan de hand?

TODD. “Vergeet de dramatische beelden van de media. De wereld gaat de goede kant op. Rwanda, Ivoorkust, Nigeria en Afghanistan maken hun moderniseringscrisis door. Als het de Amerikanen menens was, zouden ze Iran aanmoedigen in zijn hervormingen in plaats van een land dat net uit zijn overgangscrisis komt, te stigmatiseren als een deel van de “as van het kwaad”. Op Saoedi-Arabië en Pakistan na was de islamitische wereld over zijn moderniseringscrisis heen.

“Het gemiddeld aantal kinderen per vrouw in Iran is teruggevallen tot 2,1 – evenveel als in Amerika. De voortschrijdende alfabetisering in de hele wereld en dalende geboortecijfers die ik in mijn boek weergeef, tonen aan dat – zonder nefaste externe bemoeienissen – zowat overal democratie en vrijhandel in opmars zijn. Dat gaat gepaard met zware turbulenties, maar de algemene tendens is hoopgevend. Ook in Irak.”

Erik Bruyland [{ssquf}]

ebruyland@trends.be

“Het Amerikaanse overwicht zal niet langer economisch zijn. Wat overblijft, is een poging tot politieke en militaire hegemonie.”

“Op Saoedi-Arabië en Pakistan na was de islamitische wereld over zijn moderniseringscrisis heen. Elf september was een afschuwelijke stuiptrekking.”

“Democratie en vrijhandel zijn in opmars. Dat gaat gepaard met zware turbulenties, maar de algemene tendens is hoopgevend. Ook in Irak.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content