Haal de wijsheid (niet) uit het buitenland

Vandaag, 13 september, houdt het Vlaams Economisch Verbond (VEV) een pleidooi om de immigratiestop zoals die in de jaren ’70 werd ingevoerd, af te schaffen. Het is niet de eerste keer dat de Vlaamse werkgeversorganisatie zo’n standpunt inneemt. Het VEV stuit echter steevast op een njet van Vlaams minister van Werkgelegenheid Renaat Landuyt (SP). Dat blijkt uit een dubbelgesprek tussen Philippe Muyters van het VEV en de minister.

Het VEV blijft argumenten aanhalen om te komen tot een minder restrictief immigratiebeleid. Het verwijst daarbij onder andere naar de globalisering van de economie, waarbij een deel van de arbeidsmarkt sowieso internationaal wordt. Bovendien geraken talloze vacatures in knelpuntberoepen niet of nauwelijks opgevuld. Vooral in hun zoektocht naar hooggeschoolden zijn sommige bedrijven de wanhoop nabij.

Maar immigratie is geen fetisj voor het VEV. Het heeft wel oren naar de voorkeur van minister Landuyt voor opleiding van de in Vlaanderen wonende bevolking. Immigratie is voor het VEV het laatste instrument om iets te doen aan de toenemende spanningen op de arbeidsmarkt. Werkgeversorganisatie en minister delen ook de standpunten tegen discriminatie op de werkvloer en voor een gelijkekansenbeleid. Dat blijkt alvast uit de nieuwe brochure Diversiteit op de bedrijfsagenda, die het VEV vandaag, 13 september, voorstelt. In de brochure vertolken 29 managers en kaderleden hun mening over de wijze waarop discriminatie in bedrijven vermeden kan worden en de integratie van allochtonen op de werkvloer vlot kan verlopen.

RENAAT LANDUYT (VLAAMS MINISTER VAN WERKGELEGENHEID). “Het VEV komt altijd met gefundeerde argumenten, maar ze zullen mij niet van mening doen veranderen. Ik ben nog altijd voor een migratiestop. Er is immers nog zeer veel werk te geven aan lokale mensen die er recht op hebben. De eerste migratiegolf was een antwoord op een onmiddellijke vraag en zorgt nog altijd voor maatschappelijke problemen. Als het waar is dat we pas met demografische problemen zullen kampen vanaf 2010, dan betekent dit dat we nog tijd hebben om gelijke kansen te geven aan de mensen die nu in België aan de kant staan. Trouwens, met de toetreding van Midden-Europa tot de Europese Unie zal er automatisch een nieuwe migratiegolf op gang komen. Het zal niet nodig zijn om de regels aan te passen.

“Het stoort me dat het VEV politieke standpunten inneemt waarachter economische kortetermijnbelangen schuilen. Wie de wetgeving nu aanpast, ondermijnt onze economische structuur. Als je vandaag zegt dat we informatici nodig hebben uit India, dan betekent dit dat we niet investeren in lokale werknemers. Daar wil ik verandering in brengen. Nu worden we eigenlijk verplicht aandacht te besteden aan de opleiding van de werknemers in Vlaanderen. Als we dat kunnen volhouden, hebben we mensen met dezelfde vaardigheden als de Indiërs die je naar hier wil halen. Het is trouwens vreemd dat je de deskundigheid uit landen wil halen, die minder welvarend zijn dan het onze.

“Je moet ook voorzichtig zijn: er heerst momenteel een krapte op de arbeidsmarkt, maar wie zegt dat die zal blijven duren? Er wordt overal geherstructureerd. Ik wacht de cijfers van september af, dat wordt een cruciale maand.”

PHILIPPE MUYTERS (VEV). “Ik kan het gedeeltelijk eens zijn met de minister. Wij hebben ook nooit gevraagd dat men de immigratiestop zomaar opheft. Het VEV ijvert ook voor opleiding en doorstroming. Er zijn echter knelpuntberoepen die al jaren met een structureel tekort kampen en ik vang nergens signalen op die op een verandering wijzen. Voor die beroepen willen we een debat voeren met overheid en vakbonden. Als blijkt dat er een blijvend tekort is, kunnen we zeggen: in die beroepscategorieën is aanvulling via immigratie nodig.

