Heeft een MBA-diploma nog zin?

Studenten en alumnivoorzitters zijn heilig overtuigd van het nut van een MBA. Maar uitgerekend uit de Verenigde Staten, de bakermat van de opleiding, stijgt steeds meer kritiek op. Is zo’n mastergraad écht 100.000 euro waard?

Je wordt er de jongste tijd bijna mee om de oren geslagen: de onderzoeken die aantonen dat een opleiding tot Master in Business Administration, of kortweg MBA, toch niet ‘je dat’ is voor wie de ambitie koestert om ooit topmanager te worden. Vooral Amerikaanse professoren laten zich in hun kritiek niet onbetuigd. Opvallend, want de Verenigde Staten is niet alleen de bakermat van de opleiding, volgens een rangschikking van de Financial Times steek je voor een top-MBA-programma best de grote plas over (zie tabel: De beste MBA-programma’s).

Ondertussen schiet een aantal academici met scherp op het MBA-diploma. Er worden zelfs vraagtekens geplaatst bij de rentabiliteit van zo’n opleiding voor de studenten. Een MBA zou niet langer een garantie zijn voor de start van een succesvolle managementcarrière. Dat blijkt uit een studie van Jeffrey Pfeffer, een managementprofessor aan Stanford, uitgerekend een van de vijf meest gerenommeerde MBA-instellingen. Hij maakt brandhout van de stelling dat studenten die over een MBA beschikken meer kans hebben op een succesvolle carrière dan anderen. Snuisterend in gegevens van de voorbije veertig jaar vindt hij geen enkel bewijs dat een MBA een voordeel zou zijn. Hij citeert Ronald Burt, een collega van de Chicago-universiteit: “Ik heb nooit voordeel gehaald uit een MBA. Eigenlijk betekent het dat je gewoon een paar jaar ouder bent dan je naaste medewerkers.”

Pfeffer vindt steun bij een intern onderzoek dat McKinsey uitvoerde bij zijn consultants. Daaruit blijkt dat er qua prestatie geen significant verschil bestaat tussen consultants mét en consultants zónder een MBA op zak. Volgens de Amerikaanse hoogleraar is dat een symptoom dat de almacht van de MBA’s afbrokkelt. Daarbij komt nog dat bedrijven als McKinsey en Boston Consulting besloten hebben in eigen huis trainingen te organiseren voor niet-MBA’ers. Trainingen op basis van… het klassieke MBA-programma. Bovendien zouden de opleidingen té wetenschappelijk zijn en zouden de professoren te veel teren op hun academische ervaring. Conclusie van Pfeffer: waarom zou je nog een MBA-opleiding volgen?

Niet te theoretisch

“Ik vind de vlagen van discussies over wel MBA/niet MBA wel grappig, maar vrij irrelevant,” lacht Benoit Tas, voorzitter van de Universiteit van Chicago Alumni Club in België en nu aan het werk bij Accenture. “Ik geloof dat een groot deel van de discussie conjunctuurgebonden is. In economisch slechte tijden lijkt een MBA-opleiding opeens minder interessant. Maar fundamenteel blijft het een uitstekende investering, waarbij je op vrij korte tijd een pakket van managementvaardigheden kunt verwerven.”

Ook Karsten De Clerck, voorzitter van de Insead Alumni in België en partner bij het headhuntersbureau Egon Zehnder International, kijkt op van de uitspraken van Pfeffer. “Uit de statistieken van de verschillende managementscholen blijkt dat de kans dat iemand tot een directieniveau doorgroeit, voor een MBA’er hoger ligt dan voor iemand die de opleiding niet gevolgd heeft. Uiteraard zijn die verschillen belangrijker in de beginperiode van de carrière, want eens doorgestoten tot de hogere managementniveaus, tellen in de eerste plaats de resultaten in plaats van de opleiding.”

Ook de kritiek van Pfeffer dat de opleiding te theoretisch zou zijn, vindt in de ogen van De Clerck geen genade. “In heel wat scholen wordt de case-methode gehanteerd. Dat betekent dat theoretische kennis in groepsverband wordt toegepast op een al dan niet gesimuleerde situatie. Er wordt vaak aan groepsinteractie gedaan. Op Insead worden de werkgroepen zelfs zo samengesteld dat conflict een essentieel onderdeel wordt van de discussies.”

Jean Van den Eynde, momenteel actief bij het headhuntersbureau Russell Reynolds en voorzitter van de Belgische Alumnivereniging van Harvard, is het met De Clerck eens. “Een aspect dat vaak over het hoofd wordt gezien, is het specifieke karakter van de MBA’s, zoals de groepsopleidingen. Dat is een verrijking.” En de docenten zijn volgens Van den Eynde geen vakidioten die in hun ivoren torentje zitten. “Verschillende professoren doen vrij veel aan consulting, en komen dus toch in contact met de realiteit van het bedrijfsleven.”

