Het Belgische bankgeheim is dood

Uw bank kan uw financiële geheimpjes binnenkort niet meer verstoppen voor de belastingen. Na lange discussies heeft de Kamer de bankdiscretie Belgische stijl geëuthanaseerd.

Strikt genomen bestond het bankgeheim niet in België. In tegenstelling tot artsen en advocaten kan een Belgische bankier niet strafrechtelijk vervolgd worden voor schending van het beroepsgeheim. Hij is wel gebonden aan contractuele discretie. Schending van die discretieplicht – een contractuele fout – kan alleen met een schadevergoeding ongedaan gemaakt worden.

In België bestaat ook geen fiscaal bankgeheim, maar daarop zijn vele uitzonderingen. Het bestaat voor de inkomstenbelasting, maar niet voor de btw of de successierechten. Het kan ook niet ingeroepen worden voor een bezwaarschrift, voor ondernemingen of een strafrechtelijk onderzoek.

In de nieuwe wet staat duidelijk dat er aanwijzingen van fraude moeten zijn om het bankgeheim voor de inkomstenbelasting op te heffen. “Daarbij hoeft de bank niet betrokken te zijn”, zegt Sophie Vanhaelst, een advocate in belastingrecht bij Philippe & Partners.

Pronken is naar de fiscus lonken

Over fiscale fraude bestaan al heel wat wetteksten. Zo worden schrijffouten in belastingaangiften, vergetelheid, enzovoort niet beschouwd als aanwijzingen van fiscale fraude. Een uiterlijk teken van rijkdom is ook niet genoeg om de fiscus toegang te geven tot uw bankrekeningen.

“Vooraf moet bijvoorbeeld aangetoond worden dat de bestedingen van de belastingplichtige groter zijn dan het aangegeven inkomen, moet de belastingplichtige de gelegenheid krijgen om zich te rechtvaardigen en moet een overtuigende respons van zijn kant ontbreken”, klinkt het bij het kabinet van staatssecretaris van Financiën Bernard Clerfayt (FDF).

Advocaat, professor fiscaal recht en verwoede verdediger van het bankgeheim Thierry Afschrift is het daar niet mee eens. Volgens hem is een uiterlijk teken van een abnormale levensstijl al voldoende om een bankonderzoek in gang te zetten. “Dat is de ware betekenis van de tekens van ‘een weelde die groter is dan wat de gedeclareerde inkomsten aangeven’, waarnaar in de nieuwe beschikking verwezen wordt.”

“Er moet zelfs geen aanwijzing van weelde zijn”, benadrukt Afschrift. “Het is voldoende dat de fiscus zich voorneemt om ze te onderzoeken.” Door die mogelijkheid in te schrijven in de nieuwe wettekst “is de doos van Pandora geopend”, voegt advocate Sophie Vanhaelst eraan toe.

De getrapte fiscus

Kan de administratie nu op jacht naar informatie? “De fiscus kan zich tot de banken richten en een taxatieprocedure opstarten als hij op zoek gaat naar tekens of aanwijzingen van weelde, zelfs als er niet de minste aanwijzing van fraude bestaat in hoofde van de belastingplichtige”, bevestigt Afschrift.

Er is volgens hem niets dat de fiscus ervan weerhoudt om de onderzochte bankgegevens van een belastingplichtige te gebruiken tegen andere belastingplichtigen. “Het risico dat de administratie die nieuwe bevoegdheid gebruikt om getrapte dossiers aan te leggen, is reëel.”

De belastingcontroleur die over ernstige en concrete aanwijzingen van fraude beschikt, moet het dossier voorleggen aan zijn regionale directeur. Die kan dan een procedure opstarten. “Pas als de regionale directeur vindt dat een bankonderzoek opportuun is, wordt de opheffing van de bankdiscretie doorgevoerd”, klinkt het bij Clerfayt. Bovendien wordt de belastingplichtige verwittigd en krijgt hij 30 dagen om de gevraagde inlichtingen te verstrekken.

Of de controleur gemakkelijk een akkoord krijgt van zijn regionale directeur hangt af van het dossier en van de persoon. Sommige controleurs hanteren andere prioriteiten naargelang van de aard van het dossier zoals de persoonlijkheid van de belastingplichtige en de bedragen waarover het gaat. Sommige ambtenaren treden ook offensiever op dan andere. De controleur beschikt over een vrij brede beoordelingsmarge en dat kan leiden tot andere beslissingen naargelang van het bureau en de regionale directie.

De nieuwe beschikkingen worden op 1 juli van kracht. “Maar er moet rekening worden gehouden met een feitelijke retroactiviteit”, waarschuwt Afschrift. Zonder aanwijzingen van fraude geldt de normale verjaringstermijn van drie jaar. Als er wel aanwijzingen van fraude zijn, strekt het herzieningstijdperk zich uit over zeven jaar.

