Doug Limans “Go” is een snedig en verrassend generatieportret over de nare belevenissen van een aantal adolescenten in het nachtelijke Los Angeles.

Ronna, kassierster in een warenhuis, stelt alles in het werk om haar achterstallig huurgeld bijeen te rapen. Simon, een impulsieve Brit, trekt met enkele vrienden in een gestolen wagen naar Las Vegas om er de ultieme kick te zoeken en het koppel Adam en Zack, twee televisiesterren, beleven het meest akelige kerstdineetje van hun leven en worden gebruikt in een undercoveroperatie van de drugspolitie. Laat bovenstaande synopsis echter geen leidraad zijn.

“Go” samenvatten in een paar lijntjes is een onmogelijke opgave en doet enkel afbreuk aan de meeslepende sfeer. Deze donkere komedie bevat genoeg plotwendingen om een aantal langspeelfilms mee te vullen. Scenarist John August mengt behendig de drie verschillende verhalen en evenveel vertelstandpunten tot een evenwichtig en krachtig geheel. De vergelijking met Tarantinos “Pulp Fiction” is onvermijdelijk. Deze manier van vertellen bestond al toen Tarantino het controlelampje van de tv nog verwarde met dat van zijn babyfoon.

De titel zegt alles. “Go” is hip, ad rem, wereldwijs en buitengewoon energiek. Op het pompende ritme van enkele technobeats varieert regisseur Doug Liman, die tevens de fotografie voor zijn rekening nam, het verrukkelijke tempo van zijn film met de inventiviteit van een rave DJ. In feite geeft “Go” je dezelfde kick als een nachtje uitzweten op een weergaloze raveparty. Want aan deze film valt in de bioscoop enorm veel plezier te beleven, maar eenmaal buiten dringt zich de vraag op waar u nu ruim anderhalf uur naar gekeken hebt.

“Go” is meer een trip dan een karakterontleding. De meisjes en jongens in deze film leven op het scherp van de snee. Ze zijn eigenwijs en uitsluitend uit op hun eigen voordeel en genot. Kortom: het zijn niet de figuren bij wie een gezellige kaas- en wijnavond op het programma staat. En wie dacht dat deze jongeren een les zouden trekken uit hun roekeloze beslissingen, heeft het goed mis. Op het einde vragen ze zich enkel af wat ze het volgende weekend gaan verzinnen. De schare nagenoeg onbekende acteurs (verscheidene uit de stal van Atom Egoyan en Gregg Araki) brengen hun nihilistische personages levendig en spontaan. Als toeschouwer geef je echter geen barst om hun rampspoed. “Go” moet het hoofdzakelijk hebben van zijn spitse dialogen en de verpletterende stijl, die varieert van grimmig realisme tot fantasmagorisch. Doug Limans debuut “Swingers” haalde nooit de Belgische biscopen. Met “Go” bewijst hij in elk geval dat hij talent zat heeft. ( )

PIET GOETHALS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content