Benoit Tas gaat nog verder. Hij noemt de MBA-opleiding een microkosmos van zijn latere professionele omgeving. “Je krijgt binnen een MBA immers te maken met mensen met een uitgesproken mening en een groot ego. Je leert dan onder andere dat gelijk hebben niet hetzelfde is als gelijk krijgen.”

Lieve Verplancke, algemeen directeur van het farmabedrijf Bristol-Myers Squibb België, zegt dan weer dat het belang van een MBA niet mag worden overdreven. Zij behaalde in 1987 een MBA aan de Handelshogeschool Antwerpen: “Als je een MBA-opleiding volgt, moet je dat in de eerste plaats voor jezelf doen. Het diploma mag je niet alleen zien als een springplank voor je carrière. Ikzelf had geneeskunde gestudeerd en wou nog iets met economie doen. Vijf jaar handelsingenieur zag ik niet zitten en dan heb ik maar voor een MBA gekozen. Een opleiding die verder gaat dan het zuiver economische. Je houdt je bezig met studies over leiderschap en organisatie.”

“Het beste bewijs dat ik zo’n opleiding echt voor mezelf volg, is mijn beslissing om vanaf januari aan een sabbatjaar te beginnen,” zegt Verplancke. “Ik wil mij meer met mijn gezin bezighouden maar tegelijk ook opnieuw gaan studeren. Wat precies, staat nog niet vast maar daar zullen wel een aantal managementcursussen bij zitten. En die heb ik echt niet nodig om verder carrière te maken.”

Beroepservaring gewenst

Pfeffer mag dan al de wind van voren krijgen, hij is met zijn kritiek geen uitzondering. Zo is er het onderzoek van het Aspen Institute, dat tweeduizend MBA’ers ondervroeg. Uit die enquête bleek dat de cursisten een ander waardepatroon ten opzichte van een bedrijf begonnen aan te nemen. De consumentenbehoeften en de kwaliteit van de producten werden na verloop van tijd minder hoog aangeslagen dan aandeelhouderswaarde. Sturen die opleidingen de studenten niet te veel in een bepaalde richting? “Toch niet,” zegt Tas. “Een MBA-programma mag niet beschouwd worden als een one-stop-shop-ervaring die je álle theoretische en praktische kennis moet meegeven, die garandeert dat je een succesvol manager wordt.”

We zegden het al: een MBA heeft een heel specifiek karakter. Dat zet de Canadese hoogleraar Henry Mintzberg ( McGill University) ertoe aan te beweren dat een MBA eigenlijk maar toegankelijk kan zijn voor wie al over enige managementervaring beschikt.

Volgens Benoit Tas zit daar wel iets in. “Een MBA is niet alleen een theoretische basisopleiding, het kan ook na een aantal jaren beroepservaring extra bagage leveren. Ik raad mensen ten stelligste af een MBA te gaan volgen zonder voorafgaande beroepservaring. Je haalt er minder uit voor jezelf en je medestudenten halen minder uit jou.” Tas volgde eerst een zuiver theoretische opleiding (rechten, economie, fiscaliteit) gevolgd door drie jaar praktijkervaring bij Procter & Gamble. “De MBA-opleiding heeft eigenlijk alles vervolledigd.”

MBA’ers worden entrepreneurs

Ondanks de polemiek blijft een MBA-opleiding populair. De aanvragen voor een MBA-opleiding nemen in de States niet af, integendeel. Elk jaar zijn er meer en meer kandidaten. De Insead-afdelingen in Frankrijk en Singapore kregen dit jaar ruim vijfduizend aanvragen binnen, 50% meer dan in 2001. Wel geven de voorzitters van de alumniverenigingen toe dat de internethype van de voorbije jaren even de indruk heeft gewekt dat MBA’s niet langer noodzakelijk waren. Maar dat was dus van voorbijgaande aard.

“In mijn vak als executive search consultant bij Egon Zehnder vroegen klanten me geregeld om iemand met een MBA-diploma aan te trekken,” zegt De Clerck. “Daar zal wel een reden voor zijn, zeker?”

De alumni blijven dus overtuigd van de positieve impact van een opleiding. Tas: “Ik heb zelf na mijn MBA in management consulting gewerkt, een industrie waar MBA’s goed vertegenwoordigd zijn. Eerlijk gezegd, binnen die omgeving wordt daar weinig over gediscussieerd omdat de waarde van een MBA gewoon erkend wordt.”

