Het beloofde land

CHRIS VAN DOORSLAER

Mijn oudste zoon heeft zijn diploma TEW op zak. Dat vier je natuurlijk niet met een schouderklopje en een “Goed gedaan, jongen”. Het leek me eerder de uitgelezen gelegenheid om hem de wereld in te sturen voor enkele dagen welverdiende vakantie. Hij mocht de bestemming kiezen. Al had ik wel enkele suggesties: Singapore, Sjanghai, Peking, Mumbai of een van de andere rijzende sterren aan het firmament. Zijn keuze was snel gemaakt: United States it was!

Opvallend toch hoe sterk de aantrekkingskracht van de Verenigde Staten nog altijd is op onze jongere generaties. En dat is heus niet enkel te danken aan de prachtige natuur of de Amerikaanse cultuur, het heeft minstens evenveel te maken met de economie. De VS zijn nog altijd het beloofde land bij uitstek.

Hoewel. Een kanttekening is zeker op zijn plaats, want lang niet iedereen profiteert er van de American Dream. Voor velen lijkt het paradijs meer op een uitzichtloze nachtmerrie. Enkele cijfers: het is geleden van de Grote Depressie in de jaren dertig dat in de VS zoveel banen sneuvelden. Vorige maand maakte het ministerie van Werk bekend dat er in augustus geen bijkomende jobs waren gecreëerd. Maar de arbeidsbevolking in de VS blijft wel groeien. Elk jaar komen er 2 tot 3 miljoen nieuwe mensen op de arbeidsmarkt. Dat betekent dat er zowat 200.000 nieuwe jobs per maand nodig zijn.

Een akelig bewijs van dat onheilspellende nieuws vind je ook in de statistieken van de supermarktketen Walmart. Net na middernacht piekt daar de verkoop. En daar is een heel eenvoudige reden voor. Dat is het moment waarop de voedselbonnen voor de volgende dag worden geactiveerd. Zowat 45 miljoen Amerikanen leven onder de armoedegrens en zijn afhankelijk van die bonnen om te overleven. Dat is een op de zeven Amerikanen.

Ook in de vestiging van ons bedrijf in Dallas was ik enkele weken geleden getuige van de dagelijkse gevolgen van de hoge werkloosheidscijfers (9,1 % in augustus 2011) voor heel wat Amerikanen. Zowat elke dag schakelen we daar een groep uitzendarbeiders in. Bij het begin van de avondshift stond een lange rij mensen aan te schuiven in de hoop een job te krijgen voor die dag. Onder hen ook een jonge moeder met haar kindje op de arm. Zij had die avond geluk. Er was werk voor haar. Ze keek meteen in de richting van haar vriendin die verderop in de rij stond en gaf haar zonder verpinken haar baby mee. Want er moest brood op de plank komen.

En toch is er iets dat velen onder ons nog altijd doet opkijken naar de Verenigde Staten. Het is geen land, maar een idee. Waar anders kan je als Oostenrijkse immigrant Amerikaans staatsburger worden en het in één adem tot gouverneur schoppen? Om Fransman te worden, heb je drie generaties nodig. Japanner word je nooit.

Amerika trekt daardoor ook heel wat brains aan. Het Google van de Amerikaan Sergey Brin was wellicht niet zo’n succes geworden als Sergey gewoon Rus was gebleven in zijn geboorteland. Op de universiteit van Stanford bestaat de studentenpopulatie voor meer dan de helft uit buitenlanders. In Silicon Valley is liefst 80 procent van de bewoners niet geboren in de Verenigde Staten. Ze komen uit alle hoeken van de wereld, maar hebben allemaal één ding gemeen: de ‘ We can do it‘-mentaliteit. Niet de afkomst of de intriges op de werkvloer zijn belangrijk. Alleen de facts en de figures tellen. Daar kunnen veel andere landen een puntje aan zuigen.

Zolang die alles-is-mogelijkmentaliteit ingebakken blijft in het DNA van de Amerikaanse samenleving, zullen de Verenigde Staten een sterke aantrekkingskracht blijven uitoefenen op iedereen die op zoek is naar ‘zijn’ American Dream. En zolang dat gebeurt, zullen de VS ongetwijfeld nog een hele tijd het wereldcentrum van de innovatie blijven.

De auteur is CEO van Cartamundi Group.

Net na middernacht piekt de verkoop bij Walmart. Dan worden de voedselbonnen voor de volgende dag geactiveerd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content