Geld moet rollen

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

De wereldeconomie dreigt stil te vallen. Banken moeten opnieuw durven lenen. Bankier Hélie de Pourtalès biedt een uitweg om op korte termijn de financiële chaos te bezweren.

Parijs (Frankrijk).

Hij publiceerde zijn ideeën in The Wall Street Journal en The International Herald Tribune: “Steeds meer opkomende landen – emerging markets – komen droog te staan. Bedrijven en banken gaan er met bosjes over de kop omdat de geldstromen massaal terugvloeien naar de rijke landen. Welke bankier wil nog een herfinanciering van Latijns-Amerika of Azië overwegen? Geldschaarste – credit crunch – zou nochtans het probleem niet moeten zijn, want er is in de wereld geld in overvloed. Wat de crisislanden de nek omdraait, is een vertrouwenscrisis bij de geldschieters en de banken in het bijzonder.”

Wat de huidige financiële crisis ongecontroleerd verder laat uitdeinen, is, zo stelt de Franse bankier Hélie de Pourtalès ook in een interview met Trends, hoofdzakelijk een vertrouwenscrisis: “In eerste instantie moet daaraan worden gewerkt. Het geld moet snel terugvloeien naar de getroffen landen. Pas later kan er gesleuteld worden aan de noodzakelijke structurele hervormingen van kreupele banksystemen, gebrek aan transparantie of verwoestende uitspattingen van een casinokapitalisme. Het Internationaal Muntfonds heeft de kar echter overal vóór de paarden willen spannen.”

De Pourtalès vindt de cocktail van korte- en langetermijnvoorstellen omtrent een nieuwe, internationale, financiële architectuur, die nu door tal van experts en politici naar voor geschoven wordt, “interessant, maar intussen dreigen miljoenen mensen te verdrinken terwijl men er hulpeloos naar staat te kijken.” Dat is trouwens grotendeels het geval in Zuidoost-Azië, met Indonesië als meest dramatische ontsporing. “Het enige wat de onrust van de financiële markten ten aanzien van de getroffen landen kan bedaren, is een tastbare houvast, die de thans risicoschuwe financiers opnieuw vertrouwen geeft en zekerheid biedt.” En wat is er meer tastbaar, vraagt de Pourtalès, dan grondstoffen waar deze landen grote hoeveelheden van in voorraad hebben: gas, petroleum, ertsen, rubber, palmolie, rijst, graan, koffie, cacao? “Alles waar in de wereldmarkt vraag naar is en wat ze massaal willen en moeten exporteren. Ze kunnen immers zelf hun grondstoffen niet opgebruiken.”

Export onder internationale

staatswaarborg voor nieuwe bankleningen, daarop steunt zijn voorstel: “Waar de wereld in deze specifieke crisis dringend behoefte aan heeft, is niet een lender of last resort of het Internationaal Muntfonds (IMF) als laatste toevlucht. Wel een verzekeraar, een insurer of last resort,” luidt de basisstelling van de Pourtalès. In een globaliserende wereld van flitskapitaal dekken kapitaalstromen geen handelsstromen. De Franse bankier stelt een borgstelling voor van verse bankleningen aan de crisislanden door een mondiale exportkredietverzekeraar: een World Export Delivery Insurance Company waar de G7 of de zeven belangrijkste industrielanden met hun volle gewicht achter staan.

Belastinggeld niet voor de banken

De lopende kortetermijnschulden van de opkomende landen bij internationale financiële instellingen worden geraamd op 600 miljard dollar. Bij uitslaande brand kan het IMF met de huidige middelen moeizaam 110 miljard dollar vrijmaken. IMF-voorzitter Michel Camdessus zei onlangs dat er minstens tweemaal zoveel geld nodig is. Regeringen kunnen dergelijke bedragen niet ophoesten. Bovendien beklemtoont de Pourtalès dat “belastinggeld geen financieringsbron voor de banken kan of mag zijn.” Anderzijds vindt hij moral hazard (het principe dat stelt dat de banken in het zand moeten bijten) mooi klinken, “maar als daardoor het hele systeem op losse schroeven komt, is dat minder aangewezen.” En omdat een soort mega-IMF nog meer belastinggeld zou opslorpen, gelooft hij daar helemaal niet in. Wat blijft er dan over?