“Daar heb ik in mijn carrière ook maar weinig over horen praten,” zegt Lieve Verplancke. “Als je in een bedrijf wil doorgroeien, dan heeft dat te maken met je capaciteiten die je tijdens je carrière heb verworven. Wat we learning on the job noemen. Of je nu een MBA hebt of niet is eigenlijk irrelevant.”

Net als de discussie of een MBA de studenten vooral voorbereidt om bij grotere ondernemingen te werken, de zogenaamde blue chips. Verplancke: “Een aantal vaardigheden kan je overal gebruiken. Of je nu vijftig of vijfhonderd mensen onder jou hebt.” Jean Van den Eynde is genuanceerder: “Een aantal jaren ervaring bij die blue chips is volgens velen een noodzakelijk stap voor ze overgaan naar kleinere, meer entrepreneur-achtige milieus.”

De keuze voor grote internationale ondernemingen houdt onder andere verband met de kostprijs van een MBA-opleiding. Een MBA is niet goedkoop: je zit al snel aan een bedrag boven de 100.000 euro. Heel wat studenten financieren de opleiding via leningen die ook snel moeten worden terugbetaald, en het is niet ongebruikelijk dat een multinational als nieuwe werkgever het geld terugbetaalt.

“Je mag niet vergeten dat die blue-chipbedrijven vaak de grootste afnemers zijn van MBA’ers, en de belangrijkste sponsors zijn van de opleidingen,” legt Benoit Tas uit. “Maar tegelijk zie je een heel duidelijke evolutie in de programma’s van de MBA’s. Er wordt nu meer aandacht besteed aan entrepreneurial vaardigheden.”

Volgens de voorzitters van de alumniverenigingen zal het aantal MBA’ers dat verkiest een eigen bedrijf op te starten alleen maar toenemen. “De opleidingen zijn al geëvolueerd, met meer aandacht voor het ondernemerschap,” zegt Philip Ludwig van Interbrew, en alumnus van de London Business School. “Trouwens, veel businessprincipes zijn momenteel zowel in KMO’s als in grote bedrijven geldig.”

Gouden netwerk

Heel vaak worden er rangschikkingen opgesteld van de belangrijkste MBA-programma’s. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen eerste- en tweedeklasseopleidingen. De criteria zijn onder andere het salaris, het internationale karakter van de opleiding en de hoeveelheid research die binnen de school wordt gedaan.

Criticus Jeffrey Pfeffer vindt dat de universiteiten te veel aandacht besteden aan hun plaats in die rangschikking. Ook Jean Van den Eynde plaatst vraagtekens bij zo’n hitparade. “Dat wordt een self-fulfilling prophecy. De scholen die in zo’n referendum bovenaan komen te staan, zullen automatisch de sterkste krachten aantrekken.”

Benoit Tas vindt zo’n rangschikking dan weer een goede zaak. “Er zijn kwaliteitsverschillen voor elk type opleiding. Het verschil in kwaliteit uit zich onder andere in de reputatie van de leden van de faculteit, de ervaring van de studenten en de carrièrebegeleiding. Er zijn wereldwijd een tiental programma’s die op basis van die criteria met kop en schouders boven de rest uitsteken. Chicago is er zeker een van.”

Zulke ranglijsten zullen altijd wel voor discussie zorgen, omdat een aantal factoren moeilijk meetbaar is. De alumni benadrukken dat je een business-school niet alleen mag beoordelen op basis van de inhoud van de cursussen of de kwaliteit van de professoren. Een alumnus bouwt er immers een interessant netwerk op. Maar dat netwerk moet natuurlijk blijven functioneren na de studie. Dat gebeurt zowel informeel als via de alumni-associaties. Zo organiseert Insead Alumni België jaarlijks vijftien à twintig evenementen (lezingen, academische vorming, culturele en sportieve evenementen), die het netwerk verder helpen ontwikkelen en onderhouden.

“Het praktische voordeel van een netwerk merk je vaak pas later,” zegt Philip Ludwig (ex-London Business School). “MBA’ers bekleden vaak functies waar ze beslissingen moeten nemen over de aanwerving van personeel. Bij de zoektocht naar een medewerker is zo’n netwerk een niet te onderschatten voordeel.”

Alain Mouton [{ssquf}], alain.mouton@trends.be

De wereldwijde tophonderd van de MBA-opleidingen op basis van alle parameters van de Financial Times.

Een MBA zou niet langer een garantie zijn voor de start van een succesvolle managementcarrière.

Amerikaanse academici trekken de rentabiliteit van een MBA voor de student in twijfel.

“De discussie over het belang van MBA’s is conjunctuurgebonden. In slechte tijden lijkt de opleiding plots minder interessant.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content