Het belastingformulier is een oerwoud

Ondanks de belofte van Paars verdubbelde de regering het aantal codes op het aanslagformulier. Politici zijn verslaafd aan fiscale cadeautjes uitdelen. Maar niemand ziet het bos nog door de bomen. En de fouten stapelen zich op.

Illustratie Debora Lauwers

Door Eric Pompen / Illustratie Debora Lauwers

De personenbelasting is een stort, waar enkel de jutter – lees fiscalist – nog zijn gading vindt”, zucht Jef Wellens, belastingspecialist bij Kluwer. “In overleg met de gewesten dringt zich een grondige sanering op. Jammer genoeg ontbreekt de politieke moed om écht te vereenvoudigen. Sommige burgers zullen dan verliezen en dat hebben onze politici niet graag.”

Vorige week kwam aan het licht dat de fiscus dit jaar al 3000 foute eindafrekeningen verstuurde. Na de rekenfout van 800 miljoen euro in 2006, de zoveelste blunder van een overheidsadministratie in crisis. Belastingen zijn zo complex geworden dat zelfs de ambtenaren er niet meer wijs uit raken. “De tijd is rijp dat er opnieuw een Koninklijke Commissie ter vereenvoudiging van de Fiscaliteit wordt opgericht, zoals eind jaren tachtig”, zegt professor Luc Maes, voorzitter van de Fiscale Hogeschool (FHS). “Ondanks de verschillende wijzigingen, die de opeenvolgende regeringen hebben aangebracht, is bijna een halve eeuw weinig of niets fundamenteels veranderd aan het concept van de personenbelasting. De wet van 20 november 1962 vormt nog steeds de basis voor een progressief stelsel per persoon met een belastingvrije som en verminderingen, zoals de aftrek voor hypothecaire leningen. Ondertussen is wel het aantal tarieven gedaald, maar zijn de uitzonderingen exponentieel toegenomen.”

Wildgroei van rubrieken

Zo steeg tussen aanslagjaar 2000 en 2008 het aantal rubrieken in de belastingbrief van 349 tot 628 codes. Dit is een verdubbeling sinds de belofte van Paars om de fiscaliteit te vereenvoudigen. Ruim de helft zijn aftrekken, verminderingen of andere voordelen. Volgens Wellens teistert een wildgroei het belastingformulier. De mensen zien door de bomen het bos niet meer. Dat blijkt alleszins uit de vele reacties op zijn weblog taxtalk.be.

“De overheid neemt een groot deel van onze inkomsten uit arbeid in beslag, maar deelt ook graag geschenken uit”, legt Lieven Van Belleghem, auteur van de Praktische Belasting- service, uit. “Volksvertegenwoordigers willen elke doelgroep in de samenleving tevredenstellen. Dat betekent dat iedereen een voordeel krijgt. Maar zo neemt het aantal regeltjes alsmaar toe. Mijn handboek telde in 2000 slechts 368 pagina’s. De huidige editie zit al aan 504 bladzijden, exclusief de kopie van een leeg aangifteformulier als voorbeeld in bijlage.”

De sterkste stijging vond plaats bij de uitgaven die recht geven op een belastingvermindering. In vergelijking met 1999 prijken niet minder dan negen nieuwelingen op de lijst van in totaal twaalf posten: dienstencheques, win-winleningen, energiebesparing, passiefhuizen, grootstedelijk beleid, milieuvriendelijke wagens, obligaties van het energiefonds, huurwoningen, en brand- en inbraakbeveiliging. Ook de milieumaatregelen zitten in de lift. Op vijf jaar tijd werd de maximumvermindering voor energiebesparing viermaal verhoogd. Maar deze wijzigingen hebben volgens de fiscalist van Kluwer ook een pervers effect. Wellens: “Sommige belastingplichtigen stellen hun investering om fiscale redenen uit. Hierdoor voelen de energiespaarders van het eerste uur zich bekocht. De overheid gebruikt de fiscaliteit nogal overhaast als een hefboom voor maatschappelijke problemen. Maar dat bereikt niet altijd het beoogde resultaat. Zelfs Carlos Six, grote baas bij de belastingadministratie, gaf op VTM toe dat het te veel wordt.”

