Goedgekeurd kannibalisme

Een groep vermaarde Franse historici maakte een inventaris van bijna een eeuw communisme. Uiteraard overheerst het rood, maar dan het rood van het bloed van de miljoenen slachtoffers.

Tussen 1959 en 1961 werd China geplaagd door zo’n overweldigende hongersnood, dat de meest barbaarse en verbijsterende overlevingstactieken aangewend werden door de radeloze bewoners. Eén tafereel vergeet u nooit meer: in sommige dorpen wisselden gezinnen kinderen uit. Zo hoefden ze op zijn minst hun eigen kroost niet op te eten. “Ik kon duidelijk het bedroefde gezicht van de ouders zien die kauwden op het vlees van kinderen tegen wie ze de hunne hadden ingeruild,” aldus een ingelaste getuigenis, zowat halverwege het duizend bladzijden tellende Zwartboek van het communisme. De hongersnood is immers een gevolg van de waanzin van Mao Zedong, die eind jaren vijftig de Grote Sprong Voorwaarts lanceerde, een voorsmaakje van zijn beruchtere Culturele Revolutie (tussen 1966 en 1976). Totalitarisme, machtswellust en misdadige onkunde leidden naar de dood van 65 miljoen Chinezen.

Na het lezen van zulke verpletterende cijfers en gruwelijke praktijken rijzen vragen. Het Chinese kannibalisme zindert het langst na, maar is niet eens uitzonderlijk in de oneindige aaneenrijging van tekortkomingen, deportaties, goelags, martelingen, executies en massamoorden in deze turf. Een eerste reactie is het vlug catalogeren van dit Zwartboek als het zoveelste primitieve pamflet tegen het communisme, politiek in haar laagste vorm. Alle clichés van communistenhaters komen er niet alleen in voor, ze lijken ook uitvergroot. Wie het boek zo leest, stuit evenwel op een probleem. Dit is immers geen werk dat baadt in koude-oorlogsfeer (het verscheen oorspronkelijk in 1997 in Frankrijk) en ook de auteurs hebben niet bepaald de reputatie om over één nacht ijs te gaan.

KILLING FIELDS.

De auteurs schreven geen afrekening, maar stelden een inventaris op van de misdaden, terreur en onderdrukking die gevoerd werden in naam van het communisme sedert de Russische revolutie in 1917. Ook in ons land blijken de reacties erg voorspelbaar. Vooral bij ietwat oudere lezers krijg je niet zelden het antwoord: de nazi’s waren erger. Zo’n discussie is even pijnlijk als vruchteloos. De nazi’s hadden slechts enkele jaren om hun miljoenen doden te maken en gingen uit van een wrede ideologie met oppermensen en slaven, terwijl het communisme zich laaft aan de utopie van de gelijkheid. Bovendien hielpen de communisten het Westen bevrijden van de nazi’s. Vooral dat laatste heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat er toleranter geoordeeld wordt over de goelags. Je kan nog altijd maar beter de hand drukken van Castro dan van Pinochet.

Het zwartboek lijkt ook een defilé van de grootste psychopaten uit de geschiedenis, niet in het minst Lenin, Stalin en Mao. De vraag luidt evenwel of de twee miljoen doden in de Cambodjaanse killing fields van Pol Pot het slachtoffer werden van een ontsporing of van een onafwendbare consequentie van het systeem.

In zijn inleiding vergelijkt Stéphane Courtois het nazisme en het communisme. Prompt distantieerden enkele van zijn coauteurs zich openlijk van zijn bijdrage. Hun reactie toont niet alleen aan hoe gevoelig de zaak ligt, het bewijst ook nogmaals dat dit boek geen samenraapsel is van communistenpesters.

HONDERD MILJOEN DODEN.

Samensteller Courtois telt alle dodelijke slachtoffers van communistische regimes op en komt uit op bijna 100 miljoen doden sinds 1917. Naast de 65 miljoen Chinese slachtoffers, telt hij onder meer 20 miljoen Sovjet-Russische doden. Hij vermeldt zelfs “een tiental duizend doden” op rekening van de “internationale communistische beweging en niet aan de macht zijnde communistische partijen.” Ook deze vampierensom heeft de gemoederen al danig verhit. Courtois lijkt slordig in zijn optelling, sleurt er ook alle slachtoffers van hongersnoden bij in communistische landen. Aan de discussie daarover (die in Frankrijk op het scherp van de snee gevoerd werd en nu stilletjes overgedaan wordt in andere landen), doen we niet mee. Ze lijkt immers op het debat over de genocide in Rwanda, waarin de ene uitgaat van een miljoen doden en de andere beweert dat er slechts een half miljoen slachtoffers vielen.

Veel interessanter is het dat de auteurs duidelijk (en hier en daar allicht zelfs onbedoeld) aantonen dat de ontsporingen van dictators als Stalin al ingebakken zaten in de totstandkoming van de regimes, al is dit geen primeur. De jongste tijd verschijnen wel meer degelijke historische werken waarin communistische coryfeeën als Lenin hun aureool verliezen. De verdienste van Courtois en co is nu net dat ze deze bevindingen op een rij zetten, als een macabere paternoster vol van genadeloze getuigenissen tegen om het even welke ideologische waanzin. In die zin is deze bijbel der verschrikkingen uiteindelijk veel humanistischer dan de naïeve tot manipulatieve deelnemers aan de debatten erover.

Stéphane Courtois (red), Zwartboek van het communisme. Arbeiderspers, 1083 blz., 1980 fr. ISBN 9029558385.

LUC DE DECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content