“Je hebt ook de hooggekwalificeerden die we niet vinden bij de doelgroepen die wel verder willen werken. In landen als Zweden, Nederland en Duitsland merken we dat ze daar een debat over voeren. Ik zie extra voordelen. We zouden op lange termijn voor een kenniscentrum België of Vlaanderen kunnen zorgen. Een valley of talent waar iedereen de top wil bereiken zoals in Silicon Valley.”

Kan het Nederlandse voorbeeld een inspiratie zijn? Wie bij onze noorderburen mensen uit het buitenland wil aantrekken, moet eerst bewijzen dat er in het bedrijf gewerkt wordt aan integratie van migranten op de werkvloer. Pas als men er ter plaatse niet in slaagt allochtonen aan te trekken, mag men op zoek gaan naar werkkrachten uit het buitenland.

LANDUYT. “Het Nederlandse voorbeeld is interessant. Ik ga zeker de reglementering voor arbeidsvergunningen aanpassen door bijkomende voorwaarden vast te leggen die een gelijkekansenbeleid verplichten indien men een beroep wil doen op migranten.

“Maar bij ons is voor hooggekwalificeerden al heel veel mogelijk. Wie in Vlaanderen een hightechcentrum wil oprichten, kan dat doen binnen de bestaande wetgeving. Ik begrijp de vraag naar versoepeling dus niet. Wie dat vandaag wil, is zeer snel bediend en kan een vergunning krijgen voor vier jaar.

“Ik geloof minder in de beheersbaarheid van de situatie dan het VEV. Zij willen quota’s in specifieke situaties onder specifieke voorwaarden. Dan zegt deze sociaal-democraat: dat is niet van deze tijd. Je kan dat niet beheersen. Mijn gesprekspartner gelooft nog in Sovjetrussische bewakingssystemen waarbij wij als kleine staat alle voorwaarden kunnen bewaken.

“Je moet handig de markt laten spelen én dat zo lang mogelijk in het voordeel van de mensen en niet van de bedrijven. Die laatste worden dan verplicht oplossingen te vinden voor de problemen. Ik zou ex-VEV-voorzitter Karel Vinck kunnen citeren dat de meeste bedrijven tien jaar geleden wisten wat de knelpuntberoepen gingen zijn, maar niet hebben gedaan wat nodig was: investeren in opleiding.

“Daar waar wij immigratie kunnen bemoeilijken, zullen wij het doen, juist omdat het gelijke kansen kan stimuleren. Zo versterk je de Vlaamse economische structuur. Stel dat onze auto-industrie zou functioneren op quota’s van immigranten: dan zullen we nog minder argumenten hebben om die industrie in Vlaanderen te houden. Nu hebben we die argumenten wel omdat het net in die sector is dat er een heel goede samenwerking tussen VDAB-opleiding en de bedrijven zelf bestaat. Het is in die richting dat we sterker willen evolueren. Met quota’s migranten was die sector ongrijpbaar of fluïde geworden. Nu kunnen we concurreren. Je hebt mensen met vaardigheden die zeer snel en flexibel kunnen inspelen op wijzigingen in de economische structuur.”

De problemen bij hooggeschoolden zijn niet dezelfde als bij laaggeschoolden. Er dringt zich dus een verschillende aanpak op?

MUYTERS. “We maken te weinig het onderscheid tussen hooggeschoolden en laaggeschoolden. Wat eerstgenoemde categorie betreft, loopt de wetgeving mank. Daar is de grote rem de beperktheid van de arbeidsvergunning, met name vier jaar, waardoor een aantal buitenlanders naar hier halen een probleem wordt. Daarom zeg ik: laat die beperking tot vier jaar vallen en voer de green card in. Een kaart waarmee een buitenlander naar hier kan komen en zichzelf kan aanbieden aan de bedrijven. Engeland gaat in die richting met work permits en ook Duitsland doet hetzelfde. Ik ben voorstander van een definitieve verblijfsvergunning. Daar staan we nog ver af. Bij ons is die vier jaar niet eens verlengbaar.”