Te complexe aangifte

Vooral de fiscale behandeling van aanvullende pensioenen is een zware klus. Maes: “Verschillende tarieven zijn van toepassing: 33 %, 16,5 %, 10 %. Maar de juiste berekening is niet gemakkelijk. Zou het niet veel eenvoudiger zijn één tarief vast te leggen voor zowel oude als nieuwe overeenkomsten?”

Naast de regeldrift van de overheid ziet Jef Wellens nog twee andere oorzaken van de huidige wildgroei: Europa en Vlaanderen. “De fiscale wetgeving is de jongste jaren meer en meer aangepast aan de Europese regelgeving. Hierdoor beperken maatregelen zich niet langer tot België, maar gelden voor de hele Europese Economische Ruimte (EER), inclusief Liechtenstein, Noorwegen en IJsland. Zo breidde de aangifte dit jaar uit met een nieuwe rubriek voor de buitenlandse ‘eigen’ woning. Ook de Europese spaarrichtlijn zorgt nu al enkele jaren voor bijkomende codes. Aan de andere kant drukt de regionalisering van de fiscaliteit zijn stempel op de belastingbrief. Zo kunnen Vlamingen een belastingvermindering voor win-winleningen of Arkimedesaandelen genieten – sinds kort zelfs een algemene korting op de personenbelasting – terwijl de inwoners van de andere regio’s op dit vlak in de kou blijven staan. Die Vlaamse posten prijken echter ook op hun aangifte. De vraag rijst hoelang de Franstalige landgenoten dit nog zullen pikken? Een evolutie naar een afzonderlijke aangifte per gewest lijkt op lange termijn onafwendbaar.”

Maar al die aanpassingen en uitbreidingen verhogen de foutenmarge, zowel voor de burger als voor de belastingadministratie. De fiscale regels zijn volgens Wellens zo ingewikkeld geworden dat de ambtenaren amper nog aan controle toekomen. “Vandaag is de gemiddelde belastingbetaler, zelfs met een academische opleiding, niet meer in staat om alle rubrieken van zijn aangifte te begrijpen”, voegt professor Maes daaraan toe. “Bovendien moet hij soms keuzes maken zonder een duidelijk zicht op de fiscale gevolgen. Denk bijvoorbeeld aan de kosten voor de kinderkribbe of de extra aftrek voor kinderen onder drie jaar. Beide voordelen zijn niet te combineren. Gelukkig biedt de website van Financiën de mogelijkheid om het anoniem zelf te berekenen, maar wie doet dat?”

Naast een golf van fiscale snoepjes stelt Van Belleghem ook praktische problemen bij de uitvoering vast: “Zo bestaat er nog altijd geen praktische toelichting op de Wet Aanvullende Pensioenen (WAP), ondanks het feit dat het parlement deze maatregel al in 2003 goedkeurde.” Als anekdote vertelt de fiscale docent dat zijn basisopleiding ‘personenbelasting’ twee decennia geleden een zevental uren in beslag nam. Tegenwoordig moet hij voor dezelfde opleiding twee dagen uittrekken. Bovendien vindt Van Belleghem het niet normaal dat de plaatselijke belastingcontroleurs op de hoogte moeten zijn van de fiscale wijzigingen, maar in de praktijk zelf moeten investeren in een belastinggids of eventueel op eigen kosten actualiseringscursussen moeten volgen om tijdig geïnformeerd te raken.

Niet billijk

Voor het aanslagjaar 2008 kent de personenbelasting nog vijf verschillende tarieven: van 25 % tot en met 50 %. De belastingvrije som bedraagt 6040 euro. Dankzij talrijke aftrekken en verminderingen ligt de effectieve aanslagvoet een pak lager.

Volgens de Organisatie voor Economische en Sociale Ontwikkeling (OESO) roomt de Belgische staat echter nog altijd 40,5 % van het loon van een gemiddeld gezin met twee kinderen af. Nochtans geniet de kroost veel fiscale voordelen in ons land. Een gezin dat uitbreidt van drie naar vier spruiten, verdient daar netto 1978 euro per jaar aan.

