Groot in schroot

Het Gentse Van Heyghen Recycling waagt zich sinds eind mei aan de sloop van de Tellier, een bijna 200 meter lange gastanker. Het project brengt prestige mee, maar de echte groei voor de schrootwerf komt vooral van de export naar het Middellandse Zeegebied.

Van Heyghen Recycling staat te boek als een traditionele schrootwerf, gespecialiseerd in het inzamelen van afval en het verwerken ervan tot herbruikbare grondstoffen voor staal- en non-ferrobedrijven. Het is een dochter van de Belgische Group Galloo, die met 49 werven in België, Frankrijk en Nederland 550 miljoen euro omzet draait. Van Heyghen Recycling is goed voor de helft daarvan.

Een gastanker van 197 meter slopen is allerminst alledaags. Van Heyghen kocht het schip van Gaz de France-Suez, dat volgens general manager Bernard Beyne makkelijk een miljoen euro meer had kunnen vangen op de Aziatische markt. “De opbrengst is groter als je een schip naar Azië stuurt”, legt hij uit. “Daar houden ze minder rekening met milieu en arbeidsveiligheid, zaken die in West-Europa de kosten opdrijven. Dit project zet ons in Europa op de kaart. We kunnen een oplossing bieden aan bedrijven die dachten dat ze voor de sloop van dergelijke schepen enkel in het Verre Oosten terechtkonden.”

De voorbije vijftien jaar wist Van Heyghen Recycling eerst de Belgische en de Britse marine te overtuigen hun schepen in Gent te laten slopen. Later volgde de private markt, die vanuit een reflex naar maatschappelijk verantwoord ondernemen vaker voor een Europese scheepssloper koos.

De Tellier is met andere woorden om ethische en milieuredenen in Gent beland. De recuperatie van 10.000 ton ijzer en 500 à 600 ton non-ferrometalen uit het schip moet de aankoop ervan de moeite waard maken voor Van Heyghen. Hoeveel voor de gastanker betaald is, wil Bernard Beyne niet kwijt, maar wel wat hij kan opbrengen. “De eerste tonnen komen vrij in de loop van het najaar. Het is moeilijk in te schatten hoe hoog de schrootprijzen het komende jaar zullen zijn. De prijs van staalschroot schommelt nu rond 250 euro per ton. Het staalschroot moet tegen de huidige prijzen dus om en bij 2,5 miljoen euro opleveren. Voor 500 ton inox komt daar nog een miljoen euro bij, plus enkele honderdduizenden euro’s voor specifieke objecten die nog een herbruikwaarde hebben.”

Van Heyghen Recycling boekte vorig jaar 247 miljoen euro omzet. Voor 2012 mikt het op 300 miljoen. Het belang van de Tellier in het totaalplaatje is dus eerder beperkt. Van Heyghen Recycling sloopt jaarlijks zo’n dertig zeeschepen. “Dit project is niet tijdsgebonden. Ik zie het als een buffer”, stelt Beyne. “We hebben voldoende plaats en ruimte voor de Tellier en kunnen de sloop ervan afstemmen op onze andere activiteiten. Is het rustig, dan kan ik extra mensen aan het schip laten werken. Gemiddeld zullen tien mensen een jaar aan het schip werken.”

Volume opkrikken

Behalve schepen sloopt Van Heyghen ook trucks en treinen. Zo verwerkte het de stellen die in mei betrokken waren in het treinongeluk in Godinne. Maar Van Heyghen Recycling is in de eerste plaats een schrootverwerker die levert aan staal- en non-ferrobedrijven zoals ArcelorMittal, Umicore of Métallo-Chimique. Door de sterk schommelende schrootprijzen vertoont de omzet fikse bokkensprongen. Dalingen of stijgingen met 50 miljoen euro of meer waren de voorbije jaren geen uitzondering.

Ook de bedrijfswinst weerspiegelt de volatiele prijzen. De materialen die aan het einde van een boekjaar niet verkocht zijn, worden gewaardeerd tegen een vaak slechte vervangingswaarde. Dat resulteerde in 2008 bijvoorbeeld in een bedrijfsverlies van 700.000 euro. Bovendien kende Van Heyghen de voorbije jaren lage bedrijfswinstmarges van 2 à 3 procent.

“We moeten met een kleine, flexibele structuur enorme omzetten draaien om onze hoge kosten en investeringen om te zetten in winst. De sterkte van ons bedrijf ligt in het werken met minimale kosten, dus willen we het volume zien stijgen.” Laten we de schrootprijzen buiten beschouwing, dan zijn vooral de verkochte volumes een goede indicator van de evolutie van Van Heyghen Recycling. In 2011 bracht het 735.769 ton schroot aan de man, tegenover 682.758 in 2010 en 548.817 in 2009. De ambitie is 1 miljoen ton per jaar, wat met een verkoopprijs van 300 euro per ton een omzet van 300 miljoen euro zou opleveren.

“Om de vaste kosten optimaal te dekken, zou dat het ideale niveau zijn”, zegt Bernard Beyne. “We mikken in 2012 al op dat miljoen ton. De eerste jaarhelft was al goed. We zijn blij dat we ons de voorbije jaren op export hebben gericht. Landen als Turkije hebben de crisis minder gevoeld. Met Griekenland zijn we wel een belangrijke klant kwijt.”

Naar het Midden-Oosten

Van Heyghen Recycling haalt 90 procent van zijn omzet uit export. Dat is niet verwonderlijk gezien de evolutie van de staalproductie. In 2010 is wereldwijd 1,4 miljard ton staal geproduceerd, een verdubbeling sinds 1990. In West-Europa bleef de productie echter hangen op 150 miljoen ton. “In Europa is er een totale stagnatie”, zegt Beyne. “En voor de komende tien jaar vrezen we een neergang. De vraag is hoe de schrootproductie zich hier zal handhaven. Al denk ik dat het gebruik van schroot ook voor die oudere fabrieken interessanter zal worden. Voor de CO2-emissies telt het smelten van schroot niet mee omdat het ooit al werd verrekend bij de productie van het staal. Dat is een enorm voordeel voor de industrie. Bovendien zijn de kosten van ijzerertsen en cokes fel gestegen.”

Maar vooral de nieuwe elektro-ovens zullen de toekomst van schroot veiligstellen. De nieuwe staalindustrie is gebaseerd op die ovens, waarin schroot ijzererts of cokes vervangt. Dat heeft de vraag naar schroot om nieuw staal te maken sterk doen groeien. Waar in 1990 30 procent van het staal met schroot werd gemaakt, was dat in 2010 de helft, goed voor 700 miljoen ton.

“Om daarop in te spelen blijven we nieuwe klanten zoeken op de exportmarkt”, besluit Beyne. “Onze focus ligt nu op de regio rond de Middellandse Zee. De zaken kunnen echter snel kantelen. Daarom denken we nieuwe partners te zoeken in het Midden-Oosten. Over vijf jaar willen we daar een derde van onze omzet realiseren.”

WOUTER TEMMERMAN, FOTOGRAFIE JELLE VERMEERSCH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content