Gevleugelde caractériels

Van volksvertier voor Jan met de pet tot vliegende goudhaantjes. De duivensport is niet alleen de hobby van bejaarde opa’s, maar ook voor investeerders en zelfs hippe vogels. Een Vlaamse kweker verkocht onlangs zelfs een beestje voor 310.000 euro.

Een parktuin met piekfijn gemaaid gras. Eromheen een aantal uit teakhout opgetrokken gebouwen. Noem het geen duivenkoten, want je doet de waarheid geweld aan. Welkom in de luxueuze appartementsblokken van de 550 sportduiven van Ivan Delrue. Delrue (55) is zaakvoerder van Group Delrue, een reeks bedrijven die actief is in de verkoop van betonijzer en bouwtoebehoren. De zaken gaan goed, er werken zo’n zeventig mensen, over enkele bedrijven verspreid en actief in heel het land en Noord-Frankrijk.

Toch klopt Delrues hart vooral sneller voor zijn duiven. “Het is een hobby die tot passie is uitgegroeid”, verontschuldigt hij zich als het ware, als hij ons door de duivenappartementen loodst. Piekfijn, keurig, netjes, geordend, luxueus, perfect georiënteerd, pico bello verlucht. Het zijn vijfsterrenhotels. “Maar dat hebben mijn duiven nodig, het zijn topsporters, en die moet je met uiterste zorg verwennen.”

Een zwerm jonge duiven scheert onafgebroken door het Ichtegemse zwerk. “Ze trainen ongeveer anderhalf uur per dag. Conditioneel zijn ze bijna klaar voor hun eerste wedstrijd.” Delrue is nationaal en internationaal een van de toppers op de ‘fond’, vliegwedstrijden over afstanden van 800 kilometer en verder. “Denk maar aan Perpignan en Barcelona. In nauwelijks een dag zijn mijn duiven terug thuis.” Delrue koos bewust voor de lange afstand. “Alleen op de lange afstand kan je de pure klasse van een duif leren kennen. Daar vind je de marathonlopers. Daar komt de grootste kwaliteit naar boven.”

Delrue is een voorbeeld van een duivenliefhebber die — ondanks de zware financiële investeringen — in de eerste plaats een liefhebber bleef. Hoeveel hij al in zijn hobby pompte, wil Delrue als rasechte West-Vlaamse ondernemer liever niet kwijt. “Mijn vrouw zou ontevreden kunnen zijn.”

Hartaderbreuk

Ons land telt zo’n 25.000 duivenliefhebbers, het merendeel in Vlaanderen. Het is een sport die bulkt van de traditie. Het gevolg daarvan is dat de populatie van duivenmelkers veroudert. De gemiddelde duivenmelker in ons land is 65 jaar oud. Stefaan Van Bockstaele is voorzitter van de Koninklijke Belgische Duivenliefhebbersbond. “Jaren aan een stuk ging ons aantal leden achteruit. We hebben te weinig reclame bij de jongeren gemaakt. Maar sinds 2012 stagneert het aantal duivenmelkers, en nu verwachten we zelfs een lichte stijging. Met duiven spelen wordt opnieuw hip.”

De meeste liefhebbers houden duiven voor hun plezier, niet om er geld mee te verdienen. Dat is bij Delrue niet anders. “Natuurlijk weet ik dat je met topduiven serieus geld kunt verdienen. Maar dat wil ik niet. Mijn devies is: wie verkoopt, die wordt armer. Laat het kweken van duiven maar over aan kwekers. Maar ze mogen niet vergeten dat ze risico’s lopen, dieren zijn levende wezens. We hadden ook al eens een topduif die plots een hartaderbreuk had.”

Er ligt dus een grote scheidslijn tussen duivenmelkers en duivenkwekers. En dat is maar goed ook, horen we bij de Koninklijke Belgische Duivenliefhebbersbond. “Al onze leden spelen met hun duiven en kweken ermee. Dus elke liefhebber is ook een kweker. Het aantal mensen dat duiven enkel en alleen voor de kweek heeft, is bijzonder beperkt”, zegt Van Boxtaele. Een voorbeeld van zo’n typische kweker is Natural uit Schoten. Het bedrijf startte als verdeler van duivenvoeders, maar concentreert zich nu op de kweek en verkoop van rasduiven. Dat zorgt voor export naar meer dan zestig landen.