Maar het huidige belastingsysteem bevoordeelt de belastingplichtigen met een hoger inkomen. Zo genieten vooral de hogere inkomenscategorieën van de verminderingen voor bouwsparen en levens- of groepsverzekeringen. Wie in de hoogste schijf zit, verdient relatief het meest aan elke aftrek. Dat kun je moeilijk billijk noemen. Van Belleghem: “Bovendien kunnen zij gemakkelijker een beroep doen op fiscale adviseurs om het onderste uit de kan te halen. Ook komen de lagere sociale klassen niet in aanmerking voor vele verminderingen wegens gebrek aan financiële middelen. Denk bijvoorbeeld aan de plaatsing van zonnecelpanelen.”

Daarom stelde de Hoge Raad van Financiën al in 2003 voor om te streven naar belastingverminderingen met vaste bedragen en tarieven. Op die manier is er geen invloed op het netto belastbaar inkomen, dat dikwijls als criterium wordt gebruikt in tal van andere wetgevingen – zoals bijvoorbeeld bij de toekenning van studiebeurzen, bouw- of renovatiepremies. Van Belleghem: “Een goede stap in die richting is alvast het omzetten van de belastingvermindering voor dienstencheques in een belastingkrediet. Dankzij deze rechtstreekse vermindering van de verschuldigde belasting genieten ook belastingplichtigen met een laag inkomen van dat voordeel. Bij een fiscale aftrek, die de belastbare basis vermindert, vallen zij immers uit de boot. Maar de rechtstreekse korting op factuur, zoals bij de aankoop van een milieuvriendelijk voertuig, is een nog betere techniek. Zo krijgt de belastingplichtige onmiddellijk het voordeel.”

Weg met overgangsregels

Als oorzaken van die versnippering wijst de fiscalist van Kluwer naar de fiscale hervorming eind vorige eeuw. Wellens: “Symptomatisch zijn de voortdurende wijzigingen, die soms midden in het kalenderjaar plaatsvinden, waardoor de aangifte nodeloos uitbreidt. Denken we maar aan de vermindering voor overuren. Zo getuigt een politiek van nieuwigheden invoeren om ze dan een half jaar later weer aan te passen, zoals bij de roetfilter, van weinig visie.”

Ook van de aangekondigde groepering van fiscale uitgaven is niet veel in huis gekomen, uitgezonderd misschien de woonbonus. Maar deze nieuwe regel blinkt evenmin uit in helderheid. Professor Maes: “Principieel vervangt de woonbonus alle aftrekken voor de enige woning, de hypothecaire leningen en de schuldsaldoverzekeringen. Maar voor wie in 2004 of daarvoor een krediet heeft afgesloten, blijft de oude wetgeving gelden. Erger nog, er zijn zelfs combinaties mogelijk. Dat maakt de fiscaliteit vandaag zo moeilijk. Zo worden veel fouten gemaakt, wat de schatkist geld kost. Want veel ambtenaren hebben ook geen zin meer om deze ingewikkelde regeling van naaldje tot draadje te controleren. Het is hoog tijd dat de regering voor eens en voor altijd een einde maakt aan al die overgangsmaatregelen, die tot in de eeuwen der eeuwigheid voortduren.”

“Je kunt je toch moeilijk voorstellen dat sommige belastingplichtigen in 2030 nog fiscale spelregels moeten toepassen, die al in 2004 formeel werden afgeschaft”, voegt Wellens daaraan toe. “Toch is dat de realiteit.”

“De circulaire, die voor de nodige verduidelijking in de woonbonus moet zorgen, beslaat 37 pagina’s”, bevestigt Van Belleghem. “De tekst staat vol met verwijzingen naar wetsartikelen zonder gemakkelijk toegankelijke voorbeelden. Ik trakteer elke belastingcontroleur, die de inhoud daarvan nog begrijpt.”

Gebrek aan transparantie

Volgens de FHS-voorzitter is gebrek aan transparantie hét grote probleem in de personenbelasting. Maes: “Ik heb problemen met maatregelen van de overheid, waarvan de burger het effect niet kan zien. Sommige aftrekken verdwijnen voor een tijdje, maar worden niet definitief geschrapt. Dit jaar staat de belastingvermindering voor aankoop van aandelen in het Startersfonds niet vermeld in het aanslagbiljet, omdat de overheid in 2007 geen effecten van dit beleggingsinstrument op de markt heeft gegooid. Maar de maatregel bestaat nog altijd. Ook is het niet duidelijk welke woningen voor de belastingvermindering van sociale verhuurkantoren in aanmerking komen. Voorts zorgt de wildgroei aan tussenkomsten van de overheid voor verwarring bij de betrokken bedrijfssectoren. Niet alle dakwerkers zijn op de hoogte van het feit dat zij een fiscaal attest voor isolatiewerken kunnen uitschrijven.”