LANDUYT. “Ze is wel hernieuwbaar. Wat is het probleem? Hoeveel van die hooggeschoolden blijven hier langer dan vier jaar? Ik ken geen enkele situatie waar we dit probleem al gezien hebben. Welk bedrijf geeft er verdorie vier jaar zekerheid aan een werknemer? Op topniveau is er trouwens een grotere rotatie. Het gaat om een irreëel probleem.”

MUYTERS. “Bedrijven proberen de wetgeving te omzeilen en ook uw administratie zegt dat ze niet meer in overeenstemming is met de realiteit. Ik weet dat men in Brussel alle hooggeschoolde immigranten inschrijft als leidinggevend personeel, want dan geldt die grens van vier jaar niet. Laten we eerder de wet aanpassen.”

LANDUYT. “Ik werk vanuit de realiteit en ken geen enkel geval waarbij er na vier jaar een probleem was. Het probleem bestaat niet, maar is wel een argument om een bres te krijgen in de wetgeving.”

MUYTERS. “Het probleem bestaat in Nederland, Zweden, Ierland en Groot-Brittannië, maar zogezegd niet bij ons. Dat kan toch niet. Het is een vraag die uit het bedrijfsleven zelf komt. Het probleem stelt zich ook in Duitsland, waar men 20.000 ICT’ers vraagt. Hetzelfde voor de VS. Dat alleen al is een argument dat moet voldoen.”

LANDUYT. “Wij zouden ook mensen aantrekken wanneer we een charmeoffenstief lanceren als in Duitsland. Maar ik heb ze niet nodig.”

En wat met de knelpuntberoepen?

MUYTERS. “Mijn voorstel is dat we de objectieve oefening maken met vakbonden en overheid: welke zijn de beroepen waar de vacatures ondanks alle inspanningen toch niet opgevuld raken? Als we dat niet doen, sluiten we onze ogen voor moeilijkheden. Kijk naar de verplegers. Dat is een knelpuntberoep waar we de instroom kunnen verbeteren en ervoor zorgen dat de uitstroom vermindert. Als we daarmee alle knelpunten kunnen oplossen, is er geen nood aan migratie en dan vragen we niets meer. Maar als er problemen blijven, dan moeten we buitenlandse import kunnen inschakelen.”

LANDUYT. “Dat is de invulling van wat ik wil. Ik zeg momenteel neen tegen quota’s en van het bedrijfsleven hoor ik nu: we gaan kijken hoe we de lokale mensen kunnen inschakelen en pas als allerlaatste punt komt immigratie ter sprake. Ze zijn in mijn val gelopen en beginnen na te denken over opleiding.”

MUYTERS. “We zijn het dus eens?”

Ik heb de indruk van niet. U, meneer de minister, gaat eerst de nodige inspanningen doen en na verloop evalueren of er een oplossing bestaat voor de knelpuntberoepen. Pas dan is migratie bespreekbaar. Het VEV wil echter nu een theoretische oefening maken en meteen migratie inschakelen indien nodig.

LANDUYT. “Ja, we zetten de deur niet op een kier.”

Die reglementering voor arbeidsvergunningen en -kaarten is wel een federale materie. Moet dat zo blijven?

LANDUYT. “Moeten we zo ver gaan, dat we Vlaanderen tegen Wallonië laten concurreren? Mijn administratie vindt verschillende regelingen stupide. Ik ben trouwens voor Europese regels.”