Opvallend bij die duivenkwekers is de interesse uit het Verre Oosten. Gao Fuxin, de kerel die 310.000 euro aan de Belgische duivenliefhebber Leo Heremans betaalde voor zijn topduif Bolt, is niet de enige Chinees die van duiven houdt. In Taiwan wordt jaarlijks 50 miljoen euro op duiven vergokt. China telt ongeveer 300.000 duivenliefhebbers en 12 miljoen duiven. Ze weten dat het paradijs voor rasduiven in België ligt en kopen dieren via de veilingsite van Pigeon Paradise. Voor hen zijn duiven beleggingen. Ze proberen ze nadien op de lokale markt met serieuze winsten aan spelers door te verkopen.

Rechtgeaarde lokale duivenliefhebbers halen hun neus op voor die gokverslaafde oosterlingen. “Sowieso is geld verdienen met duiven geen makkie. De waarde hangt in de allereerste plaats af van de resultaten die de dieren bij elkaar vliegen. Dat is meer dan alleen een kwestie van stamboom. Twee topsporters garanderen je niet per definitie een topsportjong. Zo’n jonge duif zal toch zichzelf ook weer moeten bewijzen, voor je er veel centen voor kan krijgen”, zegt Van Bockstaele.

Je kan een duif dan ook geen veilige belegging noemen. De stamboom is geen garantie, je blijft afhankelijk van hoe goed de duif op wedstrijden presteert. Bovendien kan een duif sterven, zijn weg verliezen. “Onze leden verliezen veel dieren aan sperwers en torenvalken die worden uitgezet. Het koppel dat in de torens van de Brusselse Sint-Michielskathedraal huist, is een waar gevaar voor onze dieren”, zegt Van Bockstaele.

Pedigree

Ook al kan een kweker je geen topduif garanderen, toch blijven duivenliefhebbers veel belang hechten aan de pedigree van hun duiven. Van de meeste dieren kent Delrue perfect hun stamboom. “Kweken blijft iets fascinerends. Ik ben er heilig van overtuigd dat talent bij duiven in de genen zit”, weerlegt hij Van Bockstaele. “Ik kweek om op die manier zo goed mogelijk te presteren in wedstrijden. Ik wil ze niet verkopen. Vergelijk het met een voetbalploeg. Je doet je beste spelers toch niet zomaar van de hand?”

Een doorsneeduivenmelker in België houdt duiven om ze aan wedstrijden deel te laten nemen. Wedden is in ons land verboden, dus ook daar valt allicht niet veel geld te rapen? “Alleen de liefhebbers zelf mogen geld op hun duiven inzetten. Dat kan tot 1000 euro oplopen, maar daar iets mee verdienen, is bijna uitgesloten. In het beste geval verdien je je inzet terug. Dat er toch nog geld op de vluchten wordt ingezet, heeft alles met traditie te maken”, vertelt Van Bockstaele.

Traditie, geen woord beschrijft accurater de ziel van de duivensport. Delrue kreeg de liefde voor de duif mee van zijn grootvader en zijn oom. Zijn eigen zoon Gunnar heeft ook al een kolonie uitgebouwd. Vanwaar die liefde voor een dier dat voor velen niet meer doet dan poepen op het voetpad en standbeelden bezoedelen? “Weinig dieren hebben zoveel karakter als een duif. Het zijn pure caractériels. Ze vliegen zich een pleuris om zo snel mogelijk terug bij hun partner te zijn. Als ze aangevallen worden, verdedigen ze zich tot bloedens toe.”

AART DE ZITTER, FOTOGRAFIE THOMAS DE BOEVER

“Twee topsporters garanderen je niet per definitie een topsportjong” Stefaan Van Bockstaele, Duivenbond

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content