Het decolleté van de politica

De ideeën van Friedrich Nietzsche blijven de controverse voeden, ook ruim 100 jaar na zijn dood. Dat blijkt andermaal uit de biografie van Rüdiger Safranski.

“Overtuigingen zijn gevaarlijker vijanden van de waarheid dan leugens.” Zo luidt aforisme 483 uit het eerste deel van Menselijk, al te menselijk (1880), één van de kloeke werken van de beruchte Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900). Je bent geneigd de aforismen aan te wijzen als de verzen in de bijbel. Allicht was de man die de dood van God proclameerde (wat niet hetzelfde hoeft te betekenen als het einde van de godsdienst) zich daar ook wel van bewust. Effectenjacht en stilistische bravoure waren de taalkundige en filosoof uit de buurt van Leipzig nooit vreemd. Toen hij dit boek schreef, sprankelde zijn geest nog. De gevolgen van syfilis (het aids van de negentiende eeuw) teisterden weliswaar zijn lichaam, maar mentaal was hij nog niet geknakt. In het begin kon de later zo zwaarmoedige en paranoïde wijsgeer zich nog verkneukelen in zijn orakels.

Hoe de eigenzinnige hoogleraar steeds meer voeling verloor met de realiteit en ten slotte aan syfilis ten onder ging, maar ook hoe hij toen al op onbegrip en tegenstand stootte, lezen we in Nietzsche – Een biografie van zijn denken.

Nóg een biografie van de filosoof met de hamer? Moet de stroom van biografieën en interpretaties die we vorig jaar te slikken kregen (rond de honderdste herdenking van zijn sterfdag) nu niet ophouden? Niet als die biografie van Rüdiger Safranski (1945) stamt. Safranski is de Tom Wolfe van de filosofenbiografen. Hij stelt niet braaf de kroniek van hun leven op, maar ontpopt zich tot de eigengereide én heldere chroniqueur van hun denken. De ondertitel is dan ook terecht.

Eerder vergastte de Duitser ons al op het uitvlooien van leven en werk van Arthur Schopenhauer en Martin Heidegger. In vergelijking met hun complexe titanenwerk, lijken de doorgaans leesbare, met oneliners gelardeerde boeken van Nietzsche een hele verademing. Dat kan wel eens tegenvallen. Wie zich door Nietzsches oeuvre worstelt, stuit op contradicties en gedachtespinsels die als griezelige draaikolken door zijn geestelijke nalatenschap tollen. Aan de hand van Safranski gaan we in op enkele merkwaardige – en bijwijlen verrassend actuele – bedenkingen die Nietzsche belichtte.

Bert en Freya. “We leven in een tijd waarvan de cultuur gevaar loopt aan de middelen van de cultuur te gronde te gaan.” Aforisme 520 uit Menselijk, al te menselijk haakt onder meer in op de vrees van Nietzsche dat de tandem democratie en technologische vooruitgang zou leiden tot een egalisering van de cultuur. Voor hem waren kunst, cultuur en wetenschap voorbehouden voor een intellectuele elite. Uit zijn denken blijkt een voorkeur voor een verlicht despotisme dat gestoeld is op het intellect. Nietzsche gelooft dan ook in een aristocratie van de geest. Je bent niet van adel door geboorte of arbeid, maar door je intelligentie of inzicht in kunst en wetenschap.

De democratische golf zou de culturele elite overspoelen, vreesde Nietzsche. Democratie en emancipatie zag hij als een duivelspaar, dat finaal zowel de politiek als de cultuur zou uithollen. In het verlengde daarvan moest kunst wel uitmonden in eendimensionale tv-feuilletons, moest kennis wel verkruimelen tot simplistisch infotainment en moest politiek wel ontaarden in showtaferelen. Nietzsche lijkt voorspeld te hebben dat doorgewinterd politicus Herman De Croo een gastrol zou vertolken in een tv-soap, dat minister Bert Anciaux zijn kiezers zou verleiden met tv-tranen, dat de Gentse schepen Freya Van den Bossche sterallures zou krijgen door haar sympathieke tv-snoetje (of decolleté).

Arische kolonie. “Wie dieper denkt, weet dat hij altijd ongelijk heeft.” Ondanks grandioze terechtwijzingen en ontwapenende knipogen (zoals dit aforisme 518), kan je Nietzsche niet bepaald opvoeren als tegengif voor de huidige politieke emocultuur. Zijn afkeer van democratie en andere grillige tot ronduit griezelige standpunten maken hem onpromootbaar. Met zijn verbluffende waarschuwingen hamerde hij niet zelden op de gevoelige spijker. Maar met zijn elitaire evangelie gaf hij eenieder die het wilde ook een vrijgeleide om zijn ideeën voor de meest gruwelijke politieke kar te plaatsen.

Vooral met zijn elitethema, dat gekristalliseerd wordt in zijn Übermensch-idee, werd Nietzsche postuum onder de arm genomen door de nazi’s. Toch kan Nietzsche niet die volledige afgang verweten worden. Nadat de waanzin toegeslagen had, redigeerde zijn zus Elisabeth zijn werk in een richting die de antiracistische Nietzsche nooit geduld zou hebben. Toen de filosoof in 1889 ineenstortte, was Elisabeth net terug uit Paraguay, waar haar man zelfmoord gepleegd had. Hij wilde er een zuivere Arische kolonie met superieure Duitse burgers stichten. Toen al.

Rüdiger Safranski, Nietzsche – Een biografie van zijn denken. Atlas, 380 blz., 1495 fr. Bij Arbeiderspers verschijnen de jongste tijd fraai vormgegeven, herziene edities van de boeken van Nietzsche.

Luc De Decker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content