Gezond boerenverstand bij Boortmalt

Nee, niet iedereen klaagt over het gebrek aan concurrentie. Integendeel. Op slechts enkele kilometers van het vermaledijde Opel beleeft de moutproducent Boortmalt mooie jaren. Want Boortmalt voert via Antwerpen bijna de helft van de hele Europese moutproductie naar de wereld.

Op het intercontinentale containerschip is het glibberig glad. Drie donkerbruine, Aziatische bemanningsleden verwelkomen de bezoekers. Een stevige zuidwester waait door het zesde Havendok in Antwerpen.

Een meer strategische ligging bestaat allicht niet. Via pijpleidingen, rechtstreeks verbonden met de moutfabriek aan de kade, belandt 20.000 ton mout in het vrachtschip. De zeevaarder zal die nacht koers zetten richting Brazilië. Daar wordt het mout geleverd aan Schincariol. De brouwer is in Brazilë lokaal het nummer twee. Marktleider is AmBev, de ongenaakbare dochter van bierreus Anheuser-Busch InBev.

Boortmalt is een producent van het onmisbare goedje voor de fermentatie van bier. Oudere lezers kennen Boortmalt misschien nog vooral als de moutproducent uit Boortmeerbeek. Maar daar verdween de onderneming al in 2004. De verhuis naar de Antwerpse haven was vanuit logistiek oogpunt een briljante zaak. De algemeen directeur Yvan Schaepman kan die troeven maar niet genoeg herhalen. “Dit is een topligging”, gniffelt de Fransman met Nederlandse wortels, terwijl achter zijn rug en buiten op de kade containers metershoog zijn opgestapeld. “Wij zijn een producent van grondstoffen. We werken in een sector van lage marges. Een goede logistiek is dus héél be-langrijk. En wij hebben met deze vestiging in de Antwerpse haven de beste logistiek van heel Europa. Vanuit Antwerpen trekken we heel efficiënt naar de hele wereld. Die boot met 20.000 ton mout vanuit Antwerpen is voor Schincariol goedkoper dan mout vanuit het buurland Argentinië. Gewoon dankzij de uitstekende logistiek; de vervoerkosten via de zee zijn een peulschil. En Schincariol is onze belangrijkste klant. Dus krijgt het betere tarieven. Wij exporteren vanuit Antwerpen zelfs voor onze concurrenten. Van de totale hoeveelheid geëxporteerde mout uit Europa nemen wij 45 procent voor onze rekening.”

Hoge loonlasten zijn geen probleem

Het verhaal is een opkikker na alle gekreun en geweeklaag over de zwakke Belgische concurrentiepositie. Vanaf het terrein van Boortmalt is overigens het embleem van Opel Antwerpen waarneembaar. Boortmalt denkt niet aan sluiten in Antwerpen. Integendeel. In de Antwerpse mouterij werd een investerings-programma van bijna 38 miljoen euro afgerond. Een nieuwe, en derde, moutfabriek creëert een bijkomende productiecapaciteit van 80.000 ton mout. Daarnaast komt nieuwe silo-opslag met een volume van 30.000 ton.

Moutproductie is vooral een kapitaalintensieve industrie. Besparen op te hoge loonlasten is geen noodzaak, want er is nauwelijks personeel. Een bezoek aan de moutfabriek leidt door een torenachtig gebouw van zeven verdiepingen. Daar wordt in het productieproces dat acht dagen duurt gerst in mout omgezet. Er hangt een vochtige lucht en de temperatuur is tropisch. Nergens is er personeel. De grootste werknemerspost is hier het schoonmaakpersoneel. Dat poetst om de vijf dagen de grote, blinkende silovertrekken.

Van de geproduceerde mout blijft amper 3 procent in België. “In België leveren we vooral aan de kleinere brouwers”, meldt Yvan Schaepman. “Onze focus ligt op de groeilanden.” Van de productie wordt nog eens 27 procent in Europa geleverd, maar 70 procent verdwijnt naar andere continenten. Vooral naar Zuid-Amerika en Afrika. SABMiller, het wereldwijde nummer twee na Anheuser-Busch InBev, is een belangrijke klant voor Afrika. Al dan niet in samenwerking met Castel, waarmee SABMiller in Afrikaanse landen een overeenkomst sloot.

