GEMISTE KANSEN

Afstandelijke burenrelatie

Sedert tien jaar verblijf ik in Cadzand, maar mijn gerichtheid op Nederland is zo oud als ikzelf en ook veelzijdig : van de zuiver persoonlijke sfeer tot de meest publieke. Ik hoor hier rondom mij Nederlands spreken als vanzelfsprekend ; hoewel ik mij niet tot de taalflaminganten reken, is een taal voor mij weinig minder dan een vaderland. Ik leef hier bovendien in dezelfde ruimte als de Vlaamse, met dezelfde einders, alleen maar ongerepter en daardoor groots.

De relatie tussen de twee buren gaat mij aan en kan mij niet ontgaan. Hoe is zij veranderd in de lange periode die ik overzie ? Mijn antwoord is : ongunstig. Het loont de moeite niet meer om in te gaan tegen de kortstondige artificiële euforie die ongeveer tien jaar geleden door de zogezegde federalisering van België werd opgewekt, ook inzake de Vlaams-Nederlandse verhouding. Die euforie ging vanzelf over, op dit gebied zoals op andere, en om dezelfde reden : de federalisering heeft geen macht verplaatst, d.w.z. overgebracht naar Vlaanderen van waar dan ook, en kon dan ook inzake buitenlandse politiek geen effect sorteren. Er waren gestes, gebaren, bezoeken, verklaringen en projecten, soms technische afspraken, maar niets onverwachts laat staan belangrijks.

MISLUKKING.

Na de Tweede Wereldoorlog bestonden er reële kansen op een samengaan tussen Nederland en België (Luxemburg inbegrepen). De lijst is lang : van infrastructuur (havens, IJzeren Rijn, enzovoort) over regionaal beleid (economisch en ook inzake ruimtelijke ordening) tot buitenlandse politiek, waar de drie landen gezamenlijk konden optreden in Europa en bijvoorbeeld ook tegenover de reële machtsverhouding Frankrijk-Duitsland.

Nog voor het einde van de bezetting was er al een naam, Benelux, die snel algemeen gangbaar werd maar daar bleef het bij. Als het op verwezenlijkingen aankwam, waren er gemiste kansen en zelfs schipbreuken.

Eén van de mislukkingen blijft in de herinnering als onderdeel van een grotere mislukking, deze van Sabena. Die zou met Luxair en KLM samengaan in de Royal Benelux Airlines, maar het werd een samengaan met Air France en nu Swiss Air. Nooit heb ik de coalitie van gevestigde Brusselse en Waalse belangen met Franse belangen duidelijker aan het werk gezien. Het tegengaan van Benelux is één van de vaste pijlers van deze coalitie, die niet eens een Vlaamse pro-Beneluxbeweging tegenover zich kreeg.

Het Benelux-perspectief kon slechts iets worden indien het gepaard ging met een politieke verschuiving van het zwaartepunt in België naar Vlaanderen. Daarvan had het samengaan met Nederland een vast onderdeel moeten zijn, en het was zelfs eenvoudig te formuleren zoals door Frans Van Cauwelaert : op alle gebieden, met uitzondering van de munt en de Kroon. De Vlamingen stelden zich met veel minder tevreden : met taal (niet zonder de nodige strubbelingen), met het inventariseren van een “erfdeel” of met het selecteren in de opkomende Vlaamse bovenlaag van “princen” met een Groot-Nederlands signalement.

OVERLEG.

Het isolement van Frankrijk in Europa, na zijn veto tegen de intrede van Groot-Brittannië, bood in de internationale politiek een nieuwe Benelux-kans des te meer omdat de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Jozef Luns toen een leidende rol speelde in een anti-Franse coalitie. De Vlamingen hadden geen macht en zelfs geen zin daarin ; zij stelden zich tevreden met vlijtige formaliteiten en vlakke sentimentaliteiten.

De kansen waren nochtans groot geweest. Niet alleen Europa, maar ook de dekolonisatie veranderde de fundamentele relaties en posities van België en Nederland. Er was ook de brede binnenlandse evolutie van beide landen. De ontzuiling, d.w.z. de integratie van half-externe bevolkingsgroepen (allereerst de katholieken), gaf aan de Nederlandse samenleving een trage maar constante beweeglijkheid die een grote invloed had kunnen hebben op de relaties met België en Vlaanderen. Naast de ontzuiling was er de decentralisatie, de regionalisering, die de herleving of althans het herstel van een nog steeds voorhanden grensoverschrijdende streek had kunnen meebrengen.

De machtsverhouding in de Europese eenmaking, inzonderheid de positie van Frankrijk en Duitsland en hun onderlinge relatie, had de drie centraal gelegen Benelux-landen moeten brengen tot overleg en dan niet alleen voor de kandidatuur van een Belgische of Nederlandse “voorzitter” (wat evenmin gebeurde). In feite was er geen samengaan, maar een afstandelijke en stroeve verhouding : zelden of nooit (ook niet algemeen) politiek inspirerend, zelden of nooit wederkerig.

DIMENSIE.

België en Nederland komen niet dichter bij elkaar, maar Vlaanderen en Nederland evenmin. In dit media-tijdperk is het gebruiken van dezelfde taal (toch een belangrijk gegeven) niet in staat om enige gemeenschap van openbare mening tot stand te brengen tussen de taalgebruikers in verschillende landen die dan toch ook naburen zijn. De taalgemeenschap heeft niet eens een gemeenschappelijkheid van media en publieke opinie meegebracht, laat staan van mentaliteiten en houdingen.

Veel belangrijker is de wijziging in de verhouding van de afmetingen, van de dimensie. Nederland is op talrijke gebieden, allereerst op economisch gebied, veel groter geworden dan België en uiteraard dan Vlaanderen. Een middelgroot land staat hier in relatie tot een kleiner land indien dit laatste althans deze naam nog verdient, want het wordt minder en minder een land. Het komt dus ook steeds dichter bij een splitsing ; niet door het werk van enkele Vlaamse kortzichtige slechteriken (en van enkele Waalse, om objectief te zijn), maar omwille van onverenigbaarheden en buitensporigheden in het algemeen beleid zelf (de transfers allereerst).

Het perspectief is niet uit te bannen, zelfs wanneer men buitenlandse voorbeelden (Tsjechië en Slowakije en nu de Noord-Italiaanse Lega Nord) terzijde laat. De waarschijnlijkheid van een splitsing verdwijnt echter onmiddellijk wanneer men haar bekijkt langs de kant van de mogelijke opslorping. In de huidige relaties van Vlaanderen met Nederland wijst niets in deze richting, en in de relaties van Wallonië met Frankrijk overigens ook weinig of niets.

LODE CLAES

Lode Claes is voorzitter van de redactie-adviesraad.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content