“Het aantal stakingen in 2005 zal stijgen”

Als de sociale partners geen interprofessioneel akkoord bereiken, zullen de ondernemingen de prijs betalen. Dat is de mening van Paul Windey, voorzitter van de Nationale Arbeidsraad.Amsterdam (Nederland)

P aul Windey was vorige week vrijdag een van de sprekers op de November Conference van het human-resourcesblad HR Square in Amsterdam. Windey zei dat hij de kans op een interprofessioneel akkoord nog op 30 % schatte. Afgelopen maandag is het overleg niet afgesprongen, hoewel daarvoor gevreesd werd. Vandaag, donderdag, wordt opnieuw vergaderd.

Paul Windey is sinds 1998 de voorzitter van de Nationale Arbeidsraad ( NAR), waar de sociale partners in alle luwte de regering adviseren en collectieve arbeidsovereenkomsten sluiten. Hij is dus een bevoorrechte waarnemer. Windey heeft een vakbondsachtergrond. In de eerste helft van de jaren tachtig werkte hij bij het ACV. Wij hadden een gesprek met Windey na zijn speech in Amsterdam.

PAUL WINDEY (NAR). “Dan verschuift het gewicht volledig naar de sectoren en de ondernemingen. Het zal dan warm worden in het voorjaar van 2005, het aantal stakingen zal stijgen.”

Velen vinden het nochtans een goede evolutie als het overleg op bedrijfsniveau wordt gevoerd.

WINDEY. “Het wordt dan een pure machtsstrijd. De ondernemingen waar een loonsverhoging mogelijk is, zullen zwaar betalen. Bij de KMO’s zullen de werknemers uitgesloten worden van enige vorm van loonsverhoging.

“Uit de analyse van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven blijkt er een grote wage drift te bestaan. De vakbonden zeggen dat die het gevolg is van loonsverhogingen die werkgevers hebben toegestaan in sectoren waar geen CAO werd gesloten. Ze zeggen dat ze in de afgesloten CAO’s de loonnorm hebben nageleefd. Ik kan die redenering volgen. Het is inderdaad niet de vakbond die de oorzaak van de ontsporing is. De loonnorm heeft als doel de vakbond medeverantwoordelijkheid te geven in de loonontwikkeling. Zoals de zaken nu voorgesteld worden, krijgen we het omgekeerde effect.”

Als de sociale partners geen akkoord bereiken, moet de regering een loonnorm vastleggen. Zal een politieke loonnorm anders wegen dan een overlegde norm?

WINDEY. “De eerste vraag is of de regering in staat is een loonnorm op te leggen. Als ze daar toch in slaagt, zal die een minder ‘matigende’ invloed hebben op de onderhandelingen in de sectoren en bedrijven. Bovendien zal er wellicht minder ruimte zijn voor andere belangrijke zaken zoals vorming, oudere werknemers, mobiliteit, combinatie van gezin en werk, kwaliteit van de arbeid enzovoort.”

Moet de regering niet actiever zijn in het sociale beleid?

WINDEY. “De jongste jaren heeft de politiek de sociale partners wat aan de zijlijn gezet. Soms legde ze zelfs unanieme adviezen van de Nationale Arbeidsraad naast zich neer. Daardoor zijn de sociale partners meer gaan lobbyen in plaats van te streven naar compromissen. Het wordt een politiek machtsspel. En omdat deze regering veel doet in functie van de media en de publieke opinie, zullen de ondernemers voor deze evolutie betalen.

“Maar we hebben wel een sterke overheid nodig. Anders blijven de sociale partners te defensief en focussen ze te veel op de korte termijn. Neem bijvoorbeeld de verlaging van de belastingen. De vakbonden rekenden op die koopkrachtverhoging om de looneisen te temperen. Nu blijkt plots dat die verhoging er pas later komt. Door die onvoorspelbaarheid van de regering verdwijnt een belangrijk element om te matigen.”

Zal een mislukking van het interprofessioneel overleg ook een effect hebben op de discussie over het loopbaaneinde?

WINDEY. “Ik denk dat er zonder een interprofessioneel akkoord weinig bereidheid zal zijn om deze problematiek aan te pakken. En dit is een probleem dat niet in de bedrijven kan worden opgelost. Maar als er geen consensus komt, is het wel mogelijk dat de last op de ondernemers valt.

“Nu wordt gefocust op brugpensioen en Canada Dry ( nvdr – een soort brugpensioen zonder regels). Het gaat om circa 200.000 mensen. Dat is een probleem, maar lang niet het enige. Er zijn bijvoorbeeld de overheidsambtenaren met een wettelijke pensioenleeftijd die ver onder de 65 jaar ligt, zoals in het onderwijs, de politie, de rijkswacht. Dat zijn grotere aantallen. Er zijn de invaliden, de vrouwen, jongeren en migranten die onvoldoende aanwezig zijn op de arbeidsmarkt… Door te focussen op brugpensioen organiseren we het conflict, want de defensieve reactie van de vakbonden daarop is erg sterk. We moeten de discussie opentrekken.”

Guido Muelenaer

“Als er geen interprofessioneel akkoord wordt gesloten, zal het warm worden in het voorjaar van 2005.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content