MUYTERS. “Een Europees kader is goed, maar er is volgens mij binnen België ruimte voor differentiatie. Dat is de oefening die wij maken. Net zoals we voor elke sector een oefening willen maken rond de arbeidsschaarste. Als we met de VDAB een lassercursus organiseren met 100 plaatsen en slechts vier kandidaten die inschrijven, dan weten we dat er een probleem is. Maar de minister denkt dat de overheid in een klein land de economie kan bepalen, wat ik een rare redenering vind.”

LANDUYT. “Zonder de grenzen is Vlaanderen een slagveld. Op dat vlak ben ik een beetje antiglobalist. Als je daar geen regels hebt, worden de werknemers herleid tot kanonnenvlees.

“Ik moet ook beklemtonen dat er sectoren zijn waar we al concrete oplossingen hebben gevonden. Neem nu de transportsector: daar heb ik een akkoord en werd een wisselplan ingevoerd. Truckchauffeurs zijn een knelpuntberoep. Ook hier is opleiding de boodschap. Matching van probleem- of knelpuntenberoepen kan je niet invullen met niet-opgeleiden. Mijn wisselplan zegt: kijk binnen de bedrijven en sectoren waar we gekwalificeerden kunnen opleiden naar een hoger niveau. Zo komt er plaats voor laaggeschoolden. We schuiven mensen in door anderen te laten doorschuiven. Ik herhaal: haal de wijsheid niet uit het buitenland.

“Je hebt bijvoorbeeld mensen die aan de band werken en die het mits enige opleiding tot chauffeur kunnen schoppen. Geef die werknemers de garantie dat ze hun job niet verliezen, laat hen de band verlaten, een opleiding volgen en ik heb het bewijs dat mijn wisselplan werkt.”

MUYTERS. “De eerste taak van een bedrijf bestaat er inderdaad in te investeren in opleiding en daar zie ik toch een positieve evolutie.”

LANDUYT. “Ik hoop dat uw achterban zich daar ook van bewust is. Het is de krappe arbeidsmarkt die bedrijven tot die houding dwingt. Het ergste zou dus zijn dat ik die krappe arbeidsmarkt versoepel, want dan dien ik de kortetermijnbelangen van bedrijven.”

MUYTERS. “Zo weinig mogelijk werken is een zeer populaire redenering. Maar als we die volgen…”

LANDUYT. “Meer mensen, minder werk is mijn standpunt. Als je een regio welvarend wil houden, gebeurt dat niet door u kapot te werken.”

Maar de basis van de welvaart komt wel van de ondernemingen in een wereldeconomie en de krappe arbeidsmarkt heeft een nadelig effect op het functioneren van de onderneming.

LANDUYT. “Dat is de kunst van de sociaal-democratie: weten wanneer je inspeelt op een marktmechanisme. Op een bepaald moment vraag je je af waar het voordel van de mensen is. Ik wil geen Chileense toestanden met een goede economie en mensen in een moeilijke situatie. Ik kijk altijd hoe ver de rekker gaat.”

Alain MoutonGuido Muelenaer

Guido Muelenaer

“Voer de ‘green card’ in waarmee een buitenlander naar hier kan komen en zichzelf kan aanbieden aan de bedrijven.” [Philippe Muyters]

“Mijn gesprekspartner gelooft nog in Sovjetrussische bewakingssystemen waarbij wij als kleine staat alle voorwaarden kunnen bewaken.” [Renaat Landuyt]

“Immigratie kan op lange termijn voor een kenniscentrum België of Vlaanderen zorgen, een valley of talent.” [Philippe Muyters]

“Daar waar wij immigratie kunnen bemoeilijken, zullen wij het doen, juist omdat het gelijke kansen kan stimuleren.” [Renaat Landuyt]

“De minister denkt dat de overheid in een klein land de economie kan bepalen, wat ik een rare redenering vind.” [Philippe Muyters]

“Ex-VEV-voorzitter Karel Vinck zei al dat de meeste bedrijven tien jaar geleden wisten wat de knelpuntberoepen gingen zijn, maar niet hebben gedaan wat nodig was: investeren in opleiding.” [Renaat Landuyt]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content