Hemels manna

Is er in België wettelijk ruimte voor een informele club van investeringsengels ? De West-Vlaamse financier Fernand Cloet denkt van wel.

Het was op een zaterdag, tussen kerst en nieuw, dat Fernand Cloet (47 j.) zijn plannen uit de doeken deed om een Vlaamse “Business Angels Club” naar Amerikaans model op te starten. Hij legde ze uit als volgt : “In België is alles zeer gestructureerd. Maar niet iedereen die geld heeft, wil dat aan een fonds toevertrouwen. En voor vele mensen met ideeën is de drempel naar een risicokapitaalfonds te hoog. Ik wil daarom een fonds oprichten zónder structuur, een informeel ontmoetingsplatform waar interessante investeringsdossiers aan private durfkapitaalverschaffers kunnen worden voorgesteld.”

De volgende maandag kreeg Fernand Cloet prompt een telefoontje van Jean-Louis Duplat, de voorzitter van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen ( CBF). Of ze elkaar even konden ontmoeten. Want wie kapitaal wil inzamelen in België, moet rekening houden met het KB van 9 januari 1991. Daarin staat duidelijk bepaald dat elke verrichting om spaargelden aan te trekken een publiek karakter heeft en dus het fiat van de CBF nodig heeft zodra er “reclamemiddelen” voor worden aangewend, een beroep wordt gedaan op “bemiddelaars” of meer dan vijftig personen worden aangeschreven. Uitzondering op de regel zijn institutionelen of beleggers met een minimale inzet van 10 miljoen frank.

Dat laatste is echter niet de bedoeling van Fernand Cloet. “Als er iemand is die bij wijze van spreken met 100 frank wil meedoen, moet dat kunnen,” zegt hij. “Een echt criterium om investeerders al dan niet toe te laten, is er niet. Al willen we er natuurlijk geen Grand Bazar van maken.”

Het idee om een club van investeringsengels op te richten is niet nieuw. In San Francisco bestaat al enkele jaren de Band of Angels, een informele vereniging van 200 leden die op regelmatige tijdstippen een forum biedt aan ondernemers die een interessant investeringsproject kunnen voorleggen. “Ook in Boston is een dergelijke vereniging actief. Ze investeert in spin-offs van het MIT,” aldus Fernand Cloet. “Het is onze bedoeling om ook hier zo’n ideeënclub op te zetten die steunt op een netwerk van investeerders.”

MICHAEL MILKEN.

Voor groeikapitaal moet een bedrijf in dit land vandaag de dag op zoek gaan in het geijkte circuit van banken of durfkapitaalfondsen, waar té embryonale dossiers veelal verdwijnen tussen de mazen van het net. Nochtans tonen (ex-)ondernemers zoals een Leo Billion, die nu al bijna een half miljard frank investeerde in meer dan 15 groeibedrijven, dat het ook anders kan. Zelfs figuren zoals een Aimé Desimpel ( Creafund), Jean Van Marcke ( Lessius), Paul de Vrée ( Advent) of het duo Luc Geuten/Leon Seynaeve ( Mitiska), doen op regelmatige basis aan “informal investing”.

Ook Fernand Cloet hoort in dit rijtje thuis. In 1989 verkocht deze ex-veevoederproducent zijn bedrijf Cloet Veevoeders bekend van de volkse marketingslogan “Cloet voedt vee goed” aan concurrent Leievoeders. Het was een middelgroot veevoederbedrijf dat hij had geërfd en uitgebouwd tot een firma met een omzet van 2,5 miljard frank. Stapsgewijs nam de ondernemer nieuwe participaties in (jonge) groeibedrijven : onder meer in Tack International (tuinhuizen), Canti Storage (stockage-rekken) en Inimap (software).

In 1990 leerde Fernand Cloet het ondernemersduo Jo Lernout en Pol Hauspie kennen. De lectuur van een boek over Michael Milken de financiële wonderboy uit de jaren ’80 die met behulp van “rommelobligaties” allerlei ingewikkelde constructies uitdacht voor de financiering van bedrijven bracht hem op het idee om een dergelijke vorm van risicofinanciering uit te werken voor Lernout & Hauspie Speech Products. Het Ieperse spraakbedrijf slaagde er op die manier in om tussen 1992 tot 1994, naar schatting zo’n 200 à 300 miljoen frank op te halen. De uitgifte van de obligaties werd gechaperonneerd door de bank Indosuez Luxembourg. Fernand Cloet leverde zoals hijzelf zei “het nodige metselwerk” : tientallen investeerders vond hij bereid om in te schrijven op deze risicovolle obligaties.

Precies dat concept wil de financier vandaag op Vlaanderen overenten, maar in een gestructureerd concept. Op de financiering van LHSP was er toen geen enkele controle vanuit de Bankcommissie mogelijk. “We waren cowboys,” geeft Fernand Cloet toe. “Nu ligt dat anders. Ik wil de nadruk leggen op het wettelijk kader van dit initiatief. We werken hiervoor trouwens samen met het advocatenkantoor Loeff Claeys Verbeke.”

Vorige week donderdag hadden Fernand Cloet, Pol Hauspie en advocaat Thomas Denys een afspraak met Jean-Louis Duplat. Naar verluidt wordt gedacht aan een besloten vzw-structuur voor de club van investeringsengels, mét ledenbijdrage (dit om de nodige professionele screening te doen). De vereniging zou geenszins kunnen optreden als investeringsbankier, makelaar of plaatser van effecten. Statutair zouden de leden verplicht worden om de nodige discretie in acht te nemen.

“De CBF is ons initiatief gunstig gezind, en dat is al een eerste belangrijke stap,” besluit Cloet. Enkel het woordje engel zit hem dwars. “Dat klinkt voor mij te liefdadig en te heilig. Misschien dat we daar iets moeten aan veranderen.”

PDP

FERNAND CLOET (BUSINESS ANGELS CLUB) Een investeringsfonds zonder structuur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content