HEDGEFUNDS OP DE RAND

Hefboomfondsen kopen, maken iets nieuws en verkopen weer. Als het goed gaat, is het profijt groot. Maar als het mis gaat, volgt miserie.

Derk Jan Eppink

Econoom Joseph Schumpeter noemde kapitalisme een vorm van ‘crea-tieve destructie’ en de Duitse vicekanselier, Franz Müntefering, vergeleek het met ‘sprinkhanen’. ‘Creatieve des-tructie’ leidt tot innovatie en vooruitgang, terwijl ‘sprinkhanen’ komen waar voedsel is. Hedgefunds zijn ook creatief en hongerig. Om in korte tijd veel winst te maken, doen ze overal aan ‘creatieve destructie’.

In Wall Street zijn asset managers van hegdefunds ‘local heroes’. Ze beheren grote kapitalen van vermogende klanten en investeren in de meest winstgevende niches van de economie. Hefboomfondsen zijn niet, zoals het reguliere bank- en verzekeringswezen, aan gedetailleerde regelgeving onderhevig. Ze mogen grote risico’s lopen. Maar soms gaan ze te ver. De investeringsbank Bear Sterns moet nu 3,2 miljard dollar op tafel leggen om twee van zijn hedgefunds te redden. Volgens sommige beleggers is de ravage bij Bear Sterns het tipje van de ijsberg want de hefboomfondsen gingen op hun neus in de vastgoed- en bouwsector van de VS, goed voor een kwart van de Amerikaanse economie.

De hedgefunds van Bear Sterns doken in de niche van de hypotheekmarkt. Zoals de Belg zijn baksteen heeft, zo ziet de Amerikaan een eigen huis als sluitstuk van de ‘American Dream’. Maar niet elke Amerikaan beschikt over voldoende kredietwaardigheid voor een hypotheek. Door kans op ziekte, werkloosheid of gebrek aan vervangingsinkomens uit sociale zekerheid, is kredietwaardigheid niet altijd verzekerd. Tijdens de ‘boom’ in de Amerikaanse huizenmarkt zagen hefboomfondsen een gat in de markt voor mensen met beperkte kredietwaardigheid: de ‘subprime market’.

Ze leenden miljarden dollars bij investeringsbanken en zetten het volgende systeem op. Een Amerikaan met beperkte kredietwaardigheid sluit – via een makelaar en een geldlener – een hypotheek af om een huis te kopen. Als promotie is de rente de eerste drie jaar 1 %. Daarna volgt de marktrente. Al die hypotheken worden gebundeld en omgezet in ‘schuldpapieren met zakelijk onderpand’, zogenoemde CDO’s (collateralised debt obligations). Deze CDO’s worden onderverdeeld naar graad van risico en doorverkocht aan winstbeluste investeerders overal ter wereld. De CDO’s lijken lucratief omdat het schuldpapier steunt op een zakelijk onderpand (het huis) dat tijdens de ‘boom’ enorm stijgt in waarde. Tegelijk komt er een geldstroom binnen van kopers die maandelijks hun hypotheek afbetalen. In 2000 ging er 56 miljard dollar om in deze handel. In 2005 was het al 508 miljard dollar.

Maar dan valt er een stuk uit de piramide: de inflatie loopt op (stijgende energieprijzen), de marktrente stijgt en de ‘boom’ in de huizenmarkt is voorbij. Kopers met beperkte kredietwaardigheid gaan van 1 % promotierente ineens naar 6,5 % marktrente. De maandelijkse betalingen stokken. Door terugval in de huizenmarkt zakt ook de waarde van de CDO’s, de waardepapieren met zakelijk onderpand. Investeringsbanken die geld leenden aan de hedgefunds, zoals Merrill Lynch, Goldman Sachs, Citigroup, JP Morgan Chase en Bank of America, eisen compensatie om het waardeverlies van het onderpand af te dekken. En dan komt de aap uit de mouw: de hefboomfondsen zijn blut. De geldstroom uit de ‘subprime’ hypotheekmarkt droogde op en kopers met betalingsachterstand werden uit hun huizen gezet. Maar zelfs verkoop van huizen bracht minder op omdat de markt was ingezakt.

De grote investeringsbanken raakten de voorbije weken bijzonder nerveus. Ze dreigden niet alleen een miljarden verlies op te lopen, maar ook de geloofwaardigheid van de financiële markten stond op het spel. De investeringsbanken hebben Jimmy Cayne, de grote baas van Bear Sterns, het mes op de keel gezet. In 1998 had de eigenzinnige Cayne, een voormalige schroothandelaar, nog geweigerd zijn hedgefunds uit de rode cijfers te halen tijdens de Aziëcrisis. Maar deze keer was de druk te groot en het moederbedrijf legde 3,2 miljard dollar neer om de pokerspelende hedgefunds op de been te houden.

Met de neergang vloog het deksel van de beerput. Schriftvervalsing bleek bij de verkoop van hypotheken in de ‘subprime market’ een normale zaak. Makelaars en geldschieters lokten kopers met valse beloften, ze vervalsten documenten om hun inkomen fictief op te krikken en hielpen bij het bedrieglijk invullen van belastingpapieren. Makelaars en geldleners wilden contracten afsluiten tegen elke prijs om hun commissie binnen te rijven. Ze lieten niet-kredietwaardige kopers boven hun stand leven, enkel uit eigen gewin. Veel van die kopers zijn nu alles kwijt en komen terecht in een proces van schuldsanering.

Bear Sterns is nog lang niet uit de problemen. De malaise in de huizensector duurt voort en de beurswaarde zakt in elkaar. De markt in hypotheekderivaten blijkt nu weinig transparant. Er schuilt een ‘bubble’ in de financiële wereldmarkt waarvan niemand de impact kent. Christopher Cox, voorzitter van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission, laat de ‘subprime market’ onderzoeken op bedrog. ‘Creatieve des-truction’ bleek te destructief en het sprinkhanengedrag te groot. Bear Stearns zal de Europese roep om meer regelgeving van hefboomfondsen, zoals van de Duitse minister van Financiën, Peer Steinbrück, zeker vergroten.

Derk Jan Eppink

Derk Jan Eppink is schrijver en columnist. Hij woont en werkt in de Verenigde Staten. Zijn column verschijnt voortaan om de twee weken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content