Pedro Matthynssens

‘Heeft iemand nog chips?’

Pedro Matthynssens Columnist

‘We leven sinds de coronapandemie in een wereldwijde tekorteconomie. Maar het ene tekort is duidelijk het andere niet’, zegt Pedro Matthynssens, CEO van Vanbreda Risk & Benefits.

Er bestaan chips in allerlei smaken en formaten. De bekendste zijn ongetwijfeld de aardappel- en de microchips. Van de eerste soort is er een tekort in de supermarkten in het Verenigd Koninkrijk. Van de tweede soort is er een tekort op alle wereldmarkten. Het gebruik van microchips is de voorbije jaren enorm gestegen. Chips worden geïntegreerd in zowat alle elektronica, maar ook in allerlei andere items – van identiteitskaarten en koelkasten tot smartphones en vliegtuigen. Ik durf zelfs te stellen dat aardappelchips afzweren eenvoudiger is dan leven zonder microchips.

Sinds de coronacrisis is de vraag naar microchips ontploft. Toen de hele wereld plots ging thuiswerken, was er bij consumenten een grote vraag naar elektronica zoals laptops. Leveranciers konden moeilijk inschatten welke voorraad ze nodig hadden. Denk maar aan bedrijven die chips leveren voor de auto-industrie. De verkoop van auto’s implodeerde tijdens de eerste lockdown, om vervolgens weer sterk op te veren. Er worden vandaag gloednieuwe wagens afgeleverd zonder de gewenste opties, omdat de chips ervoor niet voorradig zijn. In een toekomst gekenmerkt door artificiële intelligentie, zelfrijdende auto’s en kwantumcomputers zal de vraag naar chips alleen maar toenemen.

Heeft iemand nog chips?

De grondstof die wordt gebruikt voor de productie van chips, is silicium – beter bekend als zand. De productie is het summum van engineering en omvat meer dan duizend stappen. Veel bedrijven focussen daarom op het perfectioneren van één of enkele stappen in dat proces. Andere bouwen uitsluitend chiptoepassingen voor één sector. Een Nederlands hightechbedrijf specialiseert zich bijvoorbeeld in het maken van machines die met extreem ultraviolet licht ontwerpen etsen in geavanceerde chips. Een Belgische elektronicafabrikant legt zich toe op het ontwerpen en testen van chips voor slimme sensoren in auto’s. De maximale tolerantie voor stofdeeltjes in de lucht of vervuiling van het water bij het vervaardigen van een chip is bovendien te vergelijken met één korrel zand in zestien olympische zwembaden. Twee korrels zand en het productieproces is naar de vaantjes.

Behalve doorgedreven expertise vereist de bouw van een fabriek voor de productie van de basis van chips – het gieten van de siliciumlaag – kapitaal. De kostprijs varieert tussen 10 en 20 miljard euro, afhankelijk van het nauwkeurigheidsniveau dat vereist is. Het duurt gemiddeld twee jaar voor zo’n fabriek gebruiksklaar is.

Het complexe en dure productieproces maakt dat veel bedrijven in de chipindustrie de eerste stappen ervan uitbesteden en er weinig enthousiasme is om nieuwe kapitaalintensieve fabrieken te bouwen. Hoe dichter bij de bron, hoe meer de industrie geconsolideerd is. Dat verklaart waarom één fabrikant, een bedrijf in Taiwan, verantwoordelijk is voor meer dan de helft van de basiscomponenten van alle chips ter wereld.

De Taiwanese marktleider zit desondanks tussen hamer en aambeeld in de wereldwijde strijd om de chip. Het bedrijf produceert alle chips voor de iPhone en – tot voor het Amerikaanse verbod – ook alle chips voor het Chinese Huawei. Het maakt zelfs chips voor de Amerikaanse F-35-gevechtsvliegtuigen en ontkende onlangs in alle toonaarden dat zijn chips ook zouden worden gebruikt om hypersonische Chinese raketten te testen. Het gevolg: de militaire dreiging van China ten opzichte van Taiwan zette zowel Europa als Amerika ertoe aan een Chips Act uit te vaardigen om de oprichting van een eigen chipindustrie in de toekomst actief te stimuleren.

We leven sinds de uitbraak van coronapandemie in een wereldwijde tekorteconomie. Maar het ene tekort is duidelijk het andere niet. Zand is er voorlopig voldoende. Maar heeft iemand toevallig nog chips?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content