Carlsberg en Heineken zijn ook klanten, maar in mindere mate. “Anheuser-Busch InBev is geen klant. Niet dat ik geen orders zou willen. Maar de contracten tussen mouters en brouwerijen worden meestal over een periode van één tot vijf jaar afgesloten. Bij de volgende contractvernieuwing willen wij zeker meespelen.”

De mouter krijgt daarbij een marge voor de verwerking van gerst tot mout. Gerst is de grondstof voor mout. De oogst kan wispelturig zijn, met als resultaat sterke prijsschommelingen. De brouwer draagt het risico voor die prijsschommelingen, niet de mouter. De hoogste productiekosten bij Boortmalt zijn daarom de energiekosten. Goed voor een derde. “Wel, we zijn gebonden aan één energieleverancier. We hebben geen keuze”, sakkert de Franse Nederlander.

Mee met de consolidatiegolf

Toch is de grootste uitdaging voor de mouters de toenemende consolidatie in de bierwereld. De vier grootste brouwers hebben een marktaandeel van 52 procent. De vier grootste mouters betekenen 27 procent. “Het is duidelijk dat wij mee moeten doen aan die consolidatie”, vindt Yvan Schaepman. “Je hebt de keuze: of je werkt in een nichemarkt, of je doet mee met de grote brouwers. Wij kiezen voor de tweede weg. Met als gevolg dat het aantal mensen met wie je over contracten onderhandelt steeds kleiner wordt. Maar de individuele contracten worden dus steeds belangrijker in omvang.”

Een voorbeeld van die toenemende beslissingmacht bij de brouwers leverden het jongste boekjaar en de bankencrisis. De grote brouwers verlaagden hun bedragen aan werkkapitaal, dus de dagelijkse financieringbehoeften. Dat gebeurde vooral onder druk van de banken, want die hadden zelf nood aan liquide middelen. De verstrengde financieringsbehoefte werd doorgeschoven naar de toeleveraars, onder meer via uitgestelde voorraadbestellingen. De mouterijen bleven langer opgescheept met hun geproduceerde mout in de eigen silo’s. Ze speelden dus eigenlijk tijdelijk financier en voorraadbeheerder voor de brouwers. Maar die situatie was tijdelijk. Ze herhaalt zich in mindere mate in het lopende boekjaar.

Meer nog. Boortmalt maakt een vuist en consolideert mee. Op 11 februari werd de handtekening gezet onder de overname van de moutafdeling van de Ierse Greencore Group. Die producent van meeneem-eten, sandwiches en koude bereide maaltijden, wil zich voortaan toeleggen op de kernactiviteit. Greencore Group heeft een vrij aanzienlijke schuldenlast. “De overname draait niet enkel om groter worden”, verduidelijkt Yvan Schaepman. “We zijn heel complementair. Wij halen vooral omzet in groeimarkten. Dat is goed. Maar we willen ook omzet in verzadigde markten, zoals West-Europa. De bierconsumptie daalt er elk jaar. Maar het zijn belangrijke markten. Greencore is daar actief. Bovendien hebben wij geen nichemarkten. Wij maken mout voor pilsbieren. Ik wil ook mout voor donkere bieren. Greencore levert die. En Greencore maakt mout voor whisky. De consumptie van whisky blijft stabiel in West-Europa. En een belangrijk deel van de productie gaat naar export.”

Ook de hoofdaandeelhouder achter Boortmalt, de Franse granencoöperatie Axéréal, kan de overname smaken. Het overtuigen van een verbond van 13.000 Franse boeren, gelegerd in de Franse gerstschuur tussen Parijs en het Centraal Massief, bleek een makkie. De boeren begrijpen het strategische nut van de toenemende consolidatie. De boeren betalen de 116,25 miljoen euro dure overname voor de helft in cash en de helft via leningen. “Nee, dat is geen conservatieve betaling”, weerlegt Yvan Schaepman de geringe schuldfinanciering voor de overname. “Axéréal doet het altijd op die manier. En dat is gezond. Zo werkt het gezond verstand van de Franse boer.”

Door Wolfgang Riepl/Foto’s Michel Wiegandt

Mout vanuit de Antwerpse haven naar Brazilië is goedkoper dan mout vanuit het buurland Argentinië.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content