“Men eist meer transparantie bij het IMF, alsof het publiek maken van het driemaandelijks verslag van het directiecomité de crisis zal oplossen. Of een algemene rentedaling zou een uitweg moeten bieden. Het enige zinnige voorstel tot nu, komt van Jeffrey Sachs die mondiaal een soort chapter 11 wil inroepen: een tijdelijke bevriezing van de schulden. Maar daarmee zijn de geldstromen nog niet gekeerd,” werpt de Pourtalès op.

Drie weken tijd

volstaan om de Pourtalès’ oplossing operationeel te maken: met een startkapitaal van 50 miljard dollar, samengebracht en beheerd door de industrielanden, kan een internationaal organisme opgericht worden met de respectieve publieke exportkredietverzekeraars als aandeelhouders: Coface, Hermes en andere Delcrederes. Ze stralen de autoriteit uit om de internationale banken onder staatswaarborg te garanderen dat ze hun centen terugkrijgen. “Ook westerse regeringen zitten krap bij kas, maar ze hebben wel een triple A-kredietwaardigheid. Dát moet worden uitgespeeld.”

Een dergelijk organisme heeft een hefboomeffect, zodat men feitelijk met één miljard dollar startkapitaal snel van wal kan steken. Met die ruggensteun sluiten internationale banken leveringscontracten met de crisislanden. Een gedeelte van hun grondstofexport (20 à 30%) zou voor een periode van drie, vijf jaar of langer, als borgstelling dienen voor nieuwe bankleningen. “Dit systeem had de catastrofes die zich nu voltrekken in Indonesië, Rusland en straks misschien in Brazilië kunnen vermijden,” zegt de Pourtalès.

De bankier is niet blind voor de tekortkomingen van zijn geesteskind: “Maar wie heeft een werkbaar alternatief? De internationale gemeenschap blijft vleugellam.” Hij weet dat een soortgelijk systeem gefaald heeft in Afrika. “Dit voorstel is waterdicht. De borgstelling komt van een internationaal organisme, niet van het betrokken land. Stel dat de Venezolaanse regering zich verbindt om 20% van de olie-export tot 2005 te verkopen aan Spanje. Dit contract opent de geldkraan bij internationale financiers, vermits er enorme inkomsten tegenover staan tegen de marktprijs bij levering. Om te beletten dat de exportopbrengsten op buitenlandse rekeningen terechtkomen, zoals in Rusland het geval was, moeten fiscale incentives worden ingebouwd, die aansporen tot repatriëring van dat geld. In zekere zin is dit een vorm van kapitaalcontrole, maar ook dit is niet langer een taboe in IMF-kringen.”

Dat zijn remedie niet werkt in grondstofarme landen als Zuid-Korea of Japan neemt Hélie de Pourtalès erbij: “Het zou een enorme stap zijn, indien we de bloeding kunnen stelpen in landen met honderden miljoenen inwoners die steeds dieper in het moeras wegzinken. In Indonesië werd dertig jaar economische vooruitgang omvergekegeld. Wat daar gepresteerd werd, was ondanks de vele tekortkomingen nochtans geen gebakken lucht. Indien door dit voorstel de wankele domino’s alsnog overeind blijven, kan de paniekgolf die de financiële markten dol doet draaien, worden ingedijkt. Pas dan kunnen structurele hervormingen op een nuchtere en redelijke manier ten gronde aangepakt worden.”

Hélie de Pourtalès verwerpt de aantijging dat internationale bankiers de soevereine beschikking van ontwikkelingslanden over hun grondstoffen aantasten: “Het is niet de herfinanciering van een land die zijn toekomst hypothekeert. Het komt erop aan een snelle en efficiënte manier te vinden om te vermijden dat deze blinde trein blijft doorrazen in de richting van de afgrond. Dit systeem biedt landen in geldnood de mogelijkheid om op basis van internationale garanties hun economische activiteit weer op dreef te trekken. Als men niets doet, zullen niet de grote banken de rekening betalen, maar miljoenen verpauperde werklozen.”

Na de publicatie van zijn aanbevelingen in de Wall Street en de Herald Tribune liepen er sympathiserende telefoontjes binnen, “van bankiers, IMF-lui, regeringsleden, professoren, journalisten”. Informele aanmoedigingen, noemt Hélie de Pourtalès de vele reacties: “Als er geen expliciete rol is weggelegd voor de sleutelfiguren of de hoofdrolspelers in dit drama, duurt het wel even vooraleer zoiets concrete contouren begint aan te nemen.” Bij het verlaten van het dakappartement langs de Boulevard Saint-Germain wijst de klok ‘twee voor twaalf’.

ERIK BRUYLAND

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content