Concreet kan de fiscus na 1 juli 2011 de banken vragen naar transacties die sinds 1 januari 2008 werden uitgevoerd en, als er aanwijzingen van fraude zijn, zelfs sinds 1 januari 2004. “In de praktijk zal het altijd zeven jaar zijn”, bevestigt Afschrift.

Een centraal rekeningenbestand

Een van de instrumenten waarover de controleur kan beschikken om te weten te komen tot welke bank hij zich moet richten, is het centrale bestand van bankrekeningen dat bij de Nationale Bank wordt aangelegd. Een uitvoerings-KB moet daarover nog verschijnen, maar het ziet ernaar uit dat in het bestand alleen de namen van de titularissen en hun rekeningnummers komen, niet de stand van de rekening en ook geen historiek. De controleurs kunnen ook nagaan of bepaalde rekeningen afgesloten werden.

Bij Clerfayt vernemen we dat alleen de regionale directeur de waarde van de aanwijzing van fraude kan beoordelen. De banken kunnen dus alleen de klant verwittigen en ervoor zorgen dat het dossier in orde is. Ze kunnen zich er niet van vergewissen dat de geldigheid van de voorwaarden vervuld moet zijn om het onderzoek op te starten.

“Uiteraard kan er achteraf altijd een gerechtelijke controle plaatsvinden. Als de belastingplichtige de aanslag op basis van de bankgegevens betwist en als de rechter oordeelt dat de aanwijzingen van fraude ongeldig waren, dan vervalt de aanslag.”

Afschrift vraagt zich af na hoeveel jaar dat gebeurt. Hij wijst ook op gegevens die de ronde kunnen doen ten nadele van de belastingplichtige en misschien ook anderen. “Het is bovendien onduidelijk wie erover waakt dat de voorwaarden gerespecteerd worden. Er is geen enkele filter of controle om na te gaan of de aanwijzingen van fraude bestaan.” Het Fiscaal Verzoeningscollege speelt geen enkele rol en de administratie dreigt haar eigen rechter te worden.

Vóór de opheffing van het bankgeheim toegestaan is, vraagt de fiscus aan de belastingplichtige of hij zijn veronderstelde belastingverplichtingen niet voorafgaandelijk wil nakomen. Op die manier wil de wetgever langdurige juridische procedures vermijden en de staatskas sneller aanvullen.

De belastingplichtige kan zich ook met een kort geding meteen tot de rechtbank wenden. “Een kort geding aanspannen om de bank te verbieden te antwoorden op de vragen van de administratie is voor de belastingplichtige de enige mogelijkheid om de initiatieven van de administratie te blokkeren”, zegt Afschrift.

Geld op rekeningen in Luxemburg of Zwitserland verandert niets aan de zaak, op voorwaarde dat de inkomsten aangegeven worden bij de Belgische belastingen. “Omdat ze beducht zijn voor de gevolgen van de opheffing van het bankgeheim in België overwegen sommige belastingbetalers om officieel met hun geregulariseerde fondsen terug te keren naar Luxemburg”, merkt Vanhaelst op. “Ze willen daarmee gewoon vermijden dat de administratie in het bezit komt van sommige van hun rekeningnummers.”

Fiscus kan chanteren

Als je al een conflict hebt met de fiscus en er loopt een klacht bij de rechtbank is dat geen aanwijzing voor fraude. Het is wel mogelijk een overeenkomst te sluiten met het parket, zelfs als er al een strafrechtelijke procedure loopt. Het is de bedoeling om de juridische achterstand in fiscale zaken af te bouwen en de rechtbanken te ontlasten, zodat die zich kunnen concentreren op de zware gevallen van belastingontduiking.

“Maar zulke schikkingen zijn onderworpen aan het veto van de administratie die daardoor een buitensporige macht toegeschoven krijgt”, zegt Afschrift. Het gevolg is dat de administratie van dit nieuwe wapen gebruik kan maken om de belastingplichtigen te chanteren.

De regularisatieprocedure blijft terecht ongewijzigd. De opheffing van het bankgeheim dreigt voor sommige belastingplichtigen spectaculaire gevolgen te hebben. Zij kunnen in een bijzonder delicate situatie terechtkomen. Om te vermijden dat ze van de ene dag op de andere vast komen te zitten, is het achterpoortje van de regularisatie welgekomen.

Ook een nieuwe fiscale amnestie is mogelijk. Heel wat Belgen willen hun toestand regulariseren en vooral in een geruststellende en duidelijke context. Ook in politieke kringen bestaat daartoe een zekere bereidheid. In magere jaren doet een nieuwe fiscale amnestie die tot 1 miljard euro naar de staatskas kan doen vloeien alle partijen watertanden.

SÉBASTIEN BURON

Als je een conflict hebt met de fiscus en er loopt een klacht bij de rechtbank is dat geen aanwijzing voor fraude.”Schikkingen zijn onderworpen aan het veto van de administratie die daardoor een buitensporige macht toegeschoven krijgt” Thierry Afschrift

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content