Grote zussen geven loopbaanadvies

U wilt volgend jaar zelf behoren tot de machtigste vrouwen van Vlaanderen? Of gewoon toetsen of u op de goede weg bent voor de top? ‘Het Grote Zus Handboek voor op je werk’ is de leidraad.

Marcelle Difalco en Jocelyn Greenky Herz hebben het gemaakt. De ene is hoofdredacteur van het tijdschrift Eating Well, de andere staat aan hoofd van de afdeling voor nieuwe media en programmering bij het mediabedrijf Hachette Filipacchi. Allebei hebben ze ook een adviesbureau. Deze topfuncties kregen ze niet in de schoot geworpen. Ze moesten een lange weg afleggen; met veel valkuilen waar ze regelmatig met open ogen in vielen. En dat steken de auteurs in ‘Het Grote Zus Handboek voor op je werk’ niet onder stoelen of banken. Trends vat hun opvallendste ideeën en adviezen samen in ‘Het Grote Zus Artikel voor op je werk’.

1. PMS

Daar zit je dan. Vast in een stomme baan in een bedrijf met een kantoorpolitiek waar je niets van begrijpt. En dat allemaal terwijl het lijkt alsof mannen wel alle leuke banen krijgen en zich kunnen permitteren fouten te maken. Gelukkig heb je nog je vrouwenlogica om je aan op te trekken: als ik maar hard genoeg werk, kom ik er wel, aan de top. Fout. Wie zo denkt, is een makkelijk slachtoffer voor het Politieke Misère Syndroom (PMS) omdat je niet beseft dat alles in het oog gehouden en onthouden wordt. Alles, behalve hoe goed je wel bent in je baan. De symptomen van PMS? Je wordt bitter, paranoïde en gaat dwangmatig nog harder werken. Maar het lastigste kenmerk is wel de ontkenning.

Om te genezen van PMS mag je zeker niet laten merken hoe slecht jij je voelt, want dan kom je verwaand over en wordt de kloof met de top nog groter. Het wondermiddel tegen PMS is het creëren van opties. Hoe je dat best doet, kom je hieronder te weten. We kunnen je alvast meegeven dat je dit medicijn ook preventief kan gebruiken, want er bestaat zoiets als de ‘Zomaar Ineens Factor’, lees ontslag. Anders gezegd: je bent áltijd op zoek naar een baan.

2. Krab de bazen

Medewerkers die in een zielige toestand verkeren, groeien niet door. Opgewekt zijn, is de boodschap om opties te creëren. Wie blij lijkt met zijn baan, wordt zichtbaar en dat is net wat je wilt. Dé truc om zichtbaar te worden, is niet te hard te werken. Zo kan je namelijk ‘krabben’. Dat is niets anders dan het verlenen van gunsten om wederzijdse gevoelens van loyaliteit op te wekken. Mannen zijn erg goed in krabben en het bijhouden van hun score zoals ze dat doen bij het voetballen. Houd ook je scores bij in een notitieboekje, maar laat je niet verleiden om te overdrijven. Help alleen anderen wanneer je er zelf voordeel uit kan halen. En help liefst je bazen of invloedrijke personen zoals hun secretaresses. Die kunnen je veel uitleg geven en helpen je om snel zichtbaar te worden.

Wanneer je dit allemaal moet doen? Tijdens de werkuren. En daar hoef je je niet eens schuldig over te voelen. Hoe meer mensen je kent en hoe beter ontwikkeld je bent, hoe meer je kan doen voor je baas. Spendeer daarom zestig procent van je tijd aan je jobinhoud en de rest aan het reclame maken voor jezelf. Dat doe je bijvoorbeeld door het achterlaten van briefjes. ‘Bedankt.’ ‘Alsjeblieft.’ ‘Het was leuk je te leren kennen.’

3. Volg de leider

Je krijgt de leuke baan met bijhorend salaris. Dat is geen reden om op je lauweren te rusten. De bedrijfscultuur leren kennen, is een hele uitdaging. Weiger je erbij te horen, dan moet je weggaan. De tijdscultuur en het kledingklimaat begrijpen, is van essentieel belang. Anders loop je het risico dat je vaardigheden genegeerd worden. De gemakkelijkste manier om positief op te vallen, is simpelweg de leiders te imiteren en met hen te netwerken. Dat laatste kan je doen door je oversten ‘toevallig’ bij de bakker tegen het lijf te lopen en een luchtig gesprek met hen aan te knopen. Opgelet! Een onderneming telt ook veel onzichtbare leiders. Werk je dus in het roddelcircuit in, maar blijf een toeschouwer, houd wat je hoort voor jezelf en neem de sappige verhalen met een korrel zout.

