Grootmeester

Hoewel vijftig jaar geleden Richard Strauss (1864-1949) overleed, werd er dit jaar nagenoeg met geen woord gerept over deze grootmeester van de laatromantiek. Op de valreep toch nog deze ‘Jubilee Edition’.

Iedereen kent de aanvang van ‘Also sprach Zarathustra’, het leidmotief van Stanley Kubricks film ‘2001, A Space Odyssey’. Maar verder gaat de kennis van Richard Strauss en zijn muziek meestal niet…

Het werk van deze gigant – vaak autobiografisch geladen – kan grosso modo worden onderverdeeld in drie grote genres: symfonische gedichten (Don Juan, Don Quichote, Till Eulenspiegel…); opera’s (Elektra, Salome, Ariadne auf Naxos, Der Rosenkavalier…); en liederen (met de sublieme Vier letzte Lieder, een soort afscheid van het leven).

Strauss was een laatromanticus, maar hij begon zijn carrière met een ijverige studie van Mozart, Haydn, Beethoven en Brahms. Later werd hij ook adept van Liszt, Berlioz en Wagner. De referenties aan die illustere voorgangers zijn legio – Strauss opteert voor onvervalste lyriek en melodiek, voor sensualiteit en nostalgische melancholie – en dat zal volstaan om hem af te schilderen als passeïstisch, anachronistisch en totaal onaangepast aan zijn eigen tijd. Toch heeft Strauss ook nieuwe paden betreden, zonder daar met veel bombarie theorieën aan vast te knopen. Hij gebruikte ook dodecafonie, lang vóór de seriële componisten er hun ‘image de marque’ van maakten.

Hoewel erkend als dirigent, leraar en componist van zo veel ‘heldhaftige’ pagina’s, was hij een eenvoudig man. Op de vraag wat nu precies ‘modern’ was, antwoordde hij: “Heb invallen zoals Beethoven, maak contrapunt als J.S. Bach, instrumenteer als Mozart, maar wees eerlijk een kind van je tijd. Dan ben je modern.” Zelf het voorwerp van volks vermaak en scherpe spot was hij niet gespeend van fijnzinnige humor. Toen een hoboïst hem een partituur voorlegde met de opmerking dat “zoiets wel gespeeld kon worden op een piano, maar niet op een hobo”, antwoordde de meester: “Troost u, beste vriend, op de piano lukt het ook niet.”

Met de Jubilee Edition van Capriccio (2 cd’s) krijgt u een idee van wat Richard Strauss (nota bene geen familie van Johann Strauss) te bieden heeft. Uiteraard kan een oeuvre als dit niet op twee schijfjes worden geperst, maar dit geeft u een goed beeld van de vocale (nr. 1) en symfonische (nr. 2) mogelijkheden. Het loont allicht de moeite om een goede versie van Also sprach Zarathustra in huis te halen (door Pierre Boulez en het Chicago Symphony Orchestra bijvoorbeeld – DG47.649.2)

RICHARD STRAUSS – Jubilee Edition (2 cd’s) – Münchner Rundfunkorchester (Manfred Honeck), Radio-Sinfonieorchester Stuttgart (Neville Marriner) + solisten – Capriccio 49.272.6

MILO DERDEYN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content