Handleiding van een belastingparadijs

Iedereen heeft het recht de minst belaste weg te kiezen. Is het dan geen goed idee om uw spaargelden te laten beheren door een bank in een belastingparadijs? Dankzij een verregaande professionalisering leveren offshorebanken een uitstekende bankservice. De Belgische fiscus houdt u wel in de gaten.

Dat bankieren in belastingparadijzen (ook offshorebanking genoemd) big business is, staat als een paal boven water. Studies tonen aan dat er voor meer dan 11.500 miljard dollar aan vermogen offshore onderdak gevonden heeft. Dat is ongeveer een derde van het bbp van de wereld. Om een concreet voorbeeld te geven: het Eiland Man telt ongeveer 76.000 inwoners, maar er staat voor ruim 46 miljard euro aan spaargelden op financiële rekeningen. Cijfers van de Nationale Bank leren dat Belgische banken meer kredieten toekennen aan ondernemingen gevestigd in de Nederlandse Antillen dan aan Duitse of Ita-liaanse ondernemingen. In het tweede kwartaal van 2006 bijvoorbeeld hadden ondernemingen uit de Antillen, Hongkong en de Caymaneilanden voor meer dan 9,5 miljard euro kredieten openstaan bij Belgische banken.

Offshore is niet illegaal

“De term offshore duidt in de letterlijke betekenis op eilanden,” zegt Didier Van Laere, advocaat gespecialiseerd in fiscaal recht. “In financieel vakjargon wordt de term gebruikt voor zogenaamde low tax jurisdictions, zeg maar belastingparadijzen. Die liggen toevallig dikwijls op eilanden. Nochtans zijn er ook offshore financiële centra die niet in zee liggen, zoals Dublin, Luxemburg, Genève, Delaware (VS) en Panama. Het begrip duidt vandaag dan ook eerder op een gunstig fiscaal klimaat en op de voordelen voor de mensen die daar hun geld parkeren.”

Bankieren in belastingparadijzen heeft voor de meeste mensen een negatieve connotatie. Iedereen die zijn tegoeden in een offshoregebied laat beheren, heeft wel iets te verbergen, denkt men vaak. De behoefte om anoniem te blijven, kan volgens Van Laere verschillende redenen hebben. “Het geld kan voortkomen uit zwarte beroepsactiviteiten of uit misdrijven. Of de eigenaar wil het verborgen houden voor zijn erfgenamen of echtgenote bij een echtscheiding. Zelden is er sprake van geoorloofde of legitieme motieven.”

Toch hoeft offshorebanking niet synoniem te zijn met belastingontduiking, benadrukt Iven De Hoon, belastingconsulent en auteur van het boek Belastingparadijzen. “Er is niets mis met het openen van een bankrekening in een belastingparadijs als je alle fiscale verplichtingen in België nakomt. Dit betekent bijvoorbeeld dat je op de fiscale aangifte in België meldt dat je een buitenlandse rekening hebt en dat je de interest van buitenlandse beleggingen opneemt in de Belgische belastingaangifte. Het wordt pas belastingontduiking als je die verplichtingen niet nakomt.”

Buitenlandse rekening: geen eenvoudige klus

Hoe makkelijk is het om als Belg een bankrekening in het buitenland te openen? De Hoon waarschuwt dat het geen eenvoudige klus is. “In tegenstelling tot wat dikwijls wordt gedacht, zijn banken in belastingparadijzen meestal heel veeleisend voor een buitenlander die een rekening wil openen. Je moet bij wijze van spreken je schoenmaat doorgeven. Een bank in Hongkong bijvoorbeeld staat erop je persoonlijk te zien en te ondervragen. Als privépersoon moet je met andere woorden een verhaal hebben. Je moet een dossiertje hebben waarmee je de herkomst van het geld kan bewijzen, bijvoorbeeld een erfenis. Afhankelijk van de locatie moet je ook voldoende centen bij je hebben. Als je bijvoorbeeld in Zwitserland met een bedrag van 30.000 euro aankomt, kijken ze je gewoon buiten.”

De periode dat je met een zak zwart geld de grens overstak, is bijna verleden tijd. De Hoon: “Er zijn nog enkele landen waar dat kan. Andorra bijvoorbeeld, en ook in Luxemburg en Lichtenstein kan je in principe terecht met zwart geld. Toch riskeer je in al die landen, en zeker vanaf bedragen van 100.000 euro, vragen naar de herkomst van het geld. Er bestaat een heilige schrik voor misdaadgeld. Bovendien is het in de praktijk heel complex geworden om het geld materieel te transporteren.”

