HEEFT DE WERELD NOOD AAN SPELTHEORIE OF AAN VRIENDSCHAP?

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Nobelprijswinnaar John Nash, mijn verstand is bij u, Theo, lieve schoonvader, mijn hart is bij jou.

De dag dat John Nash het eredoctoraat economie kreeg aan de universiteit Antwerpen is Theo gestorven. Een groter contrast is niet denkbaar. Nash is wereldberoemd, er is een schitterend boek over zijn leven verschenen, er is over hem een Oscarwinnende film gemaakt (‘A beautiful mind’ van Ron Howard) en de man heeft prestigieuze onderscheidingen opgestapeld, waaronder de Nobelprijs economie. Theo is steeds zeer bescheiden geweest, op de achtergrond, hard werkend, zonder schijnwerpers, zonder applaus.

Nash was een grote egocentrist. Als kind had hij geen vrienden, maar het was hem wel opgevallen hoe zijn geboortestaat Virginia economisch heel welvarend was, alhoewel iedereen vooral voor zichzelf zorgde. Zijn eerste huwelijk liep op de klippen omdat hij naar vrouw noch kind omkeek. Toen hij de Nobelprijs kreeg, zei hij halfironisch dat hij het wel spijtig vond dat hij die som met twee andere laureaten moest delen. Hij kon het geld immers best voor zichzelf gebruiken.

Theo was een familievader. Bij Theo stond delen als eerste woord in zijn woordenboek. Geven en krijgen was het belangrijkste, nemen was uit den boze. Hoe meer je kan geven, hoe gelukkiger je kan zijn. Een mens is steeds trouw aan het gegeven woord. Familie, vrienden, het verenigingsleven, de parochie. Daar loopt het echte leven.

Toen Nash zwaar psychisch ziek werd, is hij behandeld in de beste klinieken, maar zonder veel baat. Later is hij opgevangen door de academische gemeenschap, die hem met eindeloos geduld betaald, getolereerd, psychisch gesteund heeft. In een omgeving waar zogezegd iedereen elkaar de keel oversnijdt uit academische afgunst, werd hij met liefde omringd door andere academici. Geen dwaas gedoe rond ‘hoeveel publicaties mis ik nu door met John te praten?’ Maar wel: John behoort tot de academische gemeenschap en een gemeenschap is niet berekend, een gemeenschap geeft vriendschap en onbaatzuchtige steun. Op die manier heeft Nash gekregen waartoe Theo wel, maar hijzelf nooit in staat was.

Toen Theo zieker werd, ontfermde zijn familie zich over hem. Dat werd steeds moeilijker. Want dementie is een ziekte die heel veel zorg vraagt. Toen werd Theo gehospitaliseerd en was de volgende onvermijdbare stap een rust- en verzorgingstehuis. Daar werd Theo geconfronteerd met het falen van een dergelijk systeem: ziekenhuisbacterie, onvermogen van het systeem om iets te doen aan eenzame opsluiting, onmacht van alle partijen. Een volkomen systeemfout. Een institutie, bestemd om te zorgen, werd een aftakelingsmachine. Familie en individuele verzorgers konden enkel machteloos toekijken hoe het allemaal, tegen de wil van alle partijen in, toch gebeurde. Theo heeft moeten ondergaan waar hij zelf nooit voor gekozen heeft. Zijn onbaatzuchtige vriendschap kon niet worden beantwoord in een rationele verzorgingsomgeving. Maar o ironie, er was wel een ‘Nashevenwicht’ bereikt om het in termen van speltheorie te formuleren.

Een ‘Nashevenwicht’ ontstaat wanneer geen enkele speler nog voordeel ziet om van gedrag te veranderen. Nash toonde aan dat elk eindig ‘spel’ dit kon bereiken. Het is vaak verre van ideaal, maar het is toch een evenwicht. Waarom is dit inzicht zo belangrijk? Omdat je op die manier kan aantonen dat ‘spelers’, zelfs met slechte egocentrische bedoelingen toch een evenwicht, een vorm van samenwerking kunnen bereiken, ook zonder te communiceren, overleg te plegen of elkaar te respecteren. Elke theorie weerspiegelt tot op zekere hoogte de persoonlijkheid van de auteur. De egocentrische Nash had heel grote problemen met gewone intermenselijke communicatie. Hij ging wel wiskundig bewijzen dat zelfs in die situatie ‘samenwerking’ nog mogelijk was.

Theo was zeer begenadigd in hoofdrekenen. Maar hij maakte geen theorieën. Had hij er één gemaakt, dan was het er zeker een geweest over de optimale manier om plezier te doen, te delen, te geven. En misschien heeft de wereld daar nog meer behoefte aan dan aan theorieën die aantonen dat anonieme economische transacties mogelijk zijn ook al streven de actoren tegenovergestelde belangen na.

Nash streefde enkel en alleen grote persoonlijke roem na en stak die ambitie niet onder stoelen of banken. Hij wou erkend worden als de ‘grootste’. Hij bevroeg zijn collega’s of hij beroemder zou worden door probleem A, B of C op te lossen. Bleek de eeuwige roem weggelegd voor wie C kon oplossen, dan koos hij voor C.

Theo streefde vriendschap na, een vriendelijk woord aan kinderen, buren, ja zelfs toevallige voorbijgangers.

Nash is 79 en ik wens hem nog vele jaren toe. En ik wens hem bij zijn overlijden de woorden toe die mijn dochter Tine heeft uitgesproken bij de begrafenis van haar 87-jarige grootvader Theo: vandaag nemen we afscheid van een van mijn grote helden. Het is een eer om van deze man een kleindochter te mogen zijn.

John Nash, mijn verstand is bij u, Theo, lieve schoonvader, mijn hart is bij jou.

De auteur is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick Leuven Gent Management School

Reacties: marc.buelens@trends.be

De column ‘Leve de Bert De Graevetest’ kwam tot stand vooraleer Bert De Graeve baron werd.

Marc Buelens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content