Gentse villa voor Chinese tycoon

Honderd beloftevolle architectenbureaus mogen zich uitleven aan de rand van de Chinese Gobi-woestijn. Bij de gelukkigen ook Armand Eeckels en Halewijn Lievens van het Gentse NU-architectuuratelier.

Het Chinese avontuur van de twee Belgen begint met een spammail. Althans: de NU-architecten dachten dat het spam was. “De afzender was het ons onbekende FAKE Design en de boodschap luidde ongeveer: u bent geselecteerd en hebt gewonnen“, vertelt Armand Eeckels. “Precies alsof we de gelukkige winnaars waren van een of andere obscure internetloterij.”

Maar het berichtje bleek wel degelijk over architectuur te gaan. Het gereputeerde Zwitserse architectenbureau Herzog & de Meuron, bij het grote publiek vooral bekend van Tate Modern in Londen en het vogelneststadion in Peking, had de opdracht gekregen om wereldwijd honderd veelbelovende jonge architectenbureaus te selecteren. En het mailtje bevatte ook een vraag: of NU-architectuuratelier interesse had om, als geselecteerde, een project te realiseren in China? “Toch nog enigszins achterdochtig hebben we geantwoord dat we daar in principe wel toe bereid waren”, herinnert Halewijn Lievens zich. “Met in het achterhoofd: daar horen we niets meer van.”

Carte blanche in de woestijn

Vijf maanden later zaten Eeckels en Lievens op het vliegtuig met bestemming Beijing, Capital National Airport in China. Voor een kennismaking met hun opdrachtgever en een briefing over het project Ordos 100. Een bizar project, geven Armand Eeckels en Halewijn Lievens toe. Ordos is een nieuwe stad in het noorden van China aan de rand van de Gobi-woestijn. Een gebied met een extreem klimaat: -40 °C in de winter, +40 °C in de zomer.

Op uitnodiging van de Chinese zakenman Cai Jiang mogen honderd jonge architectenbureaus er zich uitleven op een terrein van 197 hectare. De enige richtlijnen: trek op een perceel van 1200 à 1500 m2 een villa op met een totale oppervlakte van 1000 m2 in maximaal één, twee of drie bouwlagen (afhankelijk van de perceelgrootte). Voor het overige: carte blanche.

Grootheidswaanzin van een nieuwe rijke? Eeckels en Lievens wijzen erop dat Ordos een visitekaartje wordt voor de nieuwe stadsontwikkeling. “Cai Jiang importeert ook enorm veel knowhow, niet alleen architecturaal maar ook bouwtechnisch”, stelt Eeckels. Tycoon Cai Jiang blijkt een ietwat enigmatische man te zijn. “Hij moet veel geld hebben verdiend in de melkindustrie”, weet Eeckels. “En hij zou ook enkele stuwdammen in eigendom hebben. Er is iets dubbels aan de man: hij grijpt graag naar het verleden van de regio, naar de heldendaden van de Mongoolse veroveraar Dzjengis Khan bijvoorbeeld, maar tegelijkertijd toont hij zich ook graag als de archetypische westerse zakenman, inclusief dikke sigaar.”

Het Gentse duo is wel onder de indruk van kunstenaar-architect Ai Wei Wei, de man achter FAKE Design, en de masterplanner van het project. “Een straffe gast”, vindt Lievens. “Zijn analyses zijn ontzettend scherp en to the point. Naar Chinese normen is hij ook behoorlijk rebels. FAKE Design zou in het Chinees klinken als fuck design.”

In april 2008 reisden de NU-architecten voor een tweede maal naar Ordos. Dit keer om, samen met de 27 andere bureaus die de eerste fase realiseren, hun ontwerp voor te stellen. “Een bevreemdende gebeurtenis”, aldus Eeckels. “We mochten allemaal onze maquettes als een puzzelstukje inpassen in een plattegrond van de site. Dat was behoorlijk confronterend, want je zag meteen de verschrikkelijke densiteit van het hele project; bij ons zet je zo’n villa van 1000 m2 op een terrein van minstens 5000 m2. De verscheidenheid van de ontwerpen is ook heel groot: een strakke Zwitserse doos, daarnaast een soort paasei… Het kan allemaal. Veelal zijn het erg assertieve ontwerpen. Dat is natuurlijk niet echt verwonderlijk met al die jonge, erg ambitieuze bureaus. Die willen zich tonen.”

Belgische bescheidenheid

Tegenover al dat architecturaal geweld plaatsen de NU-architecten een erg ingetogen woning. Ze gaan zelfs letterlijk ondergronds. Alle functies en vertrekken zijn georganiseerd rond een patio die ze uitgraven in het perceel. Eeckels en Lievens grijpen ook terug naar de traditionele manier van bouwen in de regio en gebruiken een soort gestampte aarde als belangrijkste bouwmateriaal.

“We zijn vertrokken vanuit de omgeving met haar extreme temperaturen”, licht Lievens toe. “Door de woning ondergronds te plaatsen, schermen we ze af van de wind; en de grondtemperatuur zorgt voor een stabiel binnenklimaat.” Eeckels voegt eraan toe dat hun concept, gezien het opbod aan erg zelfbewuste projecten op een relatief beperkte ruimte, ook een stedenbouwkundige meerwaarde geeft aan de site. “We hebben een soort leegte gecreëerd, zodat er voor de andere projecten meer licht en ruimte is. Misschien is dat terugtrekken, die bescheidenheid, iets typisch Belgisch. Eigenlijk vallen we op door niet op te vallen.”

Een grote vrijheid en een dito budget: is dit een opdracht waar jonge architecten van dromen? Of voelt het ontbreken van eisen en beperkingen toch aan als een gemis? “We hebben onszelf eisen opgelegd”, antwoordt Eeckels. “Zoals: rekening houden met het specifieke klimaat, de oriëntatie, de eigenschappen van het bouwmateriaal, de beperkingen van de Chinese bouwkunde… Het moet ook een woning worden waarin we zelf willen wonen.” “We hebben daar in het begin wel discussies over gehad”, voegt Lievens toe. “Het is ook niet evident, twee Gentenaars die eens gaan zeggen hoe de Chinezen een woning moeten bouwen aan de rand van de Gobi-woestijn.”

En zijn ze er al achter gekomen hoe ze op de lijst zijn beland van Herzog & de Meuron? “Nee, dat blijft een mysterie”, zegt Lievens. “We hebben wel wat internationale publicaties gehad. Misschien hebben ze ons daarin opgemerkt.” Of zit hun opvallende verschijning op de tentoonstellingsreeks 35m3 in deSingel er voor iets tussen? Dat uitstalraam toonde ook al werk van Office en van Jan de Vylder Architecten, twee andere Belgische bureaus die een uitnodiging voor China kregen. (T)

Door Laurenz Verledens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content