Ondertussen werkt het ministerie van Financiën al jaren aan de afschaffing van de aangifteplicht. De overheid heeft toch al praktisch alle gegevens in bezit. Maar de bank- en verzekeringssector wil niet meewerken aan de automatische uitwisseling van informatie, aldus Carlos Six, topman van belastingen. Van Belleghem: “Maar in geval van de hypothecaire leningen betwijfel ik zelfs of de administratie hiermee een correcte berekening van de belasting kan maken. Verminderingen voor de kapitaalaflossingen zijn immers dikwijls afhankelijk van het aantal kinderen ten laste op een bepaald moment. Dat ‘automatisch’ achterhalen is niet evident. Bovendien moeten de belastingplichtigen dikwijls een keuze maken tussen de verschillende systemen en is zelfs een combinatie mogelijk. Zelfs als de fiscus de kapitaalaflossingen van iedere kredietnemer krijgt, kan ze nog niets met deze informatie doen.”

Ook leidt de politieke drang om alles en nog wat te regelen tot hopeloze verwarring. Zo zijn de voordelen allemaal gekoppeld aan een rist voorwaarden. “Maar vele verminderingen zijn te laag om tot gedragswijzigingen te leiden”, zegt Wellens. “Bovendien treedt het effect pas twee jaar na datum op, als de eindafrekening van de belastingen in de bus valt. Zo verdwijnt de link tussen de uitgave en de besparing. Daarom zou de overheid beter werken met rechtstreekse kortingen, zoals nu gebeurt met de steun voor de roetfilter.”

In die zin pleit professor Maes voor subsidies om het gedrag van de burgers bij te sturen. “Zo krijg je sinds 1 juli 2007 onmiddellijk een premie van je garagist als je een milieuvriendelijke wagen koopt”, zegt hij. “Dat is veel efficiënter, want de belastingplichtige ziet onmiddellijk zijn voordeel.”

Vereenvoudigen is het devies

Vereenvoudigen is de enige grote opdracht voor de volgende regering schreef professor-emeritus Frans Vanistendael in zijn editoriaal van het Algemeen Fiscaal Tijdschrift van april 2007. Twee decennia geleden boog een ‘Commissie voor de vereenvoudiging van de fiscaliteit’ zich al eens over mogelijke oplossingen. Maar de opeenvolgende regeringen hebben bitter weinig met deze aanbevelingen gedaan. De nieuwe regering kan deze fout herstellen. Het beste tijdstip is nu, bij het begin van de legislatuur. Het belangrijkste obstakel is de politieke oppositie van die groepen in de maatschappij die moeten inleveren, aldus Vanistendael. “Bovendien bestaat de grote en hardnekkige illusie dat wanneer men een fiscale maatregel neemt, het probleem ook is opgelost. Het meest typische voorbeeld hiervan is de niets ontziende heftigheid, waarmee de vorige regering milieuaanpassingen trachtte door te voeren in het belastingstelsel.”

Toch ziet Maes enig licht in de duisternis: “Zo start een werkgroep deze lente met de uitwerking van een ingevuld aanslagbiljet conform Tax on Web. Dat is een stap in de goede richting. Maar het betekent geen echte vereenvoudiging van de fiscaliteit. Als de administratie een fout maakt, moet de burger ze nog ontdekken en laten rechtzetten. Er is dringend nood aan een grote kuis, zeker in de aftrekposten.”

“Schrap de overgangsmaatregelen, voer forfaitaire korven van aftrekken in, verlaag de aanslagvoet en verhoog de belastingvrije som tot minstens het niveau van het bestaansminimum”, besluit de FHS-voorzitter. Als voorbeeld verwijst Maes naar de oplossing, die de regering gevonden heeft voor bepaalde sportlui in bijberoep en voor onderzoekers die delen in de resultaten van hun uitvinding. “Zij worden voortaan aan een uniform tarief van 33 % belast. Deze aanslagvoet leunt dicht aan bij het tarief van de vennootschapsbelasting. Waarom kan dat niet voor meer beroepsinkomsten?” (T)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content