4. Reputatie in de gratie

Gevaarlijker wordt het wanneer je zelf het onderwerp van geroddel wordt. Je reputatie is je belangrijkste carrièremiddel. Neem daarom de moeite om ze op te bouwen. Tien jaar in het vak zitten zonder goede referenties is niet wat je wilt. Doe aan zelfpromotie: word bevriend met de pr-dienst, zorg dat je de pers haalt, laat vrienden over je opscheppen. En hang geen vuile was buiten. Daar springt het roddelcircuit maar wat graag op. Dat levert je – bijvoorbeeld na een glas te veel op het personeelsfeest – al snel de reputatie op van zuipschuit, gierigaard, slons of slet. Achtervolgt zo’n slechte reputatie je? Verander je uiterlijk dan opvallend. Word je er toch over aangesproken, wijs er dan op dat elk verhaal twee kanten heeft.

5. Wie kan je vertrouwen?

Niemand.

6. GPS naar de top

Plannen zijn saai. Ze zijn de dodelijke vijand van spontaniteit. Niet waar. Je kunt in carrièreland niet doelloos rondrijden. Bepaal een bestemming. Bijvoorbeeld door je fantasieën over je baan, je levensstijl en seks – dat werkte toch voor Madonna? – op papier te zetten zonder er lang over na te denken. Houd dat een maand vol en kijk dan welke thema’s zich herhalen. De weg die zich voor je vormt, lijkt misschien lang, maar laat je daar niet door afschrikken. Schets alleen de eerste drie stappen en concentreer je daarop. Wat niet wil zeggen dat je geen routebeschrijving voor op lange termijn nodig hebt. Die moet je helpen incalculeren wat je baas wil, wat je verplichtingen zijn en hoe lang je reistijd zal zijn.

7. De baas als recensent

De beste raad, die grote zussen Difalco en Herz je kunnen geven, luidt: ‘spreek nooit kwaad over je baas.’ Een criticus mag je niet bekritiseren. Want je baas moet je precies zo behandelen zoals de gastvrouw van een restaurant een recensent behandelt. Schenk je baas voldoende aandacht, weet wanneer hij of zij iets nodig heeft. Precies zoals een serveerster perfect weet wanneer een glas moet worden bijgevuld. Deel de woede van de baas zoals een serveerster dat doet wanneer de klant haar wijst op een vlieg in de soep. En, oprecht slijmen is zeker toegestaan, zolang het in verhouding is met je verstandhouding met je overste. ‘Ik leer zoveel van je’, doet het altijd goed.

Vind je overste je niet leuk, dan ligt dat niet aan hem of haar, maar moet jij je klantenservice onder de loep nemen. Heb je er echt genoeg van, vertel je baas dan rustig de waarheid onder vier ogen. Ga alleen naar zijn of haar baas als je bereid bent je schort uit te trekken.

8. Grootste probleem? Andere vrouwen

Vrouwen gebruiken gemene technieken om andere vrouwen af te kraken. Ze negeren, vissen naar smerige details om die vervolgens rond te strooien, vertonen een wisselend humeur. Allemaal kenmerken van emotionele mishandeling. Het ergste dat ‘gemene stiefzusters’ doen, is wel het speuren naar mannen. Wie een andere vrouw niet als autoriteitsfiguur kan verdragen, zal bijvoorbeeld de correctheid van instructies altijd nakijken bij een hogergeplaatste man.

Ben je zelf zo’n gemene stiefzuster, denk er dan aan dat jij de prins niet krijgt. Lees: Dit gedrag kan je je baan kosten. Vrouwen kunnen elkaar beter steunen, want ze trekken nog steeds aan het kortste eind. Geef je vrouwelijke collega’s dus dekking op kantoor.

Heb je last van een stiefzus, daal dan niet naar haar niveau af. Zorg niet wanhopig dat ze je leuk vindt, vraag niet waarom ze op je vit en klaag niet bij anderen. Klaag zeker niet bij haar baas, want die wierf haar tenslotte aan. Concentreer je gewoon nog harder op het volgen van bovenstaande tips. (T)

Marcelle DiFalco & Jocelyn Greenky Herz, Het grote zus handboek voor op je werk Sirene, 2006, 303 p.

Door Sjoukje Smedts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content