George Clooney wijst de weg

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Deze columns zijn het gevolg van een welbepaalde logica: ik lees iets merkwaardigs, ik neem deel aan een conversatie die een boeiende wending neemt, een detail trekt mijn aandacht en dan schrijf ik er een column over. Die zondag zou ik het anders doen. Ik zou, zoals de Amerikanen zeggen, ‘business with pleasure’ mixen. Mijn echtgenote en ik gingen naar ‘Up in the Air’ kijken en ik was vastbesloten daar inspiratie te vinden voor een column. Maar een mens wijkt niet straffeloos af van zijn vaste routines. Ik genoot niet echt van de film, en ook het ‘businessgedeelte’ borrelde niet op. Tot mijn echtgenote tijdens het naar huis rijden zei: “niet bepaald een film waar je je beter door voelt”.

De hoofdacteur van de film is bekend. Ene George Clooney, een man van middelbare leeftijd die graag Martini, maar vooral Nespresso drinkt. Volgens recente geruchten zou hij bij het buitenwandelen van een Nespresso-shop door een piano verpletterd zijn. Het verhaal van ‘Up in the Air’ is ondertussen ook al genoegzaam bekend. Clooney speelt Ryan Bingham, een man die als beroep overal in de Verenigde Staten mensen ontslaat. Hij leeft in vliegtuigen en hotels, steeds van dezelfde keten, waar zijn trouw beloond wordt met een eindeloze stroom ‘frequent flyers miles’. Maar de trouw van de mensen die hij ontslaat, wordt helemaal niet beloond. Na vele jaren dienst worden ze zonder pardon op straat gezet. Dit soort verandering is voor de slachtoffers een shock, een menselijke, sociale en economische tragedie. Maar Bingham vangt hen met een vreemd soort psychologie op, waarbij je nog zou gaan denken dat het een voorrecht is door hem ontslagen te worden.

In het vervolg van de film wordt Ryan enkele keren geconfronteerd met de consequenties van zijn bestaan als reiziger met een valies die letterlijk en figuurlijk zo leeg mogelijk is. Ik was alleszins onder de indruk van de efficiëntie waarmee Bingham zijn volledige hebben en houden in handbagage stopt. Bingham is superefficiënt: in het verzamelen van airmiles, in het pakken van bagage, in het ontslaan van trouwe medewerkers. Kille, koude efficiëntie. Maar Bingham is geen psychopaat, gewoonweg een professional, zoals de chirurg die na een patiënt te hebben verloren tijdens een nieroperatie, toch met veel smaak niertjes eet. De profes-sionele afdanker geniet niet van het ontslag, maar wel van zijn leven als nomade, met alles wat er bij hoort: privileges in het vliegtuig en het hotel, de kunstmatige slaafse onderdanigheid aan de balie, het ‘vrij en ongebonden’ zijn. Bingham geeft ook lezingen, en nodigt zijn publiek letterlijk maar vooral figuurlijk uit om zo weinig mogelijk in hun bagage te stoppen. Je hebt geen foto’s nodig, je kunt toch van de herinneringen leven?

Leeg, hol, eenzaamheid, dat zijn de woorden die je door het hoofd gieren als je de film bekijkt. De bekende Amerikaanse schilder Edward Hopper is nooit veraf. Hopper kon perfect de eenzaamheid van de man aan de toog vereeuwigen; dat is Ryans leefwereld: hotels, terminals, vliegtuigen. Ik herinnerde mij plots een gesprek met een hr-specialist die vertelde dat hij bijna tien jaar niets anders had gedaan dan herstructureren, afdanken, reorganiseren. Hij wou nu ook wel eens iets opbouwends doen. En het hogere kaderlid van een farmaceutisch bedrijf, dat mij vertelde dat hun carrières gemaakt en gebroken worden door een powerpointpresentatie van vijftien minuten. En de manager uit de media, die stelde: we prostitueren ons allemaal. Het sterkste beeld ooit om deze gevoelens samen te vatten, is geformuleerd in dat indrukwekkende boek van Charles Handy: de lege regenjas. Onze economie maakt wel regenjassen, maar er zit niemand meer in.

Mijn vrouw had dus overschot van gelijk. Dit is een film waar je niet vrolijk van wordt. Ik kon haar moeilijk tegenspreken. De film houdt een spiegel voor, zei ze, voor al die superambitieuze afgestudeerden (en ze noemde een bekende managementschool) die zichzelf voorbijhollen. Ik moest denken aan die bedrijfsleider die in zes jaar tijd veertienmaal in San Francisco was geweest en in totaal al twee uur de stad had bezocht, die keer dat zijn vlucht verlaat was en hij geen enkele businesspartner had kunnen bereiken.

We gaan naar de bioscoop om ons te ontspannen. En we komen bijna depressief thuis. Niet alleen door de toon van de film, de lege relaties die er worden getoond. Geen enkele regenjas lijkt een mens te omhullen. Maar ook door de stommiteit van een columnist die ‘het nuttige aan het aangename’ wou paren. Dat doe je beter niet, heb ik weer eens geleerd. De volgende keer ga ik gewoon naar de film om ervan te genieten. Dingen mengen is goed voor een cocktail, maar ik had het kunnen weten, ik verkies meestal de dingen in hun zuivere vorm.

DE AUTEUR DOCEERT MANAGEMENT AAN DE VLERICK LEUVEN GENT MANAGEMENT SCHOOL.

Marc Buelens

Onze economie maakt wel regenjassen, maar er zit niemand meer in.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content