Glimlachen tegen het lelijke eendje

Tom Dieusaert Freelancejournalist

Venezuela is het lelijke eendje in Latijns-Amerika. Ondanks een diepe crisis zijn er nog heel wat Belgen die het er goed doen.

Caracas, Venezuela.

Caracas is een onoverzichtelijke en fascinerende stad. Heel Amerikaans, met grote carreteras waarop blinkende sedans langs flatgebouwen van district naar district surfen. De stad spreidt zich uit tot aan de heuvels, waar de armzalige barrio’s van baksteen en golfplaat tegen de steile wanden opkruipen, de zwaartekracht negerend. Een occasionele stortvloed durft wel eens tientallen van die prefabhuisjes met zich meesleuren. San Antonio de los Altos ligt op de top van één van die heuvels. Het is een middle-class slaapstad waar de Caraquenos zich ‘s avonds terugtrekken uit de smog, de warmte en het lawaai.

San Antonio is tevens de thuisbasis van de familieclan van de Couttenyes uit Poperinge, waarvan de eerste telg hier in 1939 neerstreek. Rudolf (of Rodolfo) Couttenye en zijn neef Paul staan vandaag aan het hoofd van een bloeiende onderneming : de grootste lijmproducent en één van de grootste verffabrikanten van Venezuela. Indrukwekkend voor een onderneming die dertig jaar geleden niet meer was dan twee primitieve lijmmengmachines in een autogarage.

Rudolf, van opleiding schoenmaker, geeft zijn versie van de AmericanDream : “In 1958 kwam ik ‘s morgens aan in mijn winkel voor schoenmaterialen. Daar stond mijn voornaamste lijmleverancier mij op te wachten. Zijn fabriek was afgebrand en hij kapte ermee. Ik zat dus zonder lijm en heb de twee overblijvende primitieve lijmmachines overgekocht, eigenlijk twee vaten van 200 liter. Twee jaar later ben ik dan op het idee gekomen om zelf een lijmfabriek op te starten : er werd maar één soort lijm in Venezuela gemaakt, de rest werd geïmporteerd.”

Voor contactlijm voor schoenen was er een markt. Met de technologie van het Duitse Isar Chemie bracht Couttenye & Co een jaar later de eerste liters Isarcoll op de markt. Van lijm was het een kleine stap naar de verven. “Wij hadden reeds de machines en met polyvinylacetaat een belangrijk basisproduct,” zegt Rudolf Couttenye. In 1973, op het moment dat de volksmenner Carlos Andres Perez de petroleumindustrie nationaliseerde en de gouden jaren van Venezuela inleidde, reden de eerste vrachtwagens met Sigma-verf, waarvoor Couttenye een licentie had gekregen, uit de fabriek. De anticorrosieverven van Sigma vulden een perfect gat in de markt in de exploderende petroleum- en scheepvaartindustrie.

In Venezuela heeft Couttenye & Co een marktaandeel van 35 % in de lijmsector. Wat de verven betreft, staat het bedrijf minder sterk, maar daar zijn volgens Couttenye nog groeimogelijkheden, zeker omdat de belangrijkste concurrent failliet is gegaan. Couttenye & Co boert helemaal niet slecht : het bedrijf, dat meer dan 300 werknemers telt, haalt zo’n 20 miljoen dollar omzet en groeit nog elk jaar.

SOMBERE TOEKOMST.

De toekomst van zijn nieuw vaderland ziet Couttenye minder rooskleurig in. Venezuela is zowat het lelijke eendje van Zuid-Amerika. Terwijl alle buurlanden een ware economische renaissance kennen, maakt het land aan de Orinoco een zware crisis door. De Venezolanen waren tot nu toe erg verwend : het spook van hyperinflatie, schulden en dictaturen ging hen netjes voorbij, dankzij de onuitputtelijke stroom petrodollars die sinds de jaren ’70 het land binnenstroomden.

“De petrodollars waren als loterijgeld, het viel het land in de schoot, zonder tegenprestatie in productie,” zegt Couttenye. “De groei was te explosief, hij bracht geen neveneffecten. Er was een tekort aan grondstoffen en mankracht voor een eigen industrie. Men koos voor de gemakkelijkheidsoplossing en begon te importeren. Op bepaalde momenten lagen er veertig schepen buiten de haven te wachten, omdat de haven verstopt was van de stroom importgoederen. Omdat iedereen werk had, werden de gekste looneisen ingewilligd. De arbeidswetgeving die toen gestemd werd, breekt Venezuela vandaag zuur op : er zijn bonussen voor van alles en nog wat, voor eten, bijscholing… de werkgever betaalt zelf de bewaarmoeders. Het meest gecompliceerde is nog de ontslagregeling : iemand ontslaan, is heel moeilijk, als die werknemer tien jaar heeft gewerkt wordt hij nog tien maanden uitbetaald, plus dat men nog eens gaat uitrekenen wat de werknemer uit het verleden nog tegoed heeft, in vergelijking met zijn maandloon van vandaag, dat door de inflatie gestegen is. Waanzin natuurlijk. Een ander probleem is het ontbreken van een wettelijk kader voor ploegenarbeid, zodat wij in de weekend quasi stilliggen.”

Venezuela kreeg de rekening gepresenteerd : investeringen bleven uit, de olieprijs zakte en de bolivar nam een duik. De huidige president Rafael Caldera reageerde met een protectionistische politiek. Dat was volgens Rudolf Couttenye een ramp. Om de munt te ondersteunen, voerde Caldera een vaste wisselkoers en een deviezencontrole in. Couttenye : “Maar als het er op aan komt het systeem te bedotten, is de Venezolaan “stief slim”. Er zijn nooit zoveel reizen naar het buitenland geweest als in die periode, reizigers hadden namelijk het recht om 1000 tot 4000 dollar te wisselen, naargelang van hun bestemming. Bovendien kon men in het buitenland met een kredietkaart nog eens 2000 dollar afhalen. Men sleepte dus een zak kredietkaarten van alle vrienden mee waarmee in het buitenland massa’s dollars werden geïncasseerd.”

Een groot probleem is de opleiding. In de universiteiten wordt relatief veel geld gestoken. “Er is hier een ware massaproductie van economen, juristen en noem maar op,” zegt Rudolf Couttenye. “De situatie in de basis- en middelbare scholen is echter zonder meer dramatisch. Onlangs hebben wij zelf een examen lezen en schrijven uitgeschreven voor onze 140 arbeiders. Na de testen bleken daar 51 analfabeten bij te zitten. We hebben dan zelf een schooltje opgericht. Er kwamen 28 inschrijvingen, mensen die zich na de uren bijschoolden. Je kan je niet voorstellen met wat voor enthousiasme die klassen gepaard gingen. Er werd bij de diploma-uitreiking meer dan één vreugdetraan gelaten. Elke deelnemer kreeg een gouden pen cadeau, terwijl de leraressen door de studenten met cadeautjes werden overladen. Binnenkort gaan we met rekenen beginnen.”

TOM DIEUSAERT

KLAUS MOREAU (YPRA PLASTICS) EN RUDOLF COUTTENYE (COUTTENYE & Co.) Vechten tegen hoge inflatie, stijgende criminaliteit, strenge arbeidswetgeving.

CARACAS Ultramodern centrum en arme buurten tegen de heuvel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content