Alternatief: de offshorefirma

Iven De Hoon koppelt offshorebanking dan ook eerder aan een offshorevennootschap. “Als je bijvoorbeeld een bedrijf hebt in Malta, waar fiscaal gezien trouwens niets mis mee is, doe je er goed aan daar ook een rekening te hebben waarmee de vennootschap kan werken. Als je een vennootschap hebt in een offshorelocatie, wordt het makkelijker om daar een bankrekening te openen.” De Hoon benadrukt dat banken in belastingparadijzen ook streng zijn voor vennootschappen die er een rekening willen openen. “Als je met een buitenlandse vennootschap een rekening wilt openen in Hongkong of op het Eiland Man, zal de bank heel wat vragen stellen. Je moet veel informatie geven, zoals de statuten van de vennootschap, een financieel plan met inkomende en uitgaande verrichtingen, de herkomst van het kapitaal, de partijen waarmee je gaat samenwerken, handelscontracten, voorbeelden van gepresteerd werk. En als er al een land bestaat waar je zomaar een rekening kan openen, dan kun je daar niet veel beginnen. Daar dreig je in handen van bedriegers te komen.” Het oprichten van een offshorebedrijf hoeft trouwens niet veel geld te kosten. De Hoon: “Als het alleen een vehikel is om geld in het buitenland te beheren, zijn de kosten beperkt. Als je met de firma ook zakelijk actief bent, moet je rekenen op 5000 à 6000 euro voor het oprichten van de firma, plus jaarlijkse kosten van 1500 à 2000 euro.”

Waar liggen die paradijzen?

Volgens De Hoon zijn de beste locaties voor off-shorebanking dezelfde als waar het interessant is om offshorefirma’s op te richten. Meestal is het een klein land, niet zelden een voormalige Britse kolonie zoals de Caymaneilanden, Dubai, Bermuda, Barbados, Singapore, Hongkong, Cyprus, Malta, Gibraltar … “Belangrijk is dat het land kan rekenen op een degelijke overheid en een stabiele wetgeving. Het moet bovendien een moderne infrastructuur hebben. De banken moeten er de hele waaier van gesofisticeerde bankproducten kunnen aanbieden, waaronder hedgefondsen. De mensen moeten bekwaam en betrouwbaar zijn en Engels spreken.”

In veel offshorelocaties is een verregaande professionalisering opgetreden. “Je kan kiezen voor een offshorebank voor het fiscaal voordelige klimaat, maar ook voor de uitstekende bankservice die je daar krijgt,” aldus De Hoon. “Geld ergens wegstoppen zonder dat je er iets mee kunt doen, heeft immers geen zin. Je moet het kunnen beleggen, kredietkaarten aan de rekening koppelen, be-talingsfaciliteiten genieten enzovoort. Offshorebanking is strenger geworden, maar door de automatisering en professionalisering ook makkelijker. Zodra je door de administratieve molen heen bent, gaat alles heel vlot. Je kunt vanuit je luie zetel alle verrichtingen via het internet kunnen doen. Je moet dus maar één keer naar dat land, daarna hoef je er in principe niet meer te zijn.”

Het oprichten van een offshorefirma is geen belastingontduiking. De Hoon: “Wie op een offshorelocatie een vennootschap heeft met hoge opbrengsten op de rekening, hoeft daar niets van aan te geven in België. Maar als je die opbrengsten uitkeert als dividend of loon, moet je dat wel aangeven in België. Bovendien kun je geld lenen van de offshorefirma. Geleend geld is geen inkomen en moet niet in de belastingaangifte staan. Uiteraard moet elke offshorevennootschap substantie hebben. Je moet er een echte bedrijfsactiviteit voeren.” Onlangs velde het Europees Hof het Cadbury Schwep-pesarrest. Dat Britse bedrijf had gebruikgemaakt van de lage Ierse vennootschapsbelasting. Dat zag de Ierse fiscus niet graag. Maar het Europees Hof stelde dat elk Europees bedrijf aan belastingplanning mag doen binnen de EU als er sprake is van ‘substantie’. De EU is nu wel erg groot geworden, en dat biedt veel opportuniteiten op een legale manier. Cyprus en Malta horen ook bij de EU. “Het is trouwens een publiek geheim dat veel mensen via een offshorebedrijf hun geld beheren in de Europese Unie. Als je geld hebt ingebracht in de vorm van het kapitaal van je vennootschap, staat het geld op de rekening van de vennootschap en ontsnapt het aan de Europese spaarrichtlijn,” aldus De Hoon.

Helpt uw Belgische bank een handje?

Elke Belgische grootbank heeft vestigingen in offshoregebieden, precies met de bedoeling om hun vermogende cliënteel ter wille te zijn. Toch is de tijd voorbij dat banken zelf actief meewerken aan het versluizen van fondsen naar een belastingparadijs. Dat is volgens Didier Van Laere te verklaren door het feit dat elke bank in ieder land een afzonderlijke rechtspersoon is, met een eigen resultatenrekening. “De bank snijdt in eigen vlees als ze een cliënt helpt vertrekken naar een filiaal in een belastingparadijs. De Belgische bank zal daarom het onderwerp niet gauw aansnijden, terwijl de bankgroep waartoe ze behoort dit soort service vaak wel aanbiedt.” Ook Iven De Hoon bevestigt dat Belgische private banken het geld niet graag naar het buitenland zien vertrekken, omdat ze daardoor belangrijke inkomsten derven. “Banken nemen een behoudsgezinde houding aan en verwijzen voor de oprichting van een offshorebedrijf meestal door naar een fiscale adviseur.”

Iven De Hoon, ‘Belastingparadijzen’, Roularta Books, 200 blz., 29 euro, ISBN: 9054669802.

Jo Van Ingelgem

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content